Dit half jaar bekleedt de Nederlandse regering het voorzitterschap van de Europese ministerraden. Buitenweg maakte in haar bijdrage aan het debat duidelijk welke prioriteiten GroenLinks onder de aandacht wil brengen.

Woensdag 21 juli debatteert premier Jan-Peter Balkenende met het Europees Parlement over de prioriteiten van het Nederlandse voorzitterschap. Europarlementariër Kathalijne Buitenweg presenteerde de verlanglijst van GroenLinks 'JP de MP in het EP' (Jan Peter de minister-president in het Europees Parlement) voor de de komende 6 maanden.

bijdrage Kathalijne

GroenLinks prioriteiten komende zes maanden
1.Openbaarheid Raadszittingen meteen invoeren
2.Normen en waarden: mediapluralisme beschermen
3.Normen en waarden: waardeloze asielwet wijzigen
4.Normen en waarden: burgerrechten waarborgen
5.Turkije: geen oneigenlijke argumenten
6.Aidsbestrijding: door VS aangerichte schade herstellen
7.Eerlijke handel
8.Belastingcoördinatie: kopgroep vormen
9.Slimmer Stabiliteitspact
10.Europese belastingheffing
11.Klimaat: min 30 procent in 2020
12.Arbeidstijden: veiligheid en gezondheid garanderen
13.Rechten van uitzendkrachten eindelijk regelen
14.Europese Grondwet: referenda zo Europees mogelijk

 

1. Openbaarheid Raadszittingen meteen invoeren
Wanneer de Europese Grondwet in werking treedt zal er een einde komen aan een ergerlijke democratische misstand: het feit dat de Raad van Ministers wetten maakt achter gesloten deuren. Volgens de Grondwet moet de Raad in het openbaar debatteren en stemmen over Europese wetgeving. Maar er is geen reden om tot 2006 of later te wachten met het zetten van deze stap, nu alle lidstaten ermee hebben ingestemd. Door de openbaarheid van Raadsvergaderingen onmiddellijk in te voeren, wordt het voor burgers duidelijk dat de Grondwet daadwerkelijk bijdraagt aan meer democratie en transparantie. GroenLinks roept de Nederlandse regering dan ook op om nog tijdens haar voorzitterschap de luiken open te gooien.

 

2. Normen en waarden: mediapluralisme beschermen
Premier Balkenende wil het Nederlands voorzitterschap aangrijpen voor een debat over ‘Europese normen en waarden’. Een debat over Europa als ‘waardengemeenschap’ kan spannend zijn, maar mooie woorden mogen geen excuus zijn voor het achterwege laten van daden wanneer reeds erkende Europese waarden bedreigd worden. De vrijheid en de pluriformiteit van de media, vastgelegd in het EU-Grondrechtenhandvest, staan in Italië onder druk. Premier Berlusconi heeft een te grote greep op de commerciële én publieke omroep. Het gezaghebbende Freedom House constateerde dit jaar dat Italië niet langer behoort tot de landen met een vrije pers. Nu Berlusconi deze waarschuwing en de eerdere kritiek van de Raad van Europa en het Europees Parlement naast zich neerlegt wordt het tijd voor actie.
Nederland moet in de Raad van Ministers de procedure van artikel 7 van het EU-verdrag inleiden, die voorziet in een officiële waarschuwing voor landen waar een ‘ernstige en voortdurende schending’ van de mensenrechten plaatsvindt. Tevens zou het Nederlandse voorzitterschap moeten bevorderen dat de Europese Raad, in navolging van het EP, de Commissie verzoekt om een wetsvoorstel in te dienen tegen mediaconcentratie. De huidige Commissaris voor de interne markt, Bolkestein, weigert hiertoe het initiatief te nemen.

