Een grote meerderheid van de Tweede Kamer wil softdrugs legaliseren. Het CDA is tegen, omdat Nederland zich daarmee internationaal zou isoleren. “Wij moeten ons drugsbeleid afstemmen op de omringende landen”, zegt CDA-kamerlid Van Haersma Buma in deze krant (22 april). Dat is opzienbarend, als dit betekent dat het CDA geen inhoudelijke bezwaren heeft tegen het legaliseren van softdrugs. Maar het gaat voorbij aan het feit dat de meeste EU-landen in wetgeving of praktijk het gebruik van cannabis allang door de vingers zien.

Nederland is geen koploper meer. De internationale steun voor de zero tolerance aanpak neemt juist af. Nederland moet zijn voortrekkersrol weer oppakken en een internationale coalitie voor legalisering van softdrugs smeden nu het ijzer heet is.

Het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving in Lissabon constateert een Europese trend om gebruikers van softdrugs met rust te laten. Landen gaan tot zo´n aanpak over om gebruikers waar nodig beter te kunnen begeleiden en om politie- en justitiecapaciteit vrij te maken voor ernstiger zaken. Een paar voorbeelden.

In België wordt een dezer dagen een wet van kracht waardoor het bezit van cannabis voor persoonlijk gebruik niet langer vervolgd zal worden. Luxemburg pakt sinds april 2001 alleen nog problematisch cannabisgebruik aan. Portugal heeft aankoop en bezit voor persoonlijk gebruik van alle drugs uit het strafrecht gehaald. De regering van het Verenigd Koninkrijk besloot onlangs om cannabis in een lichtere klasse van de opiumwet in te delen. Dat betekent dat de kans dat je wordt opgepakt voor het gebruiken van cannabis heel klein wordt. Al sinds vorig jaar laat de politie in het Londense district Brixton, met instemming van de regering, rokers van een joint met rust.

Ook in landen buiten de EU staat het decriminaliseren van softdrugs op de politieke agenda. Het Zwitserse parlement stemt later dit voorjaar over een wetsvoorstel om het gebruik van cannabis te decriminaliseren. En de Canadese minister van Justitie kondigde eind vorig jaar aan dat het tijd wordt om het bezit van kleine hoeveelheden cannabis voor persoonlijk gebruik uit het wetboek van strafrecht te halen.

In het Europees Parlement groeit eveneens de kritiek op het blinde geloof in zero tolerance. Steeds meer mensen betwijfelen of die aanpak wel effectief is voor het beperken van gezondheidsrisico’s, het terugdringen van vraag en aanbod van drugs en het bestrijden van drugsgerelateerde criminaliteit. Met slechts één stem verschil verwierp het Europees Parlement op 10 april een door mij ingebracht voorstel om het effect van de repressieve aanpak grondig te evalueren en indien noodzakelijk de VN-drugsverdragen te wijzigen. Het CDA had in Brussel het verschil kunnen maken, maar de Nederlandse christen-democraten wilden van geen evaluatie weten. Dat is hun goed recht. Maar zoals uit de voorbeelden hierboven blijkt is angst voor een Europees isolement geen geldig argument.

De trend die het Europees Waarnemingscentrum constateert is een doorn in het oog van de voorvechters van zero tolerance, de Verenigde Staten voorop, en van de International Narcotics Control Board (INCB), de waakhond die toeziet op de naleving van de VN-drugsverdragen. Volgens hen is iedere alternatieve aanpak in strijd met de letter en de geest van deze conventies, en kan dat alleen maar leiden tot meer drugsgebruik, drugshandel en criminaliteit.

Naarmate de maatschappelijke en politieke kritiek toeneemt, proberen de hardliners steeds wanhopiger de eenheid te bewaren met retoriek en harde taal. Dit bleek ook tijdens de VN-ministersconferentie over drugs die vorige week in Wenen plaatsvond. Daar poogde men met verve de illusie levend te houden dat een harde aanpak zou leiden tot een drugsvrije wereld. In de slotverklaring stellen de ministers zeer bezorgd te zijn over maatregelen en activiteiten ten gunste van het legaliseren van drugs. Natuurlijk kun je uit deze expliciete vermelding concluderen dat er weerstand is tegen legalisering. Maar deze tekst toont ook aan dat de roep om legalisering steeds sterker wordt, niet meer te negeren is, en dat de internationale consensus over de war on drugs stevige barsten begint te vertonen. Juist nu moet Nederland gaan investeren in een sterke internationale coalitie voor legalisering van gebruik, verkoop en productie van softdrugs.