Tien jaar na de val van Srebrenica organiseert de Tweede Kamer een herdenking en een fototentoonstelling. Farah Karimi nam daarvoor het initiatief en hield daarbij deze toespraak.

Herdenking 10 jaar val Srebrenica

“Schoonheid is hier ver te zoeken. De naam Srebrenica heeft een aura, de klank van onvatbaar drama, en daarom zoeken mijn ogen onwillekeurig naar een tegenwicht, iets dat misschien de poëzie van het verzet of de onverwoestbaarheid van het geloof in de goede afloop heeft vastgehouden. Iets dat aangenaam is om naar te kijken, tenminste, al is het maar voor even. Maar de kleuren op het door de internationale gemeenschap geschonken speelplaatsje zijn verbleekt, en over de imposante berghellingen sluipen wolven en slechte herinneringen. Een kunstparkiet in een vogelkooi schommelt ondersteboven aan zijn steel. Srebrenica is een gemutileerd fabrieksstadje, meer niet, onaanzienlijk en alledaags zoals veel plaatsen waar mensen iets hebben gedaan wat de verbeelding tart.
De enige mooie plek is het kerkhof. Het ligt in het aangrenzende dorp Potocari, precies op de plek waar op die schroeiende zomerdag in 1995 de mannen van de vrouwen en kinderen werden gescheiden.”

Zo beschreef Chris Keulemans Srebrenica in zijn reisverslag van vorig jaar.

Welkom dames & heren bij deze bijzondere bijeenkomst. Ieder jaar wordt de val van Srebrenica herdacht. Natuurlijk in Srebrenica zelf, maar ook hier in Den Haag en in tal van andere steden in de wereld. De herdenking dit jaar is speciaal.
Wat niemand voor mogelijk hield, oorlog op het Europese continent, gebeurde toch. Ruim tien jaar geleden woedde er een oorlog in het voormalige Joegoslavië. Er zijn vele gruwelijke misdaden gepleegd in de verschillende oorlogen in de regio. Het trieste dieptepunt is wel de massamoord op de mannen en jongens van Srebrenica, nu tien jaar geleden. Voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog was de wereld getuige van een massamoord in Europa. Een gruweldaad die de internationale gemeenschap niet wist te voorkomen. Ook de aanwezigheid van Nederlandse troepen veranderde er niets aan.

Ik begon mijn verhaal met een beschrijving van Srebrenica. Een plaats die wordt geassocieerd met triestheid en ellende. Vandaag de dag is er in Srebrenica nog steeds te weinig perspectief, te weinig hoop. Dat maakt het helen van de wonden alleen maar moeilijker. Verschillende elementen spelen daarbij een rol. Ik wil 4 dringende problemen noemen die moeten worden opgelost:

1. De erkenning. Nog steeds wordt het drama nog niet door alle partijen erkend. De ministerraad van Servië en Montenegro veroordeelde de moord op de Bosnische moslims onlangs. Die moedige stap heeft geen navolging gehad in het Servische Parlement. Servische ultranationalisten wisten het parlement ervan te weerhouden een soortgelijke veroordeling uit te spreken. Terwijl onlangs een video verscheen waarop een moordpartij is vastgelegd. Die video opende de ogen een beetje. Op straat in Servië spreekt men schande van de moordpartij. Laten we hopen dat dit het begin is van een proces waarin de Servische bevolking haar eigen geschiedenis onder ogen kan zien. De erkenning van de gruweldaden is van groot belang om met het verleden in het reine te komen. Voor nabestaanden én verantwoordelijken. Zonder erkenning geen rust.

2. Straffeloosheid. Nog steeds lopen de hoofdverantwoordelijken van de massamoord vrij rond. Karadzic en Mladic zijn nog steeds niet gepakt. Dit zijn oorlogsmisdadigers die niet zelden als volkshelden worden vereerd. Zij zijn de hoofdschuldigen en zij mogen hun rechtvaardige straf niet ontlopen. Zolang de straffeloosheid voortduurt, kennen de slachtoffers geen rust.

