Minister Donner waarschuwde vorige maand dat verwerping van de Europese Grondwet kan leiden tot oorlog in Europa. Dat was paniekzaaierij. Toch dient de Grondwet wel degelijk de vrede: zij stelt de landen van de Europese Unie in staat om samen meer werk te maken van het voorkomen van oorlog elders in de wereld. Het is ook hoog tijd dat de EU meer weerwerk gaat bieden aan de Amerikaanse oorlogspolitiek.

‘Nooit meer oorlog’ vormde een belangrijk motief voor de oprichters van de Europese Unie. Hun opzet is geslaagd: binnen de EU zijn steeds meer landen steeds beter gaan samenwerken, waardoor onderlinge oorlogen ondenkbaar zijn geworden. Maar in het voorkomen van oorlog buiten haar grenzen is de EU minder succesvol. Soms lukt het, zoals na 1999 op de Balkan, maar te vaak zijn de lidstaten nog verdeeld.

Bush heeft handig gebruik gemaakt van het gebrek aan Europese eendracht. In de aanloop naar de Irak-oorlog slaagde hij erin de EU-landen tegen elkaar uit te spelen. Hij spande een aantal landen, waaronder Nederland, voor zijn karretje. Landen die groot genoeg zijn om een serieuze bijdrage aan zijn oorlog te leveren, maar te klein om serieuze invloed te hebben op de strategie. In Europa hebben zowel tegen- als voorstanders van de Irak-oorlog er een nare smaak aan overgehouden.

Vandaar dat ze sindsdien opmerkelijk eenstemmig optreden. Bijvoorbeeld tijdens de crisis in Oekraïne. De EU nam het voortouw bij de internationale veroordeling van de frauduleuze presidents­verkiezingen én bij de bemiddelingspogingen die uiteindelijk tot een eerlijker stembus­gang leidden. Zelfs grote buur Rusland moest zich neerleggen bij de vreedzame machtswisseling.

De Grondwet stelt de EU in staat om deze ontluikende eensgezindheid verder te ontwikkelen. Zij verankert belangrijke beginselen, die sterk afwijken van de Amerikaanse veiligheidsdoctrine. Zo moet de EU de spelregels van de Verenigde Naties respecteren. Vreedzame middelen genieten de voorkeur boven militaire. De Grondwet bevordert ook de daadwerkelijke naleving van deze beginselen. Zij voert een Europese minister van Buitenlandse Zaken in, die de standpunten van de lidstaten coördineert en namens de EU mag spreken in de VN-Veiligheidsraad. De Europese minister vervangt niet de nationale ministers van Buitenlandse Zaken, maar deze zullen onder zijn invloed wel vaker met één mond spreken.

Een eensgezinder optreden is precies wat veel burgers verwachten van Europa. Zeven op de tien Nederlanders vinden dat het kabinet-Balkenende zich gedraagt als een schoothondje van Bush, zo bleek onlangs uit een NIPO-enquête. Een even grote meerderheid van de bevolking wil dat de Europese Unie, inclusief Nederland, een tegenwicht gaat vormen tegen de Verenigde Staten. De Grondwet maakt dat mogelijk.
 
Hoewel de nadruk ligt op 'soft power' - diplomatie, handel, ontwikkelingssamenwerking - bevordert de Grondwet ook militaire samenwerking. Niet door een Europees leger op te richten, maar door de taken en het inkoopbeleid van de nationale krijgsmachten op elkaar af te stemmen. Terwijl de defensiebestedingen van de EU-landen opgeteld bijna de helft van de Amerikaanse bedragen, kan Europa slechts tien procent van de Amerikaanse militaire vermogens leveren. Dat moet doelmatiger, wil de EU onafhankelijk van de VS kunnen ingrijpen waar dat echt nodig is. Wanneer Europa bij een oplaaiende burgeroorlog op de Balkan weer moet bedelen om Amerikaanse steun voor haar vredesmacht, kan zij een eigen rol op het wereldtoneel wel vergeten.

Met de Grondwet emancipeert Europa zich van Washington. Wie de Nederlandse schoothondjespolitiek wil verruilen voor een zelfbewust Europees optreden, doet er goed aan op 1 juni vóór de Grondwet stemmen.

Joost Lagendijk is lid van het Europees Parlement voor GroenLinks. Samen met Jan Marinus Wiersma publiceerde hij in 2004 het boek ‘Na Mars komt Venus – een Europees antwoord op Bush’.