Dinsdag sprak de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Mottaki de buitenlandspecialisten in het Europees Parlement toe. Uit diens compromisloze opstelling concludeert Joost Lagendijk (GroenLinks): "Voor verdere geweldsdreigingen zal Iran niet wijken, diplomatie biedt de enige mogelijke uitweg uit de crisis."

Minister Mottaki toonde zich een vertegenwoordiger van de door president Ahmadinejad ingezette harde lijn. Zijn speech in het Europees Parlement een mengeling van anti-Israëlische en revisionistische retoriek, Iraans nationalisme, en de verzekering van de vreedzame bedoelingen van het Iraanse nucleaire project.

Tussen de regels door werd één ding duidelijk: Iran zal zich door verdere dreigingen met sancties of geweld door Europa en de VS niet laten afhouden van het verder ontwikkelen van nucleaire technologie. President Chirac's dreiging met een preventieve aanval met nucleaire wapens en de constante dreigementen uit Washington hebben hun doel gemist. Integendeel: ze hebben in zekere zin het Iraanse volk, in meerderheid voorstander van een eigen Iraans nucleair programma, in de armen van zijn extremistische leiders gedreven.

Lagendijk: "Het westen heeft zich met de ingezette ramkoers in een doodlopende weg gemanoeuvreerd. De enige uitweg is de terugkeer naar de onderhandelingstafel. Daarbij moet Iran, zoals bepaald door het internationale atoomwapenverdrag NTP, de mogelijkheid krijgen tot kleinschalige civiele toepassingen van nucleaire technologie, maar afzien van een grootscheeps uraniumverrijkingprogramma. Als tegenprestatie moet het Westen en vooral de VS de integriteit van de Iraanse staat waarborgen."

Lagendijk geeft toe dat een dergelijke oplossing niet ideaal is: "De gevolgen van militair ingrijpen zijn echter niet te overzien, en samenwerking met het regime in Teheran is de prijs die we moeten betalen. Zodra de druk van de ketel is in het atoomdossier, hebben we des te meer ruimte om ons te concentreren op de mensenrechtensituatie in Iran. Door zijn bemiddelende rol weer op te pakken, kan Europa ook op dat terrein in de toekomst hopelijk zijn invloed doen gelden."