De Europese landbouw is ziek, maar de Europese Commissie beperkt zich bij haar gezondheidscontrole tot het plakken van pleisters. Een duurzame landbouw vereist verdergaande hervormingen, vinden Kathalijne Buitenweg en Niels van den Berge, beleidsmedewerker GroenLinks in het Europees Parlement. Afgelopen dinsdag presenteerde eurocommissaris Fischer Boel haar wijzigingsvoorstellen voor het Europese landbouwbeleid, de zogenaamde gezondheidscontrole. Hervorming is hard nodig, want de landbouw is ziek. Subsidies worden toegekend op basis van productieniveaus uit het verleden. Een graanboer die jaren geleden in het oude subsidiestelsel, meer produceerde dan zijn buurman, wordt daar nu nog steeds voor beloond met meer inkomenssteun.

Dit subsidiebeleid biedt onvoldoende prikkels voor boeren om milieuvriendelijker te gaan produceren. Om minder bestrijdingsmiddelen te gebruiken of te kiezen voor biologische teelt. Dat moet snel anders. De voorstellen van de Europese Commissie beperken zich helaas tot het opmeten van de koorts en het plakken van pleisters. Het leeuwendeel van de bestaande inkomenssteun blijft onaangeroerd.

De landbouw moet veel beter inspelen op de uitdagingen van de 21e eeuw. De veehouderij bijvoorbeeld veroorzaakt bijna een vijfde van de klimaatverandering. Om één kilo biefstuk te produceren is zestienduizend liter water nodig. En terwijl de graanopbrengst vorig jaar een recordhoogte bereikte, namen de voedseltekorten wereldwijd toe. Hoe dat komt? Minder dan de helft van het graan kwam ook echt op de borden van mensen terecht. De rest verdwijnt bijvoorbeeld als biobrandstof in de tank van auto´s. Nog eens zeven keer zoveel wordt gebruikt om dieren in de veehouderij te voeren. De landbouwsector kan en moet beter met natuurlijke hulpbronnen omgaan, meer mensen voeden met minder energie, water en gif. Maar ook als consumenten hebben we de verantwoordelijkheid om onze consumptiepatronen tegen het licht te houden. Minder vlees eten bijvoorbeeld, is een manier om iets te doen aan klimaatverandering, watertekorten en honger in de wereld.

De Commissie zet wel een stapje in de juiste richting, door een gedeelte van het budget voor inkomenssteun te verschoven naar plattelandsontwikkeling, maar deze verschuiving zou veel forser moeten zijn. Plattelandsontwikkeling biedt Europa en de lidstaten meer instrumenten om investeringen in duurzaamheid gericht te stimuleren. De vleesconsumptie, die gepaard gaat met veel dierenleed in de bio-industrie, blijft in de Commissievoorstellen ten onrechte buiten schot.

Het is belangrijk dat boeren in de toekomst niet meer beloond worden voor opbrengsten uit het verleden, maar voor de prestaties die ze leveren op het gebied van milieu en dierenwelzijn. De boeren die hierin voorop lopen, verdienen een steun in de rug. Juist de boeren zelf hebben er belang bij als Europa stappen zet naar een gezonde landbouw, in plaats van te blijven hangen in het verleden.