Europarlementariër Judith Sargentini is hoofd van een missie namens het Europees Parlement op de opbouw van de democratie in Myanmar/Birma te ondersteunen. Op de terugweg blogt ze over de uitdagingen waar de prille democratie en in het bijzonder het nieuwe parlement voor staan. Dit is deel twee.

Oh hemels, de ventilator springt weer aan. Ik zit nog steeds op het vliegveld van Yangon.

Zomerkamp zonder einde

Het bezoek aan Naypyidaw, sinds 2005 de nieuwe – geplande – hoofdstad van Myanmar, met gouden leeuwen en lotusbloemen, was verhelderend. Parlementariërs hebben geen eigen kantoren, geen eigen staf, kunnen nergens iets tikken of printen. Alle afstanden zijn zo groot dat even naar de bibliotheek gaan om iets op te zoeken, helemaal niet kan. 's Ochtends worden ze met de bus van hun gemeenschappelijke verblijven naar het parlement gereden en 's avonds mogen ze weer terug. Iemand beschreef het voor me als een zomerkamp, maar dan eentje waar geen einde aan komt. Geld is er niet, respect voor The Lady (Aung San Suu Kyi) is gigantisch dus voorlopig schikt men zich in zijn lot.

Omdat ik er toch was voor gesprekken met de voorzitters van de twee kamers en parlementaire diensten, vroeg de directeur van het Amerikaanse National Democratic Institute of ik tijdens een etentje een groep nieuwe parlementariërs wilde vertellen over mijn ervaringen en waar ik zoal tegenaan loop. Tuurlijk. Dan kon ik meteen kennismaken met zijn opvolger, Ans Zwerver, vroeger lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks.