GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld vindt het onbegrijpelijk dat bestuurders van jeugdzorginstellingen zeggen dat ze niet van hun isoleercellen af kunnen. ‘Ik snap dat het moeilijk is om staand beleid onder deze bijna onmogelijke werkomstandigheden los te laten, maar we hebben het hier over kwetsbare jongeren. Mensen waarvan bekend is dat ze dieper in de put raken als je ze afzondert of opsluit. Voor GroenLinks bestaat ‘kan niet’ niet in dit soort situaties.’

Wetenschappers wijzen al jaren op de schade die jongeren in gesloten jeugdzorginstellingen ondervinden van afzonderingsmaatregelen: het maakt ze wantrouwend richting hulpverleners en heeft een negatief effect op hun ontwikkeling. Westerveld: ‘De jeugdzorg moet deze mensen helpen en dan is het onbestaanbaar dat instrumenten worden ingezet die een averechts effect hebben. Deze jongeren hebben geen straf nodig. Deze jongeren zitten verlegen om therapie die werkt zodat ze hun leven weer kunnen oppakken.’

Zowel de Tweede Kamer als minister De Jonge wil daarom van de afzonderingsmaatregelen af. Maar bestuurders van jeugdzorginstellingen lieten deze week aan Omroep Gelderland weten dat dit niet gaat. Westerveld vindt dat niet te geloven. ‘GroenLinks is de eerste partij die zal onderschrijven dat de werkomstandigheden in de sector beroerd zijn. We staan schouder aan schouder met de jeugdzorg in hun pleidooi om een miljoeneninjectie zodat iedereen beter zijn werk kan doen en jongeren beter worden geholpen. Ik zie dat de marktwerking dit essentiële deel van de zorg moeilijk uitvoerbaar maakt. Ik weet dat jeugdzorgmedewerkers het liefste iedere jongere helpen op een manier die nu nauwelijks uitvoerbaar is. Maar als jeugdzorgbestuurders zeggen dat ze een middel nodig hebben dat haaks staat op het doel om jongeren beter te maken, zeg ik: u bent niet ambitieus genoeg.’

Wie het verhaal dat Omroep Gelderland optekende leest, snapt best dat bestuurders met de handen in het haar zitten. Ook Westerveld. ‘Ik ben steeds van de partij als er weer eens een terechte smeekbede van de sector richting minister De Jonge gaat. Ondersteun hun wensen. Maar ik vind het op zijn zachtst nogal een afknapper dat gepleit wordt voor het behoud forse strafmaatregelen richting extreem kwetsbare jongeren omdat anders de werklast niet te bolwerken is. De minister is duidelijk. De Kamer ook: we moeten stoppen met het isoleren van jongeren die zijn aangewezen op de jeugdzorg. Dan verwacht ik dat bestuurders aangeven hoe dat kan en wat dat kost. Kom met een ambitieus plan, wijs met goede argumenten op de onvermijdelijke extra investeringen die daar voor nodig zijn. Lobby bij het ministerie. Overtuig de coalitie. Ik help graag. Maar door nu in plaats daarvan ‘kan niet’ te roepen, aanvaarden de bestuurders dat jongeren in hun instelling worden beschadigd, terwijl ze voor hun genezing afhankelijk zijn van de hulp waarvoor diezelfde bestuurders verantwoordelijk zijn. Dat is triest.’

Volgende week donderdag debatteert de Kamer met minister De Jonge over suïcides in de jeugdzorg. Westerveld wil dat hij de Kamer voor dat overleg zijn reactie geeft. Ze heeft schriftelijke vragen ingediend.