Sinds oktober 2001 zijn Amerikaanse, Britse en andere westerse militairen officieel actief in Afghanistan. Het repressieve Taliban-regime is inmiddels verdreven en de overgangsregering van Hamid Karzai doet een eerste poging rust in het land te brengen. Het Europees Parlement debatteerde over de toestand en de toekomst van Afghanistan en de rol die de Verenigde Naties en de Europese Unie daarin kunnen en moeten spelen.

GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk wees op de verantwoordelijkheid van de EU en de VN om paal en perk te stellen aan de wetteloosheid van de afgelopen decennia in Afghanistan. Na de 'overwinning' van de Noordelijke Alliantie zijn Taliban-strijders onder discutabele omstandigheden omgekomen, zo bleek onder andere uit een artikel in het blad Newsweek. "Na twintig jaar burgeroorlog is het goed duidelijk te stellen dat de wet voor iedereen geldt. Het is dan ook zaak om dat de VN serieus onderzoek doet naar wat daar gebeurd is. Ook de nieuwe machthebbers mogen zich niet boven de wet stellen. "

Geen vluggertje

Het installeren van een nieuw bewind heeft alleen zin als er in het land zelf een alternatief is, stelt Lagendijk. Opbouw van een civiele samenleving is, hoewel zéér, zéér moeilijk, een langdurig en zeer noodzakelijk proces waar Afghanistan in gesteund moet worden. "Nation building is geen vluggertje, maar een langdurige verbintenis om een democratische samenleving op te bouwen."

Vrouwenrechten

Extra aandacht vraagt Lagendijk voor de rol van vrouwen in Afghanistan. Na de grotere openheid vlak na de omverwerping van de Taliban, zijn er nu reeds signalen dat de rol van vrouwen wederom wordt teruggedringen. "Er zijn grote groepen in de Afghaanse samenleving die zich verzetten tegen wat zij ' 'westerse waarden' noemen. In mijn ogen gaat het hier om cruciaal democratische waarden die gerespecteerd dienen te worden."

Vredestroepen

Tenslotte dringt Lagendijk erop aan om het mandaat van ISAF, de VN-vredestroepen in Kaboel, uit te breiden naar een groter deel van het grondgebied van Afghanistan. "Het is met name buiten Kaboel waar de chaos toeneemt."

Hier de bijdrage van Joost Lagendijk tijdens het debat in het Europees Parlement over Irak op woensdag 4 september 2002:

Voorzitter, laat de situatie in Afghanistan zoals die op dit moment is, een goede les zijn. Een goede les voor de Verenigde Staten en voor Europa over wat er gebeurt als je militair ingrijpt in een land. In mijn eerste punt wil ik aanknopen bij de bijdrage van de heer Wurtz en de door hem aangehaalde en ook in mijn ogen sterke aanwijzingen in het artikel in Newsweek en in de film die hij en zijn collega's de vorige keer hebben laten zien, dat er honderden, misschien zelfs nog wel meer, Taliban zijn omgekomen onder discutable omstandigheden.

Ik haal het hier niet aan om op een of andere manier de Amerikanen iets aan te smeren waar ze misschien helemaal niet bij betrokken zijn. Ik haal het aan omdat het in mijn ogen buitengewoon belangrijk is om na twintig jaar burgeroorlog eindelijk eens een grens te stellen aan de wetteloosheid. Dat betekent dat serieus onderzoek moet worden gedaan naar dit geval en naar andere, helaas vergelijkbare gevallen. Dat is een taak van de Verenigde Naties, daar zijn wij het snel over eens. Probleem is alleen dat de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties, de heer Brahimi, al heeft laten weten dat de Verenigde Naties niet in staat zijn om dat onderzoek te verrichten omdat ze de veiligheid van bijvoorbeeld getuigen en onderzoekers niet kunnen garanderen. Mijn zeer concrete vraag aan de Commissie en de Raad is of zij alles in het werk willen stellen om het de Verenigde Naties mogelijk te maken om dit geval en andere vergelijkbare gevallen uit te zoeken, en getuigen en onderzoekers voldoende te beschermen.

Mijn tweede punt gaat over de opmerking die ik daarnet ook al heb gemaakt in het debat over Irak. Wisseling van regering, de befaamde regime change, heeft alleen maar zin als er in het land zelf een basis voor is. Militair gezien was die basis er in Aghanistan, namelijk de Noordelijke Alliantie. Als het gaat om de opbouw van de civiele samenleving of het bestaan van levende NGO's dan is dat zéér, zéér moeilijk. Die bestonden bijna niet meer in Afghanistan en de Europese Unie doet haar best - lof daarvoor - om dat op dit moment op te bouwen.

Toch maak ik me grote zorgen, voorzitter, over de manier waarop het verloopt en de tegenwerking die men daarbij ondervindt. Er zijn grote groepen in de Afghaanse samenleving die zich verzetten tegen wat zij noemen westerse waarden, in mijn ogen cruciaal democratische waarden. Baroness Nicholson heeft het al genoemd. Er is een terugslag in mijn ogen als het gaat over de rol van vrouwen. Het was een goede zaak dat er in de loyajirga veel vrouwen waren. Nu zijn er allerlei signalen dat de rol van vrouwen teruggedrongen wordt. Ik denk dat dat een signaal is dat nation building, het opbouwen van een natie, niet een vluggertje is. Ik zeg het ook aan de Amerikanen: nation building is geen vluggertje, maar een langdurige verbintenis om een democratische samenleving op te bouwen.

Mijn laatste punt, is in mijn ogen politiek gezien momenteel het meest belangrijke punt en ik zou speciaal de aandacht van de Raad daarvoor willen vragen. Dat is de uitbreiding van het mandaat van ISAF, de vredesbewarende troepen die nu in Kaboel zitten. Wij als parlement en ook de meeste lidstaten pleiten er al maanden lang voor dat dat mandaat wordt uitgebreid naar buiten Kaboel omdat daar de chaos toeneemt. Nu lijken de Verenigde Staten in staat om dat toe te staan maar ze zullen geen enkele soldaat leveren. Het zal aan de Europese Unie, aan de Europese lidstaten zijn om die uitbreiding van het mandaat van ISAF gestalte te geven door meer soldaten te sturen naar Afghanistan. En mijn vraag aan de heer Haarder is: is de Raad bereid om meer soldaten naar Afghanistan te sturen om ook buiten Kaboel chaos te bestrijden en vrede te bewaren?

En tenslotte mijn les uit deze situatie is, Voorzitter, dat we twee keer en misschien wel vaker moeten nadenken voordat we militair ingrijpen. Maar als we er eenmaal zijn moeten we het goed doen en zolang als het nodig is.