Hoe staat het in de twaalf kandidaat-lidstaten op het gebied van milieu, mensenrechten, werkgelegenheid, begrotingspolitiek enzovoorts? In het Europees Parlement zijn vandaag de rapporten aangenomen die de prestaties en problemen van elke toekomstige lidstaat op een rijtje zetten. Een tussenstand.

De kandidaat-lidstaten moeten tijdens de onderhandelingen laten zien dat zij aan de politieke en economische voorwaarden voldoen. Daarnaast moeten zij stap voor stap de Europese wetgeving op terreinen zoals milieu, belastingen, consumentenbescherming, asiel en migratie overnemen. De onderhandelingen voor toetreding worden door ambtenaren van de ministeries van buitenlandse zaken van de uitbreidingslanden en de huidige EU-lidstaten gevoerd. De Europese Commissie doet het werk eromheen, zoals het formuleren van de onderhandelingsposities en het schrijven van een jaarlijkse evaluatie. Het Europees Parlement mag op deze rapporten reageren met eigen aanbevelingen – en dit is vandaag gebeurd.

De koplopers

Cyprus, Hongarije en Slovenië zijn op dit moment de koplopers in het onderhandelingsproces. Zij hebben de meeste hoofdstukken gesloten, dat wil zeggen, dat zij met de Europese Unie overeenstemming hebben bereikt over de overname van de Europese wetgeving op ongeveer twintig beleidsterreinen, waaronder milieu en het vrije verkeer van werknemers en van kapitaal. Punten die uitonderhandeld moeten worden, zijn wanneer een bepaalde wet in werking treedt, welke uitzonderingen zijn toegestaan, hoe de omzetting wordt gefinancierd en hoe de uitvoering van de wetten wordt gecontroleerd.

De hekkensluiter

De politieke en sociaal-economische situatie in de kandidaat-lidstaten wordt jaarlijks opnieuw bekeken. Dit jaar was de inschatting van het Parlement in zijn algemeenheid positief. Zelfs Roemenië, hekkensluiter van de twaalf, kwam er redelijk goed van af. De rechten van het kind zijn een heikel punt bij de onderhandelingen met Roemenië. Chaotische toestanden in kindertehuizen, beelden die wij van televisie kennen, blijken nog steeds kenmerkend te zijn voor de leefomstandigheden van vele kinderen in Roemenië die niet bij hun familie opgroeien.

Nadat de rapporteur van het Parlement haar kritische ontwerp-rapport aan de regering had voorgelegd, heeft de Roemeense regering een aantal hervormingen voorgesteld.

Nu maar hopen dat er daden volgen.

Ook op andere terreinen, zoals corruptiebestrijding, de rechten van minderheden en onafhankelijkheid van de media moet er nog veel gebeuren, wil Roemenië voldoen aan de toetredingscriteria. Op initiatief van de Groene fractie/EVA eist het rapport ook een betere bescherming van het milieu. Tientallen industrieterreinen in Roemenië zijn extreem gevaarlijk omdat zij met verouderde technologieën werken en chemisch afval gewoon dumpen.

De grootste

Polen is qua inwonertal, bijna 40 miljoen, de grootste kandidaat-lidstaat en dus een belangrijke toekomstige speler op Europees toneel. Polen laat ook in de onderhandelingen al van zich horen door uitgesproken posities in te nemen. Zo vroeg de regering voor het inwerkingtreden van het vrije verkeer van kapitaal, dus de mogelijkheid voor buitenlanders om bijvoorbeeld huizen of (landbouw)grond te kopen, een uitstel van 16 jaar.

Landbouw

De Polen vrezen dat de relatief rijkere boeren uit het Westen de kleine Poolse boeren in eigen land zouden wegconcurreren. Het Europees Parlement steunt de Poolse regering in het streven om Poolse boeren (en boeren in andere toekomstige lidstaten) vanaf toetreding te laten meeprofiteren van de Europese landbouwsubsidies. De onzekerheid rond de hervorming van het landbouwbeleid en de gelijke behandeling van boeren in huidige en toekomstige lidstaten is een gevoelig punt in de onderhandelingen. De Groene fractie/EVA wil dat de directe betalingen waarvoor tegenwoordig slechts grote boerderijen in aanmerking komen, worden afgeschaft. In plaats daarvan moeten arme boeren worden gesteund en moet duurzame landbouw worden bevorderd. Voorlopig wil de EU hier nog niets over beslissen.

Structuurfondsen

Dit geldt ook voor de toekomstige verdeling van de structuurfondsen, de financiële bijdrage van de Europese Unie aan achterliggende gebieden. De Oost-europese landen hopen dat zij straks een groot gedeelte van dit geld zullen ontvangen omdat zij veel meer arme regio´s hebben dan de huidige lidstaten. Maar de onderwerpen die grote financiële gevolgen voor de Unie hebben staan pas aan het eind van de onderhandelingen op de agenda.

Deze strategie lijkt erop gericht de kandidaat-lidstaten op het laatste moment met de moeilijkste beslissingen te confronteren. Dringend nodige hervormingen in de EU zelf worden op de lange baan geschoven. Voor de Groene fractie/EVA is dit niet acceptabel. Op deze manier mist de EU de kans om van de dynamiek van het uitbreidingsproces gebruik te maken en een beter landbouw- en regionaal beleid te ontwikkelen. Bovendien hebben de Oost-europese landen nu steun nodig om de economische en sociale kloof tussen hen en de EU-lidstaten te dichten. Een dergelijk duidelijk signaal van de EU zou ook de publieke opinie in de uitbreidingslanden ten goede komen – alsmaar meer Oost-Europeanen beginnen zich af te vragen welk nut de toetreding eigenlijk heeft.

Zie ook: dossier uitbreiding