De mensenrechten in Iran zijn dramatisch slecht. Hervormers moeten letterlijk vrezen voor hun leven. Vrouwen worden onderdrukt. Marteling is aan de orde van de dag. Geestelijke vrijheid ontbreekt. De Nederlandse regering moet de Iraanse ambassadeurs ter verantwoording roepen.

De mensenrechtensituatie in Iran is al decennia zeer slecht. Het protest daartegen groeit binnen Iran. De studentenprotesten in Iran hebben zich inmiddels uitgebreid naar meerdere steden. De roep om vrijheid wordt steeds massaler. Juist nu hebben de Iraanse studenten en andere hervormers onze steun nodig. De gearresteerde hervormer Hashem Aghajari is veroordeeld tot de doodstraf. Dit is onacceptabel. De Nederlandse regering moet zich daar tegen verzetten. Helaas laat de minister van Buitenlandse Zaken zijn schouders hangen. Dat is een slecht signaal.

In oktober dit jaar beloofde de minister van Buitenlandse Zaken dat Nederland zich inzet voor een resolutie van de EU in de Algemene Vergadering van de VN, waarin Iran bekritiseerd wordt om haar mensenrechtenbeleid. De EU was hier uiteindelijk niet toe bereid. De minister heeft toen gezegd te overwegen om zelf initiatief te nemen. Daar is niets van terechtgekomen. De minister kreeg van de EU lidstaten te weinig steun. De Nederlandse regering onderneemt wel weer een poging in 2003.

De mensenrechten in Iran kunnen hier niet op wachten. Farah Karimi zal morgen in de Kamer om opheldering vragen tijdens het Europa overleg. Voor het eerst sinds jaren heeft de internationale gemeenschap Iran niet veroordeeld voor schending van de mensenrechten. De Nederlandse regering heeft een kans laten liggen. De EU gaat nu in dialoog met de Iraanse regering. Dat is een matig resultaat. De demonstrerende studenten en de veroordeelde Aghajari schieten daar weinig mee op. Zij verdienen publieke steun. GroenLinks vraagt de minister om in EU verband de Iraanse ambassadeurs ter verantwoording te roepen. De EU moet duidelijk maken dat zij de protesten steunt, en dat de doodsstraf van Aghajari onacceptabel is vanwege de vrijheid van meningsuiting.

Farah Karimi