3. De trage identificatie. Tien jaar na dato wachten vele nabestaanden nog steeds op duidelijkheid over het lot van hun dierbaren. Hun ouders, kinderen en geliefden zijn nog ‘vermist’. Het is onduidelijk waar zij zich bevinden. Dat is een metafoor voor een gruwelijke dood. Het leed gaat tot op de dag van vandaag door. Het leed gaat tot op de dag van vandaag door. Gisteren hoorde ik dat er een nieuw massagraf gevonden was met meer dan 240 lijken. Het was al het derde massagraf deze maand.
De autoriteiten zouden zich moeten inspannen voor een snellere identificatie. Een geïdentificeerd lichaam, even concreet als luguber, helpt de nabestaanden vooruit. Moet de internationale gemeenschap, moet Nederland zich hier niet actiever voor inzetten? Identificatie is kostbaar en tijdrovend. Maar Nederland heeft de expertise. Die is laatst nog ingezet bij de nasleep van de Tsunami. Zonder lichaam is het moeilijk om het verlies te verwerken. Zonder duidelijkheid geen rust.

4. De vluchtelingen. De gevluchte moslimbewoners keren maar mondjesmaat terug naar Srebrenica. De meesten durven nog niet terug en verblijven nog steeds in vluchtelingenkampen in de heuvels rondom Tuzla. Ze houden zich in leven door bijvoorbeeld steenkool te verzamelen. De autoriteiten doen weinig om hen te laten terugkeren. Er is bijna geen werk en de veiligheid is niet gegarandeerd. Verreweg de meeste vluchtelingen zijn vrouw. Hun mannen en zonen zijn in 1995 vermoord. Zij willen wel terug maar durven vaak niet. Maar zonder huis hebben zij geen rust.
En ook hier weer de vraag: wordt er wel genoeg gedaan? Kan er niet een schepje bovenop? We mogen niet verzuimen te helpen omdat we bang zijn daarmee de schuld op ons te nemen. Die tijd is geweest. De overlevenden willen vooruit. Daarvoor is actievere steun bij de terugkeer nodig. En meer daadkracht in Srebrenica zelf. Zodat huizen en scholen weer worden opgebouwd. Zodat er weer een middenstand ontstaat, de industrie weer wat opkrabbelt en de boeren weer kunnen oogsten.

Dames en heren, Srebrenica blijft voor altijd een onlosmakelijk deel van onze geschiedenis. Het eigen onderzoek van de Kamer (enquêtecommissie Bakker) stelde vast dat er sprake was van internationaal en nationaal falen. De commissie stelde ook dat de soldaten van Dutchbat naar eer en geweten hebben gehandeld in extreme omstandigheden waarbij de internationale gemeenschap het liet afweten.
Op 16 april 2002 nam Nederland haar verantwoordelijkheid. Oud-premier Kok leest een verklaring voor waarin hij het volgende zegt: “De val van de enclave Srebrenica en de moordpartijen die daarop volgden, vormen een dramatische gebeurtenis in de wereldgeschiedenis, in de geschiedenis van de Balkan en in onze nationale geschiedenis. In de allereerste plaats voor de vele slachtoffers en hun nabestaanden en het onbeschrijfelijke leed dat zovelen heeft getroffen. Hun trauma’s en de pijn van het gemis van dierbaren zullen nog lang, heel lang in alle scherpte voelbaar blijven. Het zijn zwarte bladzijden in een boek dat in zekere zin nooit dichtgaat.”

De Tweede Kamer is zich ook bewust van haar rol. Daarom willen wij ook herdenken. Deze gebeurtenis heeft zo dichtbij en relatief kort geleden plaatsgevonden. Dat mogen wij niet vergeten. Dat is ook herdenken…niet vergeten. Door te herdenken wordt je keer op keer geconfronteerd met vragen. Vragen die keer op keer gesteld moeten blijven worden. Hoe pijnlijk ook. Zodat de internationale gemeenschap de volgende keer wel ingrijpt.

Voor de slachtoffers in Srebrenica is dat te laat. Maar Srebrenica laat Nederland niet los, en Nederland mag Srebrenica niet los laten.
Tarik Samarah heeft het drama in Srebrenica op indringende wijze vastgelegd. Toch laten die foto’s slechts een fractie zien van het aangedane leed. Meer dan 8000 mannen en jongens zijn in een paar dagen vermoord. Dat gaat nog steeds elk voorstellingsvermogen te boven. Ik vraag u om enkele ogenblikken stilte voor hen …

Farah Karimi