Voor iedere woning die verdwijnt uit het sociale huuraanbod moet een nieuwe in de plaats komen. Dat is de kern van een initiatiefwet die GroenLinks opstelde met de PvdA en de SP. Vandaag stuurden de linkse partijen het voorstel naar de Raad van State.

Er is iets geks aan de hand met de woningmarkt: er is een enorm tekort aan betaalbare huurwoningen en tegelijkertijd slinkt het aanbod. Woningen worden gesloopt, verplaatst naar de ‘vrije sector’ of opgekocht door vastgoedspeculanten. Tegelijkertijd moeten mensen gemiddeld ruim acht jaar wachten voor in aanmerking komen voor een sociale huurwoning.

 

‘Absurd,’ vindt Kamerlid Paul Smeulders. ‘Er wordt beleid gevoerd alsof we een overschot aan sociale huur hebben, terwijl mensen met een bescheiden inkomen zitten te springen om een fatsoenlijk dak boven hun hoofd. Omdat het alleen maar erger wordt, moeten we er nu maar via wetgeving voor zorgen dat het woningaanbod op peil blijft.’

 

Alleen voor regio’s met een forse bevolkingskrimp wordt een uitzondering gemaakt. ‘Je laat geen huizen bouwen waar ze niet nodig zijn. Dat is zonde. Maar in de meeste steden zitten mensen echt om huisvesting te springen. Met alle ellende van dien: huisjesmelkers en speculanten kopen de schaarse ruimte op en buiten de situatie uit. Rechtse partijen roepen dan iets over marktwerking. Maar GroenLinks wil een samenleving waarin iedereen profiteert van onze welvaart.’

 

Het steekt Smeulders dat de verschillen in Nederland alleen maar groter worden. ‘Ik ben naast woordvoerder wonen ook het GroenLinks-Kamerlid dat zich dagelijks bezighoudt met pensioenen en onze sociale zekerheid. De mensen die een wat kwetsbaarder positie in de samenleving hebben worden aan alle kanten gepakt: vaak beginnen ze eerder met werken en gaan ze later met pensioen. En dan kan deze groep ook nog eens met moeite een huis vinden. Dat is toch niet te verkopen?’

 

Het wetsvoorstel is in de afgelopen maanden voorgelegd aan belanghebbenden ter consultatie. Het wetsvoorstel wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Daarna zal de wet in de Tweede Kamer worden behandeld.