De Europese milieuministers stemden vannacht in met een Europese wet op de handel in uitstootrechten van CO2. De grote industrie en elektriciteitsproducenten zijn vanaf 2005 aan absolute uitstootplafond gebonden, dat jaarlijks naar beneden wordt bijgesteld, ook bij verhoging van de vraag naar elektriciteit of industrieproducten. Investeren in uitstootverminderende maatregelen wordt bittere noodzaak.

Door vraag en aanbod van uitstootrechten zal er een prijs voor het verminderen van de uitstoot van CO2 ontstaan, voorspelt GroenLinks-europarlementariër Alexander de Roo. “Dit systeem is zelfs beter dan een CO2 energieheffing omdat er geld te verdienen is door energie-efficiënter werken. De aanvaarding van deze Europese wet van handel in CO2-uitstootrechten is een historische doorbraak.”

Industrielobby
Koolstofdioxide of CO2 komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen. CO2 is vervuilend en een belangrijke veroorzaker van het opwarmen van de aarde. Uitstoot moet daarom teruggedrongen worden. De lobby van de industrie op de 15 regeringen om deze wet niet in te voeren is groot. De regeringen van Italië, Finland en Luxemburg zwichtten hiervoor en stemden tegen het voorstel van CO2-emissiehandel. De sterkste lobby kwam van de Duitse industrie. Gelukkig stemde de Duitse groene milieuminister Jürgen Trittin wel vóór het compromis. "Het feit dat grote oliemaatschappijen als BP en Shell aan de goede kant druk hebben uitgeoefend, heeft zeker bijgedragen tot deze Duitse beslissing”, nuanceert De Roo.

Investeren is handel
Om de CO2-uitstoot te verminderen kan een bedrijf bijvoorbeeld investeren in energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie, elektriciteitsbedrijven kunnen koolstofdioxide uit de schoorsteen filteren en ondergronds opslaan. De Roo, teven vice-voorzitter van de milieucommissie: “Door flink te investeren kan een bedrijf overtollige CO2-rechten aan een ander bedrijf verkopen, dat nog niet geïnvesteerd heeft. Eeuwig CO2-rechten opkopen en zelf niet in uitstootvermindering investeren is niet rendabel, omdat investeren op een gegeven moment goedkoper wordt dan vrijkopen.”

Benzine en diesel
De Roo diende een amendement in om ook de transportsector in de emissiehandel te betrekken. Dat werd helaas niet door de ministers aanvaard. “Het idee achter mijn aanvulling is niet dat alle automobilisten moeten gaan handelen in CO2-rechten, maar dat de oliemaatschappijen, die aan de tankstations leveren, dit moeten doen. Dat zal tot gevolg hebben, dat benzine en diesel duurder worden. Dat stimuleert weer de ontwikkeling van zuiniger auto's, minder autorijden, meer openbaar vervoer en andere auto's zoals elektrische en brandstofcelauto’s.”

In 2003 stemt het Europees Parlement over het vannacht overeengekomen voorstel van de milieuministers. De Roo brengt dan opnieuw de aanvulling van de transportsector middels een amendement in stemming. “Simpel benzine en diesel verbieden, zoals Jan Marijnissen voorstelt, gaat natuurlijk niet. Maar we moeten vanuit de politiek wel mechanismen inbouwen om van onze olieverslaving en al haar nadelige gevolgen, zoals klimaatverandering en olie op de stranden, af te komen. Dat zal een langdurig en pijnlijk proces zijn.”, aldus De Roo.

Maandag 9 december ratificeerde het parlement van Nieuw Zeeland het Kyoto-protcol, dinsdag 10 december volgde het Canadese parlement. Het wachten is op de handtekening van de Russische doema. Dan zijn er genoeg deelnemers om 'Kyoto' van start te laten gaan.