 

3. Normen en waarden: waardeloze asielwet wijzigen
Waar het gaat om de bescherming van vluchtelingen treedt het normen-en-waarden-kabinet van Balkenende de internationale normen met de voeten. De Europese richtlijn voor asielprocedures, die de justitieministers in mei hebben aangenomen, staat op aandringen van Nederland toe dat asielzoekers uitgezet mogen worden voordat een rechter definitief over hun asielverzoek heeft besloten. In het gelukkigste geval kunnen ze dan de zitting over hun zaak per videoconferentie bijwonen. Wie het iets slechter treft wordt bij terugkeer in zijn land van herkomst opgepakt en in de cel gegooid. Zo’n asielzoeker heeft er niet veel meer aan om gelijk te krijgen van de rechter. En de kans dat dat gebeurt is aanzienlijk, want in de EU-landen wordt twintig tot zestig procent van de vluchtelingen pas erkend als ze in beroep gaan bij de rechter.
Nu “de naleving van het beginsel van non-refoulement” (het internationale verbod op terugsturen van een asielzoeker naar een land waar hij of zij voor vervolging te vrezen heeft) expliciet is opgenomen in de Europese Grondwet, is er alle reden voor de Raad van Ministers om terug te komen op het asielbesluit van mei. Zo niet, dan zal GroenLinks het Europees Parlement voorstellen om de richtlijn over asielprocedures voor te dragen voor nietigverklaring bij het Europees Hof van Justitie.

 

4. Normen en waarden: burgerrechten waarborgen
De Nederlandse regering wil dat de landen van de EU het begrip ‘nationale veiligheid’ inruilen voor ‘Europese veiligheid’. Dat betekent onder meer dat lidstaten verplicht worden om informatie over dreigende terreuraanslagen aan elkaar door te geven. GroenLinks betwijfelt of zo’n verplichting helpt, zolang het vertrouwen van de EU-landen in elkaars rechtsstaat een fictie is. Het Nederlandse voorzitterschap doet er goed aan om in kaart te brengen waarom het wederzijds vertrouwen voor een goede informatie-uitwisseling ontbreekt. Het gaat namelijk niet alleen om de vraag of vertrouwelijke gegevens ook vertrouwelijk behandeld worden door andere EU-landen. Het gaat eerst en vooral om de kwaliteit van opsporing en berechting.
Er zijn tussen de EU-landen grote verschillen in regels voor bewijsvoering, kwaliteit van rechtsbijstand en behandeling in gevangenissen. Amnesty International meldde in april zelfs ernstige mensenrechtenschendingen. In het Verenigd Koninkrijk worden terrorisme-verdachten zonder proces voor onbepaalde tijd vastgehouden. In Spaanse gevangenissen worden ETA-verdachten gemarteld. Kortgeleden weigerde een Belgische rechter uitlevering van zo’n verdachte wegens zorgen om de waarborging van zijn rechten.
De Europese Commissie heeft, onder druk van het Europees Parlement, een concreet voorstel gedaan om Europese minimumnormen vast te leggen voor de rechten van verdachten in strafrechtelijke procedures. Aanname van dit voorstel door de Raad van Ministers zou een goede stap zijn in de richting van groter onderling vertrouwen. Helaas krijgt het van het Nederlandse voorzitterschap niet de prioriteit die het verdient. Nederland “wil een begin maken met de onderhandelingen”, want het voorstel “zou kunnen helpen” om de juiste balans te vinden tussen effectieve misdaadbestrijding en grondrechtenbescherming. Een gevoel van urgentie spreekt hier niet uit. Terwijl garanties voor burgerrechten juist het verschil zouden moeten uitmaken tussen de Europese strijd tegen terrorisme en de Amerikaanse war on terrorism. Als er ergens een kans ligt om de ‘Europese normen en waarden’ te versterken, dan is het hier.

 

5. Turkije: geen oneigenlijke argumenten
Eind dit jaar beslist de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders of en wanneer de EU toetredingsonderhandelingen gaat voeren met Turkije. Op premier Balkenende en minister Bot rust de zware taak om het Turkije-debat in goede banen te leiden. Het Nederlandse voorzitterschap dient oneigenlijke argumenten uit de discussie te weren. De politieke Kopenhagen-criteria (democratie, rechtsstaat, mensenrechten, rechten van minderheden) die voor alle toetreders gelden, moeten de toetssteen zijn voor het al dan niet starten van toetredingsonderhandelingen met Turkije. En dus niet de godsdienst, de omvang of de welvaart van het land.

