Een Kamerdebat zoals gisteren heb ik niet eerder meegemaakt.
Het debat ging over het formatiegesprek waarin Rutte vorige week met de verkenners heeft gesproken over de positie van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Een week lang heeft Rutte volgehouden dat hij daar niet over had gesproken. Toen uit de gespreksverslagen bleek dat dit niet waar was, beweerde Rutte voor de zoveelste keer dat hij iets ‘niet goed herinnerde’ of ‘geen actieve herinnering had’.
Het is een terugkerend fenomeen: iedere keer als Rutte in de politieke problemen komt, laat zijn geheugen hem in de steek. Vaak kwam hij ermee weg, maar toen gisteren zo duidelijk werd wat hier gebeurde trokken partijen van links tot rechts een streep. Dingen keer op keer achterhouden, ontkennen, ‘vergeten’: dat is niet de bestuurscultuur die we nodig hebben in dit land.
Het debat begon met het idee om het vertrouwen te herstellen, maar uiteindelijk zijn we niet beter af. Het vertrouwen in de politiek heeft gisteren opnieuw een enorme knauw gekregen. Daarom hebben we ook voor de motie van wantrouwen gestemd.
Dit betekent ook dat de verkenning voor een nieuw kabinet opnieuw van start gaat.
Daarbij blijft onze inzet duidelijk. Net als in mijn gesprek met de verkenners blijf ik benadrukken dat GroenLinks een zo progressief mogelijk kabinet wil. Om glashelder te zijn: onze inzet is een kabinet met een meerderheid in de Eerste Kamer met daarin in ieder geval GroenLinks, PvdA en D66.
Qua inhoud gaan we hard knokken voor de aanpak van de klimaatcrisis en onze strijd tegen onrecht en ongelijkheid. Wij denken niet dat de huidige veestapel houdbaar is als je de klimaatcrisis en de stikstofcrisis wil oplossen. Het precieze percentage waarmee de veestapel moet worden ingekrompen is geen principekwestie, voorop staat dat de natuur wordt hersteld en de klimaatafspraken worden gehaald.
Met de vorige verkenners sprak ik ook over de migratiedeals waarop de formatie vier jaar geleden is stukgelopen en de reden dat we kunnen verwachten dat dit onderwerp dit keer niet even hoog opgespeeld wordt: de afgelopen jaren zijn er namelijk helemaal geen nieuwe migratiedeals gesloten en zulke deals zijn geen onderwerp van gesprek meer in de Europese Unie. Uiteraard blijven wij ook de komende formatie ons vol vuur inzetten voor de rechten van mensen die vluchten voor oorlog en geweld.
De formatie verkeert in een moeilijke fase. Maar Nederland kan niet lang wachten: we moeten heel snel terug naar het oplossen van de coronacrisis, de wooncrisis, de stikstofcrisis en, bovenal, de klimaatcrisis. Het gedraai en gekonkel moet klaar zijn, want Nederland kan niet veel langer wachten op het formeren van een nieuw kabinet.
Jesse Klaver