Volgens Ayaan Hirsi Ali gebruikt de regeringspartij AKP alle beschikbare middelen om een theocratie te vestigen in Turkije. Alleen militaire bemoeienis met de politiek kan de seculiere staat nog redden. Haar conclusie getuigt van een diep wantrouwen tegen islamitische politici. Zij doet geen recht aan de ontwikkelingen in Turkije.

De AKP, een conservatieve partij geleid door belijdende moslims, heeft sinds 2002 meer gedaan om Turkije te moderniseren dan de seculiere partijen in de decennia daarvoor. Deze hervormingsijver resulteerde niet alleen in economische groei, door Hirsi Ali afgedaan als een strategie voor islamisering, maar ook in een groot aantal maatregelen om de Turkse democratie te versterken. Minderheden, zoals de Koerden, hebben meer mogelijkheden gekregen om hun eigen taal gebruiken. Zelfs de positie van de vrouw is enigszins verbeterd sinds de AKP aan de macht kwam. Zo heeft de regering een grote campagne gevoerd tegen eerwraak.

Er is een goed begin gemaakt, maar de hervormingen gaan nog lang niet ver genoeg. Eén van de belangrijkste opdrachten die Turkije nog wacht is het terugdringen van de macht van het militaire establishment. Dit is een essentieel onderdeel van een verdere democratisering van het staatsbestel, noodzakelijk voor toetreding tot de EU. Democraten in binnen- en buitenland zouden het moeten toejuichen als eindelijk het leger ondergeschikt wordt aan de politiek.

De situatie is nu andersom: het leger bepaalt de bewegingsvrijheid van de politiek. De legertop, gesteund door de rechterlijke macht en de grootste oppositiepartij, ontpopt zich als voorvechter van de status-quo en wakkert bewust de angst voor islamisering aan. Deze ‘seculieren’ zijn in Turkije de werkelijke conservatieven. Zij staan voor een Turkije waar generaals de politiek beheersen, waar minderheden geen rechten hebben en waar de vrijheid van meningsuiting wordt beknot.

Zelfs de Turken die in Istanbul demonstreerden tegen presidentskandidaat Gül van de AKP waren geen voorstander van militair ingrijpen. ‘Geen sharia, geen coup’ was de boodschap op veel spandoeken. Het is niet de taak van het leger, maar van maatschappelijke organisaties, media en de samenleving in haar geheel om het seculiere karakter van de Turkse staat te bewaken.

Hirsi Ali ziet in elke moslim een wolf in schaapskleren. Dat vertroebelt haar blik op Turkije. Zij kiest met haar pleidooi partij tégen de Turkse democraten. Daarmee bewijst zij Turkije én Europa een slechte dienst.

Zie ook: