GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld wil dat jongeren die zijn aangewezen op de jeugdzorg altijd zonder tussenkomst van hun voogd of begeleider bij een vertrouwenspersoon kunnen aankloppen. Ook moeten zij één op één met een vertrouwenspersoon kunnen spreken. Nu gebeurt dat soms alleen in groepsverband.

Om deze garanties te verankeren, dient Westerveld een concreet voorstel in om de wet aan te scherpen. ‘We hebben het over soms zeer kwetsbare mensen in een lastige positie. Vooral jongeren in de gesloten jeugdzorg kennen vaak weinig vrijheden en zijn in grote mate afhankelijk van begeleiders. Als die behoefte hebben aan een vertrouwenspersoon, is hun privacy garanderen wel het minste dat je kunt doen. Groepsgesprekken zullen ongetwijfeld helpen, maar er zijn altijd situaties die mensen liever in vertrouwelijkheid bespreken.’

In gesprekken met jongeren, maar ook uit het rapport van Defence For Children dat dinsdag aan de Tweede Kamer is aangeboden, blijkt dat jongeren bij sommige instanties alleen via hun begeleider naar een vertrouwenspersoon kunnen. Dat vindt Westerveld zo mogelijk nog vreemder. ‘Hoe complex de situatie ook is: gun jongeren dit kleine beetje zelfbeschikking. Vooral jongeren die om welke reden dan ook in afzondering worden geplaatst hebben iemand nodig die primair opkomt voor hun belangen. Iemand met wie ze ook vervelende situaties kunnen delen. Want een voogd of begeleider kan ook zelf het probleem zijn. Vergeet niet dat qua personeel de spoeling dun is in de jeugdzorg. Een mismatch ligt dus meer voor de hand dan in een situatie waarin het aantal jeugdwerkers en de mensen die van hen afhankelijk zijn beter in balans is.’

Westerveld wijst er bovendien op dat een garantie van een individueel vertrouwenspersoon ook goed is voor het personeel zelf. ‘In de huidige situatie kan een vertrouwenspersoon in een rare spagaat terecht komen: door tegenstellingen in een groepsgesprek of omdat jongere en begeleider anders tegen een situatie aankijken. Daar ben je vanaf als je jongeren gewoon voor vol aanziet en ze de rechten geeft die eigenlijk voor iedere volwassene gelden.’