Terwijl de kandidaat-lidstaten allerlei financiële offers brengen om te kunnen voldoen aan de Europese regelgeving, moeten ze, volgens berekening van de Europese Commissie vanaf dag één het volle pond aan de EU afdragen. Daarmee worden ze in 2004 netto-betalers van de EU. GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg is verbijsterd.

De Europese Commissie heeft berekend dat ten minste vier landen netto-betaler dreigen te worden bij toetreding in 2004. Compensatie, zoals bij eerdere nieuwe toetreders als Spanje en Portugal, is nu niet het geval.

Slecht af

In totaal zullen zes landen in 2004 financieel slechter af zijn dan in het jaar vóór hun toetreden. Naast het relatief rijke Cyprus, geldt dit ook voor de armere kandidaat-lidstaten Hongarije, Tsjechië, Malta, Slovenië en Slowakije. In deze landen ligt de welvaart nog ver onder het EU-gemiddelde. "De obsessie van de huidige lidstaten om de uitbreiding op een koopje te realiseren heeft een cynisch hoogtepunt bereikt. Stabiliteit en duurzame welvaart in Midden-Europa vraagt ook van onze kant de bereidheid tot serieuze en geloofwaardige investeringen”, aldus Buitenweg die lid is van de begrotingscommissie van het Europees Parlement.

Gat dichten

De geldstroom uit Brussel voor de nieuwe lidstaten zal de eerste jaren beperkt zijn, aangezien het tijd kost om projecten concreet op de rails te zetten. Buitenweg: “Vanuit een technisch boekhoudkundig oogpunt is het weliswaar te verklaren waarom de inkomsten van de kandidaat-lidstaten in 2004 zo laag zijn, maar het toont een gebrek aan solidariteit en politieke visie dat niet getracht wordt het gat te dichten." Buitenweg stelt voor om aanvragen voor subsidies voor structuurmaatregelen en plattelandsontwikkeling, een grote post voor de kandidaat-lidstaten, al in 2003 te behandelen, zodat op 1 januari 2004 ‘de spade de grond in kan’. Dit vereist echter wel een grotere capaciteit van de Europese Commissie.

Meer menskracht

De Europese Commissie heeft al vaker aangegeven meer menskracht nodig te hebben om de uitbreiding goed te laten verlopen. Buitenweg vindt het onverantwoord dat de Raad van Ministers, de ministers van de EU-lidstaten, en helaas zelfs de meerderheid van het Europees Parlement dit verzoek niet serieus neemt. “De huidige netto-betalers, waaronder Nederland, hebben er op korte termijn baat bij als het geld op de EU-begroting niet wordt uitgegeven”, redeneert Buitenweg, “omdat het dan terugvloeit naar de lidstaten die het meest hebben betaald aan de Europese Unie, die netto-betalers dus. Probleem is echter dat verwachtingen worden gewekt en beloften worden gedaan die in de praktijk niet kunnen worden nagekomen. De Europese overheid betoont zich zo onbetrouwbaar.”

Nationalisten en populisten

Buitenweg is bang dat de cijfers van de Europese Commissie koren op de molen is van anti-Europese nationalisten en populisten. "De schraperigheid van de huidige EU-landen kan ons nog duur komen te staan. De regeringen van de kandidaat-lidstaten, die er op vertrouwden dat de EU bijdraagt aan verkleining van de welvaartskloof tussen oude en nieuwe lidstaten, staan in hun hemd." Volgend jaar houden de meeste kandidaat-lidstaten een referendum over het toetredingsverdrag met de EU. De kans groeit dat de inwoners van de kandidaat-lidstaten, na tien jaar offers te hebben gebracht voor de 'terugkeer naar Europa', het EU-lidmaatschap alsnog wegstemmen. "Wie weet wat ons dan nog te wachten staat."