 

6. Aidsbestrijding: door VS aangerichte schade herstellen
Onder druk van christelijke fundamentalisten heeft de regering-Bush de subsidies stopgezet voor niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan bevolkingsprogramma’s in ontwikkelingslanden die voorlichting over voorbehoedmiddelen en abortus omvatten. Voor Bush is seksuele onthouding de enige manier om aids en ongewenste zwangerschap te voorkomen. Deze ideologische aanpak is in de praktijk volstrekt onwerkbaar, gaat voorbij aan de kwetsbare positie waarin veel vrouwen in ontwikkelingslanden verkeren en zet daarmee de levens van miljoenen vrouwen en mannen op het spel. GroenLinks wil dat de Europese Unie de financiering overneemt van de programma’s die door de Amerikaanse regering worden geboycot. Wij rekenen op steun van het Nederlandse voorzitterschap.

 

7. Eerlijke handel
De EU heeft het recente aanbod om al haar exportsubsidies op landbouwproducten te schrappen afhankelijk gemaakt van een afbouw van de Amerikaanse (verkapte) exportsubsidies. Dat brengt het risico met zich mee dat de Doha-ronde van de WTO gegijzeld wordt door de VS. De EU moet haar exportsubsidies zo snel mogelijk eenzijdig afschaffen. Dat verhoogt de druk op Washington.
Steen des aanstoots voor ontwikkelingslanden vormt ook de inkomenssteun aan Europese boeren. Die wordt weliswaar ontkoppeld van de productie en in beperkte mate gebonden aan milieuvoorwaarden, maar of de steun daarmee WTO-conform is blijft de vraag. Het verwijt van oneerlijke concurrentie valt alleen weg te nemen als de EU de inkomenssteun versneld omzet in subsidies voor groene en blauwe diensten in het kader van ‘plattelandsontwikkeling’. Dan moeten boeren namelijk concrete tegenprestaties leveren voor de overheidsbetalingen.
Tenslotte is grotere toegang tot de Europese voedselmarkt essentieel voor ontwikkelingslanden. De EU moet hiertoe (pijnlijke) concessies doen, maar mag in ruil wel van de meer ontwikkelde ontwikkelingslanden zoals Brazilië vragen dat zij bij de exportlandbouw rekening gaan houden met eisen van milieu en dierenwelzijn. Anders hebben de Europese boeren op hun beurt reden om te klagen over oneerlijke concurrentie.

 

8. Belastingcoördinatie: kopgroep vormen
Deze week kondigde het Amerikaanse software-bedrijf McAfee aan zijn Europese hoofdkantoor te verplaatsen van Nederland naar Ierland omdat de Ierse belasting op bedrijfswinsten lager is dan de Nederlandse. De noodzaak om afspraken te maken over een Europese ondergrens voor de effectieve belasting op bedrijfswinsten (vennootschapsbelasting) wordt steeds sterker voelbaar. Met vijfentwintig lidstaten, die elk een vetorecht hebben, zal het niet lukken. Daarom moet een kopgroep van bereidwillige lidstaten het voortouw nemen. Zowel de Duitse als de Franse regering hebben onlangs gepleit voor zo’n belastingkopgroep. De Nederlandse staatssecretaris van Financiën, Wijn, heeft er wel oren naar. Eurocommissaris Bolkestein, gekend tegenstander van belastingharmonisatie, is binnenkort vertrokken. Het Nederlandse voorzitterschap moet het ijzer smeden nu het heet is en ervoor zorgen dat de nieuwe eurocommissaris voor belastingen op 1 november een verzoek op zijn bureau aantreft om het formele initiatief te nemen voor zo’n belastingkopgroep. Een kopgroep die niet alleen de berekeningswijze van de winstbelasting harmoniseert, zoals Bolkestein voor ogen staat, maar ook een minimumtarief vastlegt. Alleen dat helpt om een fiscale wedloop naar de bodem van de schatkist te voorkomen.

