Vrijdag 28 september vond in het Jacobitheater in Utrecht een debat plaats over de ecologische voetafdruk. Het ging niet over de voetafdruk van landen of gemeenten, maar over devoetafdruk van producten. Voor de gelegenheid was footprintgoeroe Craig Simmons uit het Verenigd Koninkrijk afgereisd naar Nederland. Met de trein uiteraard.

Alexander de Roo, Europarlementariër voor GroenLinks, bijt het spits af met een korte introductie. In vijf minuten tijd maakt hij duidelijk wat het belang van een voetafdruk voor producten is. De Roo: “Nog steeds hebben we te maken met een achteruitgang van de natuur en een klimaatverandering. Er komen teveel vreemde stoffen in de natuur terecht en de hergebruik van materialen laat te wensen over. Daarom hebben we behoefte aan scherpere meetinstrumenten zoals de ecologische voetafdruk.”

Alvorens over te gaan op de ecologische voetafdruk van producten, geeft Jan Juffermans van De Kleine Aarde een inleidende presentatie over de geschiedenis en betekenis van de voetafdruk. “De voetafdruk geeft de ruimte (in hectares) aan die per jaar nodig is voor de consumptie per persoon. Uit de cijfers blijkt dat we dertig procent boven ons duurzame niveau zitten. We zouden twee extra aardes nodig hebben als ook de mensen van landen als China en India een westers consumptiepatroon zouden wensen”, aldus Juffermans. Uit de presentatie blijkt duidelijk de effectiviteit van het meetinstrument voor landen, gemeentes en instellingen. Over de ‘productafdruk’ is Juffermans duidelijk: “Voetafdrukken van producten en diensten zijn volgens mij nu al goed mogelijk, maar we moeten een paar proefprojecten starten om te laten zien hoe het uitpakt. Dat heb ik ook concreet voorgesteld in Utrecht voor diverse vleesproducten en de alternatieven daarvoor.“

Vissticks

Craig Simmons van Best Foot Forward heeft al heel wat onderzoek verricht naar verschillende producten. Met de ecologische voetafdruk van producten wordt de levenscyclus van het betreffende artikel gelinkt aan ruimte. Meest aansprekende voorbeeld is de luier. Volgens Craig’s berekening neemt de wegwerpluier veel meer ruimte in dan de uitwasbare. De energie die het wassen kost, is uiteraard meegerekend. Opvallend is de openlijke strijd hierover tussen de fabrikant van wegwerpluiers -Procter & Gamble- en verschillende milieugroeperingen in de Britse media. Het onderwerp krijgt in Nederland nauwelijks aandacht.

Belangrijke vraag blijft natuurlijk hoe de industrie staat tegenover de ecologische voetafdruk. Chris Dutilh, coördinator milieuzaken van Unilever Nederland, heeft hier wel een antwoord op. Met aansprekende voorbeelden als margarine, waspoeder en shampoo legt hij uit hoe Unilever de levenscyclus van een product berekent. Elementen die een rol spelen zijn grondstoffen, productie en consumptie. Uit een uitvoerig rapport (Overall Business Impact Analysis) van Unilever is gebleken dat het bedrijf vooral moest werken aan schoon water, duurzame landbouw en duurzame visserij. Een van de resultaten hiervan is een samenwerking met het Wereld Natuur Fonds. Concrete resultaat: de vissticks van Kapitein Iglo maakt Unilever van verantwoorde vis.

Behoefte aan voetafdruk

Unilever is geïnteresseerd in de voetafdruk omdat het de consumentenkant belicht. Chris Dutilh licht toe dat een labelling op basis van de voetafdruk voor Unilever niet haalbaar is. “De grondstoffen die we gebruiken komen uit verschillende werelddelen. In de zomer komt de zonnebloemolie van een ander continent dan in de winter. Je zou de afdruk dan per seizoen moeten meten. Dat is ondoenlijk.” Daarbij spelen andere factoren zoals gezondheid een belangrijke rol bij de beoordeling van een product. Meerjarige gewassen scoren milieutechnisch gezien beter dan eenjarige gewassen. Eerstgenoemde plantjes zijn echter ongezonder voor de mens. Dutilh is van mening dat communicatie op productniveau niet werkt (dat wil zeggen: op elk product bijvoorbeeld een voetafdruk). Spreek mensen meer aan op algemeen gebruik is zijn devies. Eet minder vlees!

Uit de vragen van het publiek blijkt dat er wel degelijk behoefte bestaat aan meer actie vanuit de industrie. Enkele uitspraken: “De overheid zou producenten moeten dwingen informatie naar buiten te brengen over producten” en “Het is te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid neer te leggen bij de consument.”