Tof Thissen: "De verkiezingen van de leden van de Eerste Kamer zijn indirect. Dat moet ook zo blijven want een direct gekozen Eerste Kamer leidt tot een te strak politiek mandaat. Volgens mij zou deze Kamer dan juist de functie verliezen die zij heeft als laatste stadium van het wetgevingstraject: zij kijkt naar de kwaliteit en de consistentie van wetgeving en beoordeelt het werk van de Tweede Kamer en de regering onder andere op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid".
 

Hoe binden wij de leden van de provinciale staten aan een draagvlak dat door de meeste partijen via een ledencongres wordt gegeven aan een lijst die zij indienen? Daar gaat het om. Ik ben het volstrekt eens met de woordvoerders die voor mij spraken. Ik heb de moties van de heer Noten van de Partij van de Arbeid dan ook ondertekend. De lijsten voor de Eerste Kamer en dus de lijstverbindingen voor de Eerste Kamer moeten bekend zijn voordat de verkiezingen van de provinciale staten plaatsvinden. Wij hebben de leden van de provinciale staten aangewezen als degenen die de Eerste Kamer kiezen. De kiesmannen hoeven zich niet te houden aan het mandaat dat zij hebben gekregen door de kiezers bij de verkiezing van de provinciale staten. Zij moeten zich houden aan het mandaat dat het ledencongres heeft gegeven aan een lijst voor de verkiezing van de Eerste Kamer die is ingediend door de partijen. Dat electoraat, het ledencongres van de politieke partijen, is een representatiever electoraat voor de politieke partij dan het beperktere electoraat van de leden van de provinciale staten, die een mandaat hebben gekregen door de kiezers bij de verkiezing van de provinciale staten. De morele binding van het lid van provinciale staten is dus niet gebaseerd op zijn directe verkiezing door de kiezers in de provincie, maar moet gebaseerd zijn op de volgorde van de lijst die door het ledencongres van een politieke partij is vastgesteld.
Als wij een probleem hebben met de beperking van de vrijheid van een lid van de provinciale staten, geef ik de staatssecretaris in overweging om het electoraat voor de Eerste Kamer te verbreden. Ik bedoel daarmee niet te zeggen dat de leden van de Eerste Kamer direct door de kiezers moeten worden gekozen, maar wel dat wij eens de mogelijkheid moeten verkennen dat de leden van de Eerste Kamer worden gekozen door alle in Nederland gekozen volksvertegenwoordigers. Dat zijn de leden van de Tweede Kamer, de leden van de gemeenteraden en de leden van de provinciale staten. Is de staatssecretaris bereid om deze mogelijkheid te verkennen? Daarmee verbreed je het electoraat en daarmee bind je alle volksvertegenwoordigers aan de functie die de Eerste Kamer volgens ons staatsbestel heeft.
Ik vraag de staatssecretaris of zij van plan is om ons bij brief te laten weten wat haar overwegingen zijn op dit punt. Ik sluit hiermee overigens aan bij een suggestie die oud-collega Witteveen van de senaatsfractie van de Partij van de Arbeid al eens heeft gedaan.
Ik heb het al gehad over verbreding van het electoraat, de morele binding, het moment van indiening van de lijst en het aangaan van lijstverbindingen. Resteert de voorkeurstem. Gezien de morele binding die een statenlid naar mijn mening moet hebben aan de uitspraak van een ledencongres van de partij, vind ik dat de voorkeurdrempel naar 100% moet. Je zou de principiële vraag kunnen stellen of een voorkeurstem nog mogelijk moet zijn wanneer de statenleden, de partijen en wij hier met z'n allen vinden dat die morele binding vooral is aan de uitspraak van het congres. Ik hecht eraan dat zij, ook al zijn ze kiesmannen, toch op zeker moment de keuze kunnen maken om in afwijking daarvan om hun moverende redenen, waarbij de lat dan wel wat hoger ligt, een voorkeur kunnen spreken voor een kandidaat die dan wel de hele kiesdeler gehaald moet hebben. Om die reden hebben wij de motie over het verhogen van de voorkeurdrempel naar 100% ondersteund. Gezien de tijd laat ik het hierbij, want dit is in de kern waar de fractie van GroenLinks voor staat. Voor de rest sluit ik mij aan bij de woordvoerders voor mij.