 

9. Slimmer Stabiliteitspact
Vorige week heeft het Europees Hof van Justitie het besluit van de Europese ministers van Financiën (Ecofin) om de door de Europese Commissie ingeleide procedure tegen Duitsland en Frankrijk op te schorten nietig verklaard. Maar voor het opleggen van een boete aan deze landen, wegens een te hoog begrotingstekort, bestaat geen draagvlak. Dat zou hun problemen alleen maar verergeren. Als de regels voor begrotingsdiscipline knellen maar desondanks niet genegeerd kunnen worden, zit er niets anders op dan ze te veranderen. Het Stabiliteitspact moet dus op de helling. De euro-landen hebben een slimmer pact nodig, dat minder gefixeerd is op het jaarlijkse, sterk door de conjunctuur beïnvloede begrotingssaldo en in plaats daarvan uitgaat van het structurele saldo en lange-termijnfactoren als staatsschuld en pensioenverplichtingen. Het Nederlandse voorzitterschap moet ervoor zorgen dat Ecofin de Commissie verzoekt om, in vervolg op haar discussiedocument, snel een formeel voorstel tot aanpassing van het pact in te dienen. Het is niet nodig om te wachten tot de nieuwe Commissie aantreedt.
Interessante optie daarbij, vooral voor Nederland, is om de netto-afdracht van lidstaten aan de EU buiten beschouwing te laten bij de bepaling van hun begrotingssaldo. Landen die meer afdragen aan Brussel dan zij ontvangen plegen immers een toekomstgerichte investering: in Europese welvaart en solidariteit. Dit voorstel kan helpen om de moeizame strijd over de nieuwe Financiële Perspectieven (de meerjarenbegroting van de EU) tot een goed einde te brengen.

 

10. Europese belastingheffing
De netto-begrenzer die de Europese Commissie vorige week heeft voorgesteld, hoe welkom ook, zal geen einde maken aan het streven van de netto-betalende lidstaten naar een zo laag mogelijke Europese begroting. De wens van het kabinet-Balkenende en andere regeringen om de begroting tot 1 procent van het Europese BNP terug te brengen is echter onrealistisch. Daarvoor hebben juist de nationale regeringen de afgelopen jaren teveel taken naar de EU toegeschoven, zoals een gezamenlijk buitenlands beleid, investeringen in de kenniseconomie en een gemeenschappelijke grensbewaking.
Om een destructieve loopgravenstrijd tussen netto-betalers en netto-ontvangers over de toekomstige Financiële Perspectieven te voorkomen, moet het Nederlandse voorzitterschap ervoor zorgen dat het door de Commissie gewenste debat over andere financieringsbronnen voor de Europese begroting daadwerkelijk gevoerd worden. Grondig en zonder taboes. Binnen en buiten de Ecofin-raad. De optie van invoering van een Europese belasting, op bijvoorbeeld milieuverbruik of bedrijfswinsten, moet daarbij nadrukkelijk in beeld komen.

 

11. Klimaat: min 30 procent in 2020
Nu de EU van Poetin de toezegging heeft gekregen dat hij zich zal inspannen voor spoedige Russische ratificatie van het Kyoto Protocol is het mondiale klimaatbeleid, ondanks het verzet van de VS, weer springlevend. Maar de huidige afspraken over beperking van de uitstoot van broeikasgassen zijn slechts een eerste stap. Ze bestrijken slechts de periode tot 2010. Het is tijd om aan een substantiële uitstootvermindering in de periode na 2010 te gaan werken. Om ontwikkelingslanden als China en India zover te krijgen dat zij een plafond aan hun uitstoot accepteren moet de EU het goede voorbeeld geven.
De Nederlandse regering dient haar EU-voorzitterschap te gebruiken om de doelstelling van een EU-brede uitstootvermindering van 30 procent in 2020 aanvaard te krijgen door de Raad. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben zich al uitgesproken voor een vermindering van 60 procent in 2050 (Frankrijk zelfs voor 75 procent in dat jaar). Maar 2050 is ver weg. Wil de EU dit lange-termijndoel kunnen halen, dan moet zij zich vast durven leggen op de tussenstap van 30 procent reductie in 2020. Technisch is het mogelijk, het gaat vooral om de politieke wil.
Het doet GroenLinks deugd dat de Nederlandse staatssecretaris Van Geel zich in wil zetten voor min 30 procent in 2020. De huidige voorzitter van de Milieuraad ziet ook in dat het bereiken van deze doelstelling maatregelen vergt op een groot aantal terreinen, van zuiniger auto’s tot vergroening van overheidsaanbestedingen en het schrappen van milieu-onvriendelijke subsidies en belastingvrijstellingen, zoals die voor kerosine. Het is echter een veeg teken dat hij voor deze maatregelen wel de steun heeft van andere milieu-bewindslieden, zoals bleek tijdens de Informele Milieuraad van afgelopen weekeinde, maar nog niet die van zijn Nederlandse collega-ministers. Dat roept twijfel op over de vraag of er tijdens het Nederlandse voorzitterschap nog spijkers met koppen kunnen worden geslagen in de Ecofin-, Concurrentie- en Landbouwraad. De Europese ambities van Van Geel moeten meer zijn dan een schaamlap voor achterblijvend Nederlands beleid.

