Gisteren presenteerde de Europese Commissie richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de EU-landen. Deze criteria schrijven landen voor welke maatregelen ze moeten nemen om hun arbeidsmarkt te moderniseren. Hiermee geeft de Commissie invulling aan de prioriteiten uit de EU 2020-strategie voor slimme, sociale en duurzame groei voor de EU. Europarlementariër Marije Cornelissen buigt zich namens de Groene fractie in het Europees Parlement over de voorgestelde richtsnoeren en is voorzichtig positief.

"De Commissie geeft de juiste richting aan waar het met de Europese arbeidsmarkt naar toe moet: meer scholing en hogere arbeidsparticipatie, vooral onder vrouwen, ouderen en jongeren. Wel ontbreken concrete opdrachten aan het adres van de lidstaten om dit te bereiken, zoals flexibele werktijden voor werknemers en de mogelijkheid tot deeltijdwerk. Ook benadrukt de Commissie te weinig dat werknemers moeten worden klaargestoomd voor groene banen", aldus Cornelissen.

De Commissie schrijft de EU-landen voor om hun arbeidsparticipatie te verhogen, het opleidingsniveau van werknemers te verhogen en armoede te bestrijden. Pas als het parlement zich er over heeft uitgesproken, kunnen de Europese regeringsleiders de richtsnoeren officieel in werking laten treden.

Cornelissen: "Ik ga me ervoor inzetten om een aantal concrete zaken op te nemen in de richtsnoeren die de arbeidsparticipatie, met name van vrouwen, daadwerkelijk zullen verhogen, zoals het recht op thuiswerk en het afschaffen van ouderwetse voordelen voor kostwinners. Ook moet arbeidsparticipatie anders gemeten worden dan nu het geval is. Het gestelde doel van 75 procent arbeidsparticipatie voor vrouwen lijkt ambitieus, maar ook werknemers die maar één of twee uur per week werken worden al in de statistieken opgenomen. Ik pleit daarom voor een definitie die een beter beeld geeft van de mate waarin vrouwen echt deelnemen aan de arbeidsmarkt."