De stakingen die half januari plaatsvonden in de Europese zeehavens zijn niet onopgemerkt gebleven. Meer dan 15.000 havenwerkers legden het werk neer om te protesteren tegen plannen voor liberalisering van de havens. Zij vrezen dat hun banen en arbeidsvoorwaarden onder druk van toenemende concurrentie op de tocht komen te staan. Het protestsignaal klonk deze week door in Brussel. In het Europees Parlement groeit het besef van de noodzaak van garanties voor veiligheid en kwaliteit van het havenwerk.

Dat havenwerkers in Europa, normaal elkaars grootste concurrenten, samen staakten voor hetzelfde doel is uniek. Maar juist door de Brusselse liberaliseringplannen dreigen de havenwerkers nog verder tegen elkaar te worden uitgespeeld. Volgens de voorstellen van de Europese Commissie moet er tussen de bedrijven in de havens meer concurrentie komen. Ook mogen reders voortaan het laden en lossen van schepen laten uitvoeren door eigen personeel, bijvoorbeeld de opvarenden. Vooral tegen het toestaan van deze 'zelfafhandeling' verzetten de havenwerkers zich heftig. De zeelieden die hun werk dreigen over te nemen werken onder veel slechtere arbeidsvoorwaarden. Valse concurrentie dus, met als gevolg dat de havenwerkers ofwel hun werk verliezen, ofwel met minder loon en minder rechten genoegen moeten nemen. Dat deze angst voor oneerlijke concurrentie gegrond is bleek vorige week in de haven van Bremen. De politie arresteerde daar Poolse kraanmachinisten die met een busje in de haven arriveerden en ter plekke op een Panamees schip aanmonsterden, om vervolgens het schip te gaan lossen. Werkend tegen zeemansgage waren zij goedkoper dan de plaatselijke kraanmachinisten.

De transportcommissie van het Europees Parlement boog zich afgelopen dinsdag opnieuw over de liberaliseringvoorstellen. In de reacties van de verschillende fracties klonken de zorgen van de havenwerkers door. Méér dan bij de besprekingen vorig jaar, realiseren de parlementariërs zich dat er regels nodig zijn om de kwaliteit van het havenwerk te verzekeren. Uit de recente scheepsrampen trokken velen de conclusie dat ook de kwaliteit van zeevarend personeel beter gewaarborgd moet worden.

De komende maanden zet het EP zijn beraadslagingen over de Commissieplannen en het standpunt van de Europese transportministers voort. GroenLinks zal voorstellen indienen om de kwaliteit van het havenwerk en de arbeidsvoorwaarden van de havenwerkers te beschermen. Het is onaanvaardbaar dat alleen de ‘marktregels’ voor de Europese havens gelijk getrokken worden, zonder ook in sociaal opzicht een eerlijk speelveld te scheppen. Minimumwaarborgen voor werknemersrechten en veiligheid moeten vastgelegd worden in de Europese havenwetgeving. De huidige voorstellen zijn daartoe niet voldoende. Daarin staat wel dat Europese regels geen afbreuk mogen doen aan bestaande nationale regelgeving, maar er zijn geen garanties dat, als gevolg van de liberalisering en toenemende druk op de kosten, in de toekomst bestaande regels niet worden afgezwakt of afgeschaft. Bovendien is in Nederland de wettelijke bescherming van de havenwerkers grotendeels vervangen door collectieve arbeidsovereenkomsten, die aanmerkelijk eenvoudiger veranderd kunnen worden dan wetten. Het veranderen van de mogelijkheid om sociale en milieubeschermende criteria te stellen bij het verlenen van vergunningen voor havendiensten in een verplichting daartoe, zou al een aanmerkelijke verbetering zijn. Als deze criteria dan ook in heel Europa gelijk zijn ontstaat het zo gewenste eerlijke speelveld.

EP en Commissie, zo bleek deze week, verschillen nog steeds diepgaand van mening over de uitgangspunten voor Europees havenbeleid. Het EP heeft nooit om de voorgestelde richtlijn over concurrentie in de havens gevraagd. Het hecht meer belang aan het aanpakken van de concurrentie tussen de havens. De onderlinge wedijver zet havens aan tot steeds nieuwe uitbreidingsplannen, ten koste van natuur, milieu en leefbaarheid. Hoe deze uitbreidingen gefinancierd worden, hoeveel overheidssteun er verleend wordt, is onduidelijk. Volgens het EP ligt hier de belangrijkste oorzaak van oneerlijke concurrentie is. Daarom pleitte het vorig jaar al voor diepgaand onderzoek naar de financiering van havens. De Commissie en ook de transportministers willen dat onderzoek buiten de huidige plannen houden. Wel presenteerde de Commissie onlangs een dik rapport over de structuur en financiering van de havens. Maar daarin staat slechts dat de verschillen tussen lidstaten groot zijn en dat de Commissie deze complexe materie voorlopig niet wil aanpakken. Het EP laat zich hiermee waarschijnlijk niet afschepen. Het eist duidelijke afspraken over de financiering van havens. Door daadwerkelijk paal en perk te stellen aan subsidies en gebruikers van de havens te laten betalen voor de infrastructuur, kan de EU bijdragen aan een eerlijker speelveld tussen havens. Aanleg van nieuwe kades en dokken zal dan alleen plaatsvinden als bedrijven daar echt behoefte aan hebben. Dat bevordert een optimaal gebruik van beschikbare ruimte en middelen.

Eind maart zal het EP opnieuw stemmen over de liberaliseringplannen. Dan zal blijken of de havenstakingen inderdaad succes gehad hebben. Wij zullen ons verzetten tegen de trend dat de EU onder het motto 'voltooiing van de interne markt' de positie van werknemers uitholt. Deze trend is overigens niet alleen in de havens waarneembaar. Een goede sociale bescherming is belangrijk is om te zorgen dat de Europese integratie haar legitimiteit behoudt in de ogen van burgers.