Maastricht viert vandaag de vijftiende verjaardag van het Verdrag van Maastricht. Dat verdrag zette de stad Maastricht op de kaart, maar bracht Europa van de kaart, betoogt Kathalijne Buitenweg.

Een economische, een monetaire en een politieke unie voor Europa. Daarover gingen de onderhandelingen in de aanloop naar het Verdrag van Maastricht. In het uiteindelijke verdrag kwam de economische en monetaire integratie beter uit de verf dan de politieke. ‘Maastricht’ legde de basis voor een gemeenschappelijke Europese munt, die later euro genoemd werd. Dat was een reuzenstap. Op het terrein van de ‘hogere politiek’, waaronder het buitenlands beleid, werden slechts kleine stapjes vooruit gezet. Hier hielden de Europese landen angstvallig aan hun soevereiniteit vast. Mede daardoor stond een verdeeld Europa jarenlang machteloos tegenover de burgeroorlog in het uiteenvallende Joegoslavië.

Dat Europa veel harder liep met haar monetaire poot dan met haar politieke poot moest wel tot struikelpartijen leiden, zo meenden progressieve critici van het Verdrag van Maastricht, waaronder GroenLinks. De voorstanders betoogden dat de muntunie juist een opstapje was naar een toekomstige politieke unie. Wie heeft er gelijk gekregen?

De euro is een harde munt geworden, sterker dan de dollar. Zij heeft de deelnemende landen beschermd tegen het geweld van financiële markten. Voor consumenten en ondernemers is het veel makkelijker geworden om over de grens te kopen en te verkopen.

Toch is de euro niet populair. De meeste landen hielden geen referendum over hun deelname aan de muntunie. Toen de nationale munten in 2002 werden ingewisseld voor de euro, ervoeren veel burgers dat als een Europees dictaat. ‘Europa’ werd de zondebok voor zowel de prijsopdrijving door middenstanders als de gevoelsinflatie.

Daarbij kwam het geruzie over het Stabiliteitspact voor de euro. Met veel powerplay ontliepen Frankrijk en Duitsland in 2003 bestraffing voor hun hoge begrotingstekorten. Zij profiteerden van een weeffout in het Verdrag van Maastricht, die het gebrek aan politiek unie pijnlijk illustreert. Omdat de EU-landen de Brusselse instellingen geen zeggenschap wilden geven over hun begrotingsbeleid, kregen de ministers van Financiën van de eurolanden de taak om elkaars begrotingsdiscipline te beoordelen. Uiteraard stellen deze ministers zich soepel op als er een kans is dat zijzelf van rechter in beklaagde veranderen. Het Stabiliteitspact, dat rigide begrotingsregels paarde aan een gammele toezichtprocedure, moest wel bezwijken.

Maar ondertussen was de indruk gewekt, vooral in Nederland, dat de Europese regels alleen voor kleinere lidstaten gelden, niet voor de grote. Wat is dan de zin van een Europese Grondwet, zo vroegen velen zich af bij het referendum twee jaar later.

Mijn conclusie is dat de euro tot nu toe eerder een rem dan een motor voor de Europese eenwording is geweest. Niet dat ik fijn vindt om, vijftien jaar na dato, de critici van weleer gelijk te geven. Want de meeste groene partijen in Europa, ook GroenLinks, hebben inmiddels meer waardering gekregen voor de Europese Unie. Dat is óók te danken aan ‘Maastricht’. Het verdrag schiep meer ruimte voor grensoverschrijdend milieubeleid. Daarbij kreeg het Europees Parlement een beslissende stem. Het parlement dwong vaak betere milieuwetten af dan de nationale regeringen hadden gewild. De groene afgevaardigden slaagden erin een aanjagersrol te vervullen. Natuurlijk is het milieuverbruik in Europa nog veel te groot, maar tal van Europese milieuwetten zijn in mondiaal opzicht uniek.

Bij de aanpak van klimaatverandering verwachten veel burgers een voortrekkersrol van Europa. Dat geldt ook voor onderwerpen als buitenlandse politiek en dierenwelzijn. Meer marktwerking, daarentegen, kan op weinig steun rekenen. Europa moet haar prioriteiten herschikken. Dat dient tot uiting komen in een nieuw verdrag. Zo’n verdrag moet tevens de breuk markeren met het Europa van de voldongen feiten. De democratische rechten van burgers moeten worden versterkt, bijvoorbeeld door de invoering van Europawijde referenda. Tot slot moet het verdrag verzekeren dat de lidstaten, klein én groot, hun Europese afspraken nakomen. Bij het verminderen van begrotingstekorten, maar ook van vervuilende uitstoot. Dat zijn voor mij de lessen van ‘Maastricht’.