Het bericht van de uitzending van 350 militairen naar Macedonië kwam precies op het moment dat Nederland bezig was met het verwerken van harde conclusies over de rol van de Nederlandse troepen in Srebrenica. Zonder deze gelijktijdigheid had het feit dat Nederland de leiding neemt van de NAVO-operatie Amber Fox waarschijnlijk nog minder aandacht getrokken. De missie ter bescherming van internationale waarnemers, die op 26 juni officieel van start gaat, wordt algemeen als weinig gevaarlijk beschouwd. Maar de situatie in Macedonië is nog steeds gespannen. Het is onzeker of dit veelgeprezen succesverhaal van Europese conflictpreventie wel stand zal houden in de aanloop naar de verkiezingen in september.

Afgelopen zomer hebben de Albanese en Macedonische leiders na een kort gewapend conflict het akkoord van Ohrid ondertekend. Deze overeenkomst voorzag in ontwapening van de rebellen en meer rechten voor het Albanese bevolkingsdeel, zoals Albanees als officiële tweede taal, meer onderwijs in het Albanees en een betere vertegenwoordiging van Albanezen in het lokale bestuur en bij politie en justitie. De shuttle-diplomatie van EU-buitenlandcoördinator Solana en het vaak benadrukte perspectief op EU-lidmaatschap waren de sleutel voor deze doorbraak.

De Europese Unie en Nederland hebben veel belang bij het slagen van het democratiseringsproces in Macedonië. Brussel heeft vooral diplomatiek veel geïnvesteerd om het oplaaiende geweld in de kiem te smoren en een scenario als in Bosnië of Kosovo te voorkomen. Deze inzet is alom geprezen omdat de lidstaten elkaar deze keer niet voor de voeten hebben gelopen. Ze gaven Solana de ruimte om het gemeenschappelijke buitenlands beleid vorm te geven. Nederland is niet alleen door Amber Fox betrokken bij Macedonië, maar is ook één van de grootste bilaterale donoren. Bovendien heeft Nederland met haar voormalige Hoge Commissaris voor Minderheden Max van der Stoel de succesvolle Zuidoost-Europa Universiteit in Tetovo helpen opbouwen. Deze zeer moderne universiteit is de enige in het land waar hoger onderwijs in het Albanees, Engels en Macedonisch wordt gegeven. Den Haag hoopt dat de steun aan dit project bijdraagt tot verzoening tussen de twee bevolkingsgroepen.

De recente berichtgeving uit Skopje is echter niet hoopgevend. Hoewel de uitvoering van het Ohrid-akkoord goed verloopt, heeft 87 procent van de Macedoniërs geen of weinig vertrouwen dat dit akkoord duurzame vrede zal brengen. Volgens een onderzoek in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken hoopt 60 procent van de Albanezen dit wel, maar zegt bijna de helft van hen ook dat zij liever in een Groot-Albanië zou leven dan in een multicultureel Macedonië.

Dit leidt tot de vraag of de EU niet te optimistisch is geweest wat betreft haar vermogen op korte termijn verregaande concessies af te dwingen van de Macedonische regering. Bij gebrek aan onderling vertrouwen moest Brussel garant staan voor de goede bedoelingen van beide partijen. Ondertussen groeide de anti-westerse stemming onder de Macedoniërs. Volgens sommige waarnemers is de carrot-and-stick benadering van de EU – concessies in ruil voor uitzicht op EU-lidmaatschap – nu al uitgewerkt. Integratie in de EU is nog ver weg en een groot deel van de toegezegde hulp is uitgesteld omdat het Internationaal Monetair Fonds heeft besloten pas na de verkiezingen over een nieuw steunpakket te onderhandelen.

De EU moet haar beloftes nakomen wil zij greep houden op de ontwikkelingen in Macedonië. Bovendien moet zij er zorg voor dragen dat hulpfondsen hun bestemming inderdaad bereiken. Nederland heeft in september vorig jaar aangekondigd haar steun te verdubbelen als Macedonië vooruitgang boekt in de uitvoering van het Ohrid-akkoord en met name in de hervorming van het lokaal bestuur. De toekenning van de extra fondsen voor 2002 hangt af van een aantal wetswijzigingen die pas na de verkiezingen worden verwacht. Skopje zal de komkommertijd in de Nederlandse media wellicht niet weten te doorbreken, maar de weken tot de verkiezingsdag in september zullen cruciaal zijn voor de toekomst van Macedonië, de verdere betrokkenheid van Nederland en het succes van het Europese buitenlandse beleid.

Joost Lagendijk is lid van het Europees Parlement voor GroenLinks; hij is rapporteur voor het stabilisatie- en associatieproces op de Westelijke Balkan