Nadat het Europees Parlement afgelopen donderdag zijn Kosovo-resolutie goedkeurde, vertrok Europarlementariër Joost Lagendijk gelijk naar Kosovo om het te presenteren. Hij bezocht politici en vertegenwoordigers van de internationale missies in Pristina en ging ook langs enkele locaties in het onrustige noorden om te zien of de Europese missie EULEX daar al functioneerde. Bekijk het fotoverslag.

De Kosovaarse minister-president Hashim Thaci liet zijn blijdschap met de resolutie duidelijk blijken. Vooral de aansporing aan de laatste vijf EU-lidstaten om Kosovo ook te erkennen leidde tot enthousiaste reacties onder de Kosovaarse Albanezen. Maar ook de kritiek werd opgepakt. Parlementsvoorzitter Jakup Krasniqi gaf toe dat de volksvertegenwoordiging tot nu toe nog niet zo intensief de regering had gecontroleerd, maar hij beloofde dat hij hier werk van ging maken.

EU-gezant Pieter Feith, die toeziet op het naleven van de grondwet en minderheidsrechten in Kosovo, ontving Lagendijk hartelijk. Feith deelde het gematigde optimisme van het rapport. Ook hij dacht dat met de komst van EULEX, langzaam maar zeker stappen kunnen worden gezet naar een levensvatbaar, multi-etnisch Kosovo. Het hoofd van EULEX, Yves de Kermabon, gaf samen met zijn staf een overzicht van de successen en problemen tot nu toe.

Vooral het Servische noorden van Kosovo is een gebied waar het nog onrustig is. De NAVO-commandant in dit gebied stelde zich terughoudend op: militair ingrijpen was al tijden niet nodig geweest. Lagendijk bezocht één van de grensovergangen waar EULEX nu onder moeilijke omstandigheden de douane heeft hervat. In Mitrovica, een stad die gesplitst is in een Albanees en een Servisch deel, luisterde Lagendijk naar vertegenwoordigers van organisaties die de etnische verdeling willen overbruggen. Terwijl de Albanese activisten redelijk hoopvol waren over de toekomst met EULEX, moesten de Serviërs nog zien of er iets zou veranderen.