 

12. Arbeidstijden: veiligheid en gezondheid garanderen
Het Europees Hof van Justitie oordeelde vorig jaar dat de uren die werknemers op het werk doorbrengen tijdens wacht- of slaapdiensten volledig als werktijd gelden. Een werknemer is immers op de werkplek aanwezig en kan elk moment opgeroepen worden tot het verrichten van werkzaamheden. Dat is geen vrije tijd, aldus de Europese rechters, en dus werk. Minister De Geus vreest dat het doorbetalen van ‘aanwezigheidsdiensten’ sectoren als de gezondheidszorg en brandweer op kosten zal jagen. Daarom wil hij de Europese arbeidstijdenrichtlijn wijzigen. Die operatie is niet zonder gevaar in een tijd waarin de druk op werknemers en vakbonden om langer te werken groeit. GroenLinks vindt dat het oorspronkelijke doel van de richtlijn – het beschermen van de veiligheid en gezondheid van werknemers – niet mag worden aangetast. Tornen aan de maximale werkweek van 48 uur – nota bene al in 1919 vastgelegd door de Internationale Arbeidsorganisatie in haar allereerste verdrag – zal leiden tot meer stress, meer ongelukken en hogere arbeidsongeschiktheidscijfers. Tel uit je winst. Het is juist van belang dat het achterdeurtje in de richtlijn, dat lidstaten de mogelijkheid biedt om de maximum-werkweek van 48 uur te omzeilen als werknemers daar persoonlijk voor tekenen, op slot gaat.

 

13. Rechten van uitzendkrachten eindelijk regelen
De ontwerp-richtlijn over de rechten van uitzendkrachten is vorig jaar geblokkeerd geraakt in de Raad omdat Duitsland opportunistisch steun gaf aan het Britse verzet ertegen, in ruil voor Britse steun bij het uitkleden van Bolkesteins overnamerichtlijn. Dat laatste is nu gebeurd, waarom doet het Nederlands voorzitterschap niet een nieuwe poging om de uitzendkrachten-richtlijn door de Raad te krijgen?
Deze richtlijn verankert het Nederlandse model van flexibiliteit en zekerheid op Europees niveau. Wim Kok wees er eind vorig jaar, bij de presentatie van het rapport van zijn European Employment Task Force, nog op dat het Amerikaanse model niet geschikt is voor Europa. De EU moet niet alleen flexibiliteit vragen van werknemers, maar hun in ruil daarvoor ook nieuwe vormen van sociale zekerheid bieden. Als we dat niet Europees regelen dreigen ook de rechten van uitzendkrachten in Nederland onder druk te komen staan. Werkgevers willen de bescherming van uitzendkrachten maar wat graag terugschroeven.

 

14. Europese Grondwet: referenda zo Europees mogelijk
GroenLinks prijst het voornemen van het Nederlandse voorzitterschap om de referenda die veel lidstaten zullen houden over de Europese Grondwet zoveel mogelijk gelijktijdig plaats te laten vinden. Daardoor wordt het grensoverschrijdende debat over de Grondwet bevorderd en het ideaal van een Europees referendum benaderd. Ook de initiatiefnemers van het Nederlandse referendum over de Europese Grondwet, GroenLinks-Kamerlid Farah Karimi voorop, hebben de wenselijkheid van gelijktijdige referenda altijd benadrukt.
Sommige Europese politici lijken alleen maar te pleiten voor een EU-wijd referendum om een nationaal referendum over de Europese Grondwet te voorkomen. Het zou goed zijn als de Nederlandse regering deze politici dwong om met de billen bloot te gaan. Dat kan door, ondanks de juridische obstakels, daadwerkelijk een voorstel te formuleren voor een EU-wijd referendum over de Grondwet.

Links

Website Nederlands voorzittersschap