Het Europees Parlement stemde vandaag over de richtlijn medezeggenschap werknemers in Europa. In een aantal landen, waaronder Nederland, is dit reeds goed geregeld, maar voor met name het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, België, Spanje, Portugal en Griekenland is verbetering hard nodig. Tegenstand tegen de regeling komt dan ook uit de conservatieve hoek van deze landen.

Als een besluit een nadelig effect heeft voor werknemers, zoals in het geval van massa-ontslagen of bedrijfssluitingen, moet de definitieve beslissing worden uitgesteld zodat verder overleg kan plaatsvinden om deze gevolgen te voorkomen of verzachten. Dat is een voorbeeld van de consequenties van de richtlijn. Werknemers moeten dus reeds in de planningsfase, nog voor besluiten genomen worden, geraadpleegd en geïnformeerd worden. De informatie moet alle relevante gegevens bevatten, waaronder details van de financiële situatie van het bedrijf en strategische plannen.

GroenLinks Europarlementariër Theo Bouwman heeft veel met ondernemings- en medezeggenschapsraden gewerkt en ook veel advieswerk op dit gebied gedaan. De noodzaak van een Europese richtlijn over informatie en consultatie werd ook bij recente reorganisaties bij Renault-Vilvoorde, Michelin, Marks and Spencer en Corus duidelijk. Bouwman: "Een regeling op Europees niveau is broodnodig. Bijvoorbeeld bij Corus, een staalbedrijf ontstaan uit een fusie tussen British Steel en de Hoogovens, zie je de schrijnende verschillen tussen informatie en raadpleging. Britse werknemers moeten via hun Nederlandse collegae op de hoogte worden gesteld van strategische plannen, organisatie veranderingen en werkgelegenheid."

Bouwman: "Een uitzondering op de toepassing van deze richtlijn geldt wanneer een onderneming zogenaamd in gevaar gebracht wordt. In Nederland, Duitsland en Oostenrijk heeft men goede ervaringen met het verstrekken van gevoelige informatie, ook al is er een geheimhoudingsplicht." Daar werknemers doorgaans ook het belang van de onderneming voor ogen hebben, hoeft men hoeft niet zo benauwd te zijn voor het doorgeven van gevoelige informatie, zo redeneert Bouwman. De Groenen/EVA-fractie heeft een amendement ingediend op dit punt, dat door het Europees Parlement helaas niet is aangenomen.

Een ander belangrijk punt van onenigheid waren sancties wanneer werkgevers de verplichtingen van de richtlijn niet zouden nakomen. Uiteindelijk zijn de sancties zwakker geworden dan de sociale commissie van het Europees Parlement, en ook Bouwman, voorstonden. Bouwman: "Toch ben ik blij dat deze richtlijn er eindelijk is. Juist met de internationalisering van de markt is het van belang dat voor werknemers in de hele Europese Unie bepaalde minimumrechten gelden. Ook op het gebied van informatie en consultatie."