Twee jaar geleden verging de olietanker Erika voor de Franse kust. Een ecologische ramp. GroenLinks Europarlementariër Theo Bouwman is inmiddels twee jaar met de nieuwe zeewetgeving bezig. Vorige week heeft het Europees Parlement – in eerste lezing – haar standpunt bepaald en enkele knopen doorgehakt.

Vorig jaar zijn al een groot aantal richtlijnen aangenomen die de risico's van ongelukken op zee moet verkleinen en vervuiling moet voorkomen. Vandaag is een tweede set van maatregelen aangenomen. Het zogenaamde ‘Erika-II-pakket’ bevat drie voorstellen. Ten eerste een richtlijn voor een monitoring-, controle- en informatiesysteem van het zeeverkeer, waaronder een black-box voor de scheepvaart. Ten tweede moet er een Europees fonds komen die compenseert bij schade als gevolg van olievervuiling. Tenslotte is gepleit voor de oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart.

De black-box

Schepen moeten worden uitgerust met een transpondersysteem zodat zij automatisch geïdentificeerd en door de kustwacht gemonitored kunnen worden. Schepen die havens binnen de Europese Unie aandoen, zijn verplicht zo’n black-box te gebruiken. Gegevensuitwisseling over gevaarlijke en vervuilende stoffen moet via die verplichte black-box overzichtelijker en eenvoudiger worden.

Daarnaast zullen schepen bij uitzonderlijk slechte weersomstandigheden verboden worden uit te varen. Er komt een meldingplicht voor gevaarlijke of vervuilende stoffen (ook stookolie) aan de havenmeester. Dit deel van het dossier wordt parlementair breed gedragen, zo ook door de Groenen.

Het fonds

Op mondiaal niveau is er een fonds waaruit geput kan worden bij rampen in de scheepvaart. Het zogenaamde IOPC (International Oil Pollution Compendsation Fund). Het plafond van het IOPC is echter ‘slecht’ tweehonderd miljoen euro. Bij grotere rampen is dit bedrag niet toereikend. De ramp met de Erika bijvoorbeeld heeft voor, voorzover in geld uit te drukken, ongeveer 300 miljoen euro aan schade veroorzaakt. Het Europese fonds krijgt een plafond van één miljard euro.

Het voorstel was om Europese olie-afnemers, die meer dan 150.000 ton ruwe olie en/of zware stookolie afnemen, dit fonds te laten financieren. Theo Bouwman, die namens de Groenen/EVA fractie sprak, wilde echter verder gaan dan deze relatief kleine groep binnen de zeevaart. “Bij hantering van het “vervuiler betaalt”-principe, betekent dat dat alle betrokkenen financieel moeten bijdragen aan het fonds. Naast reders moeten dan ook scheepseigenaren en verladers hun deel bijdragen,” aldus Bouwman.

Zo zou iedereen die betrokken is bij het transport van olie een financiële bijdrage moeten leveren. Met name scheepseigenaren, die de eerste verantwoordelijken zijn voor de toestand van hun vaartuigen, zouden medeaansprakelijk moeten zijn. Bouwman legt het beheer van het fonds bij de Commissie echter met een aanvulling vanuit milieuorganisaties en lokale autoriteiten. Bouwman: “Regionale betrokkenheid en expertise is van groot belang bij de vasstelling van schade en druk op uitkering van schadeloosstelling”

Het agentschap

Het Agentschap zou de nationale scheepvaartautoriteiten moeten ondersteunen. Een deel van het Europees Parlement vreest dan ook voor een nieuwe Europese bureaucratische instantie die de bestaande structuren in de weg zou gaan staan. Bouwman: “Wij delen die mening niet. Het is absoluut noodzakelijk om, net zoals in de luchtvaart en bij voedselveiligheid, een gemeenschappelijk agentschap te hebben.”.

Het Europese Agentschap moet ‘op de werkvloer’ de havenstaat controleren, gegevens over de veiligheid op zee verzamelen, inclusief zwarte lijst van ondeugdelijke schepen kan opstellen en een Europese databank onderhouden. Tenslotte moet het agentschap classificatiebureaus beoordelen en onderzoek plegen na een scheepvaartongeluk.

Zie ook: 'Rapport Bouwman met algemene stemmen aangenomen'(11 september 2000)