Na acht jaar neem Kamerlid Linda Voortman vandaag afscheid van de Tweede Kamer om namens GroenLinks wethouder te worden in haar woonplaats Utrecht.

Voortman streed in de Kamer tegen sociaal onrecht. Zo ging ze voorop in de strijd tegen bezuinigingen op het persoonsgebonden budget. Maar ze liet zich ook op andere terreinen vaak zien als een doortastend Kamerlid. Op Voortmans initiatief werd een wet aangenomen die mensen beter in staat stelt om thuis te kunnen werken.

De afgelopen periode onderhandelde ze over de Wet Open Overheid, die er toe moet leiden dat de overheidsinformatie veel eenvoudiger te raadplegen is dan nu en regelt dat het handelen van de overheid zoveel mogelijk in het openbaar gebeurt..

Eind april nog zette Voortman zich in tegen het kabinetsvoornemen om mensen met een arbeidsbeperking voortaan onder het minimumloon te laten werken. Ze deed dat op de voor haar kenmerkende wijze: met een inhoudelijk solide verhaal over eerlijk delen: door de werkgeverslasten iets te verhogen bleek een korting voor inkomens rond het minimumloon onnodig. Bovendien levert het voorstel van Voortman volgens het CPB 10 duizend extra banen op.

Toen ze het plan indiende, wist Voortman al dat ze haar voorstel zou gaan overdragen aan een collega omdat ze kandidaat-wethouder was in Utrecht. Daar krijgt ze een portefeuille waar de meeste GroenLinks-bestuurders jaloers op zullen zijn: naast werk en inkomen maakt ze zich onder meer sterk voor het diversiteitsbeleid binnen de gemeente en draagt ze samen met de burgemeester het anti-radicaliseringsprogramma ‘Utrecht zijn we samen’.