Vandaag is het 154 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft in het Koninkrijk der Nederlanden. Het is een dag om te vieren en om te bezinnen.
Door: Simion Blom (GroenLinks Amsterdam)
Vandaag is het 154 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft in het Koninkrijk der Nederlanden. Het is een dag om te vieren en om te bezinnen.
Door: Simion Blom (GroenLinks Amsterdam)
Het trans-Atlantisch slavernijverleden is een belangrijke pijler van de huidige Nederlandse samenleving. Het is de andere, onderbelichte zijde van onze geschiedenis. Een geschiedenis die zich kenmerkt door ongebreideld vergaarde rijkdom. En een geschiedenis die onmetelijk leed heeft berokkend aan miljoenen mensen. De effecten ervan zijn nog altijd merkbaar, denk alleen maar aan het hedendaags, lastig te bestrijden, racisme.
Sinds enige tijd wordt jaarlijks op 1 juli de slavernij herdacht én de formele afschaffing daarvan in Nederland (1863) gevierd: Keti Koti.
Meer kennis van het slavernijverleden leidt tot een beter begrip van de rol die het nog altijd speelt in onze samenleving. Dit draagt bij aan de strijd tegen hedendaags racisme, discriminatie en raciale ongelijkheid. In onze maatschappij zijn nog steeds beelden en ideeën dominant over mensen met een Afrikaans uiterlijk. Veel van deze racistische ideeën hebben een koloniale oorsprong.
Het is in het belang van onze samenleving, voor zwart en wit, dat ongelijkheden worden teruggedrongen. Dat is een kwestie van sociale rechtvaardigheid, maar zeker niet op de laatste plaats, een kwestie van maatschappelijke cohesie en orde.
In Nederland lijkt een kentering te ontstaan voor een meer open beleving van onze slavernijgeschiedenis. Dat is een positieve ontwikkeling en een kwestie van respect en volwassenheid als samenleving. Investeren in het openlijk benaderen van de geschiedenis werkt door op de Nederlandse identiteit en is tevens een investering in de waardigheid van onze natie.
Blijven investeren in meer aandacht voor dit verleden is een manier om te komen tot gerechtigheid en erkenning, juist vanwege het feit dat de gelijkwaardige positie en behandeling van mensen nog niet vanzelfsprekend is. Meer kennis draagt bij aan een trotse, volwassen, zelfbewuste en verzoenende samenleving. Een samenleving waarin vrijheid, solidariteit en gelijkwaardige behandeling nog meer tot de kern van onze samenleving gaan behoren.