Het bezuinigingsbeleid van Balkenende valt bij GroenLinks niet in goede aarde. Maar ook zonder die ingrepen voldoet de verzorgingsstaat niet meer aan de eisen van de tijd. Teveel mensen zitten werkeloos aan de kant. Een schets om deelname en kansen in de samenleving te vergroten.

Er is de afgelopen jaren enorm bezuinigd op het sociale beleid. Dat heeft geleid tot veel debatten en protesten. Wij hebben daar vaak aan meegedaan, want de regeringsmaatregelen treffen vooral de kwetsbaren en kansarmen. Maar ook de oude verzorgingsstaat schiet voor die mensen tekort. Teveel mensen zitten ongewenst gevangen in passiviteit en worden afgescheept met een beroerde uitkering. GroenLinks wil daarmee breken. We moeten mensen steunen en stimuleren om het beste uit zichzelf te halen en mee te kunnen doen. Daarvoor moet veel veranderen.

Er bestaan meer mogelijkheden dan óf het bezuinigingsbeleid van Balkenende óf niks doen. Beide opties zijn onwenselijk. Het bezuinigingsbeleid brengt veel mensen in de problemen en biedt geen enkel nieuw perspectief. Maar deze verzorgingsstaat is krachteloos geworden en vraagt om drastische modernisering. Er is te weinig solidariteit. Mensen die aan de kant staan, hebben te weinig kansen om mee te doen. Volgens minister De Geus hebben 2 miljoen kansarmen geen perspectief. Vrijheid is dus een schaars goed. Wij willen die mensen nieuwe kansen geven.

De huidige inkomensverdeling houdt teveel mensen gevangen in armoede en achterstand. Mensen met de laagste inkomens hebben het moeilijk in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het inkomen is te laag om fatsoenlijk van te leven. Een beschaafde samenleving kan dat niet toelaten. De laagste inkomens moeten daarom flink omhoog. Dan zijn de vele ingewikkelde inkomensafhankelijke regelingen niet meer nodig. De hogere inkomens en vermogens moeten daarvoor wat inleveren. Bijvoorbeeld door hun hypotheekrenteaftrek te beperken en door rijkere ouderen mee te laten betalen aan de AOW. Het zou ook goed zijn als langer werken aantrekkelijker wordt. Bij een flexibele AOW geldt: hoe langer je werkt, hoe hoger de uitkering. Dat is veel eerlijker dan het verhogen van de pensioenleeftijd: laagopgeleide werknemers beginnen vaak jong met werken en moeten dus ook jonger kunnen stoppen.

Onderwijs en arbeid zijn enorm belangrijk om mensen mee te laten doen en gelijke kansen te geven. De vuistregel is dat iedereen die kan werken ook binnen één jaar werkt. Wij bepleiten een gedeeltelijk basisinkomen voor werknemers en ondernemers. Zo wordt arbeid een stuk goedkoper voor de werkgever en de werknemer houdt er meer aan over. Zo komen er veel nieuwe banen, bijvoorbeeld in de persoonlijke dienstverlening. Mensen die toch geen baan vinden, krijgen een participatiecontract. Iemand zonder werk is verplicht te participeren en krijgt daarvoor het minimumloon. De overheid moet die participatie mogelijk maken, bijvoorbeeld via een banenpool of scholing. Dit vergroot de kansen om door te stromen naar beter betaalde banen.

We kunnen meer leren van Scandinavië. Zij combineren goede inkomensbescherming met een flexibele arbeidsmarkt en activerend arbeidsmarktbeleid. De huidige WW en het ontslagrecht benadelen jongeren, vrouwen en allochtonen. De WW gaat voor meer dan de helft naar mannen tussen 55 en 64 jaar. Het is eerlijker om mensen sneller recht te geven op een hogere uitkering, die korter duurt. Daarna volgt een participatiecontract of nieuwe baan. Een te rigide ontslagbescherming ontmoedigt werkgevers om ‘riskante’ werknemers aan te nemen. Flexwerkers vangen nu alle klappen op. En de ontslagpremie is 10 keer zo hoog voor iemand die 30 jaar werkt als voor iemand die 3 jaar werkt. Daardoor vliegen jongeren en herintreders er als eerste uit. Een soepeler ontslagrecht is goed voor outsiders en flexwerkers. Maar het gaat alleen door als werkgevers voldoende hebben geïnvesteerd in hun personeel.

De huidige samenleving biedt veel mogelijkheden en kan erg stimulerend zijn. Maar het moderne leven vergt ook veel van ieder van ons. Dat is alleen vol te houden wanneer we ook zorgen voor een ontspannen samenleving met tijd voor jezelf en voor elkaar. Met voor iedereen ruimte om werken, leren, zorgen en ontspannen op je eigen manier te combineren. Daarom moet bijvoorbeeld de kinderopvang een basisvoorziening worden, waar werkgevers verplicht aan meebetalen. Werknemers hebben recht op deeltijdwerk en op veel ruimer zorgverlof. Wanneer het kan, hebben ze ook recht op flexibele werktijden en thuiswerk. Alle werknemers moeten zeggenschap krijgen over de CAO’s die namens hen worden afgesloten. Zij bepalen wie er namens hen onderhandelt en of het resultaat voldoet. Zo krijgt de vakbeweging een sterkere onderhandelingspositie: zij spreken namens alle werknemers in de sector.

Met deze voorstellen willen wij mensen baas maken van hun eigen leven. We willen mensen vertrouwen geven, in een snel veranderende omgeving. In ruil mag flexibiliteit en openheid worden gevraagd. Mensen moeten vrij en geëmancipeerd kunnen leven. De eigen kracht van mensen is groot. Die kracht moeten we versterken. Waar die kracht nog onvoldoende is, moeten we mensen ondersteunen om sterker te worden. En niet afhankelijk maken of afschrijven.

Femke Halsema
Ineke van Gent
Fractievoorzitter en woordvoerder sociale zaken GroenLinks