Deze week verwierp de Eerste Kamer met tweederde meerderheid het wetsvoorstel van Marianne Thieme om onverdoofde rituele slacht te verbieden. Hoe moet het nu verder? Senatoren Ruard Ganzevoort en Marijke Vos hebben verschillend gestemd. Marijke steunde het wetsvoorstel, Ruard stemde tegen. Dat is de eindafweging na alle debatten, alle informatie, werkbezoeken bij de rituele slacht, enzovoorts. Ze zijn het helemaal eens over de verschillende argumenten. Ze wegen ze alleen net anders. En ze zijn het weer volledig eens als het gaat om de vraag hoe het verder moet: het moet beter dan het convenant van Bleker.

Lees het opiniestuk van Ruard Ganzevoort en Marijke Vos over de rituele slacht, zoals verschenen op Joop.nl.

Hete hoofden

Het debat over ritueel slachten was fel, niet alleen in de Kamer maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de sociale media. Voor- en tegenstanders van een verbod op onverdoofd ritueel slachten vielen elkaar met scherpe woorden en soms onjuiste beelden aan. Simpele oneliners moeten doen geloven dat er een fundamentele tegenstelling is tussen godsdienstvrijheid en dierenwelzijn.

Voor ons was en is het heel belangrijk dat het dierenwelzijn verbetert. Niet alleen bij de rituele slacht; ook bij de reguliere slachtpraktijk moet veel verbeterd worden. Daarom heeft Marijke namens GroenLinks een motie ingediend die vraagt om extra regels en handhaving voor onder andere transport en leefruimte voor dieren. Afgezien van VVD en ChristenUnie steunde de hele Kamer die motie. En zo blijven we strijden tegen de dieronvriendelijke bio-industrie, megastallen, enzovoorts.

Ook de onverdoofde rituele slacht kan en moet beter. Dat geldt onder andere bij de slacht voor het islamitische offerfeest omdat daar in een heel korte tijd veel dieren moeten worden geslacht en het dus vaker mis gaat. Dat geldt zeker ook voor het onverdoofd ritueel slachten van runderen, bij wie de periode tussen de halssnede en bewustzijnsverlies het langst duurt. Maar er is ook nog veel winst te halen bij de aanvoer, de slachtmethoden, enzovoorts. Wij zijn blij dat de discussie over het wetsvoorstel Thieme dat goed op de kaart heeft gezet.

Tegelijk is het voor ons belangrijk dat de rechten van minderheden worden beschermd. Daar hoort het recht bij om de eigen diepste levensovertuiging vorm te geven, ook als dat gebeurt op een manier die anderen niet begrijpen en waarderen. Wij streven naar een verdraagzaam land waarin mensen verschillend mogen zijn. Godsdienstvrijheid is daar een van de oudste kenmerken van. Een totaalverbod op onverdoofd ritueel slachten is hoe je dat ook waardeert een inbreuk op die rechten en op die vrijheid.

Dat vraagt dus om een afweging. Want godsdienstvrijheid is niet absoluut maar kan altijd begrensd worden als daar goede redenen voor zijn – en die zijn er. Maar ook dierenwelzijn is niet absoluut. Dan zouden we immers heel anders omgaan met landbouwdieren, industriële slacht, of het doodslaan van muggen. Er kunnen redenen zijn om een beperking van dierenwelzijn te accepteren. Alles hangt dus van de afweging af en die kan verschillend uitpakken. Daarom vond de een (Marijke) het wetsvoorstel van Thieme een goede stap, en vond de ander (Ruard) het te ver gaan.

Convenant?

Hoe dan verder? We zijn met werkgroepen van GroenLinks al anderhalf jaar in gesprek met de joodse en moslimgemeenschap over de vraag hoe het beter kan. Zowel joden als moslims zeggen immers dat de principes achter kosher of halal slachten voortkomen uit het respect voor dieren. Daarom werden er vanouds zulke strikte eisen aan het slachten gesteld. Die zijn vandaag misschien achterhaald omdat er pijnlozer methoden zijn ontwikkeld. Dat roept de vraag op of de uitgangspunten van ritueel slachten niet beter kloppen met verdoofd slachten. Sommige gelovigen zitten inderdaad op die lijn, anderen houden daar moeite mee. Het is dan niet aan de wetgever om te bepalen welke theologie klopt. Daar gaan de geloofsgemeenschappen zelf over. Het is wel aan de wetgever om te bepalen welk dierenleed nog aanvaardbaar is.

Wel hebben met name de moslims een aanzet gegeven voor een convenant dat een paar belangrijke verbeteringen aangaf. Bleker is daarop verder gegaan, maar hij heeft daarbij niet alle handreikingen overgenomen. Zo stelden de moslims voor om ritueel slachten te binden aan een behoefteverklaring, zodat er niet meer onverdoofd geslacht zou worden voor de export. Ook hun voorstel voor korte aanvoerlijnen en een verplichte rustperiode in het slachthuis haalden Blekers convenant niet, waarschijnlijk omdat de slachthuizen daar economische bezwaren tegen hadden.

Wij vinden het convenant van Bleker een slap aftreksel van wat het had moeten zijn. We willen namelijk niet zomaar de huidige situatie handhaven, we willen echte verbetering. Dat betekent bijvoorbeeld overnemen van deze voorstellen van de islamitische groepen. Het betekent bijvoorbeeld dat er meer ruimte gelaten wordt als de dieren onmiddellijk na de halssnede alsnog verdoofd worden. Het kan ook betekenen dat besloten wordt dat kippen, schapen en geiten onder strikte voorwaarden nog wel onverdoofd geslacht mogen worden, maar runderen niet meer. Daar is namelijk het extra leed aanzienlijk groter omdat ze langer bij bewustzijn blijven. Het zou ook kunnen betekenen dat religieuze groepen besluiten dat alleen biologisch gekweekte dieren onverdoofd geslacht mogen worden, omdat hun totale levenswelzijn hoger is dan van industrieel gekweekte maar verdoofd geslachte dieren. Als er een convenant komt, zal dat beter moeten zijn dan waar Bleker mee kwam.

Er kan dus heel veel. Voor een deel komen de voorstellen al van de geloofsgemeenschappen zelf, voor een deel van wetenschappers en dierenbeschermers. En hoe dan ook zal de overheid dat met strikte regelgeving moeten vastleggen, want we willen verder komen dan goede bedoelingen of hakken-in-het-zand-discussies. We zien het liefst oplossingen die opkomen uit een kritische dialoog met de geloofsgemeenschappen, maar waar nodig moet de overheid ook verbeteringen afdwingen. Wij laten ons in elk geval niet vangen in het zwart-wit-denken van voor of tegen rituele slacht. We laten ruimte voor verschil, maar blijven werken aan verbetering van dierenwelzijn.