De Nederlandse regering stelt zich te terughoudend op bij het Europees buitenlands beleid. Een zwaktebod vindt GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk, die om helderheid van de Nederlandse regering vroeg tijdens het jaarlijkse Staat van de Unie-debat in Den Haag.

bijdrage Lagendijk tijdens debat
Eens per jaar is er in de Tweede Kamer de Staat van de Unie. Een debat over de toekomst van de Europese Unie in Den Haag. Per fractie zijn er twee woordvoerders, één van het nationale parlement en één van het Europees Parlement. Voor GroenLinks spraken Tweede-Kamerlid Farah Karimi en europarlementariër Joost Lagendijk.

De bijdrage van Joost Lagendijk tijdens het debat van de Staat van de Unie in Tweede Kamer in Den Haag, donderdag 2 oktober 2003:

Voorzitter. Toen vorige week het gerucht steeds sterker werd dat de heer Bot de opvolger zou worden van de heer De Hoop Scheffer werd mij gevraagd wat ik daarvan vond. Ik heb toen gezegd dat ik zijn kandidatuur van harte zou ondersteunen en wel om een reden, namelijk vanwege zijn ervaring in Europa. Ik ben van mening dat Nederlandse buitenlandse politiek steeds vaker Europese buitenlandse politiek is.

Nu is mijn vraag of dit besef, die link tussen de Nederlandse en de Europese buitenlandse politiek, werkelijk is doorgedrongen tot dit kabinet. Dit kan ik niet afleiden uit de Staat van de Unie, want die is in de loop der jaren steeds meer verworden tot een soort opsomming van ambtelijke voornemens in plaats van een stuk waarin de regering haar visie neerlegt. Gelukkig zijn er kranten en daaruit werd duidelijk dat de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken van mening zijn dat er voor Nederland een bijzondere rol zou kunnen zijn weggelegd als bemiddelaar tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.

Heeft het ontbijt in Washington en de aansluitende benoeming van de heer De Hoop Scheffer werkelijk zoveel zand gestrooid in de ogen van de Nederlandse regering dat zij denkt op eigen houtje een bemiddelende rol te kunnen spelen tussen de VS en de Europese Unie? Ik denk dat die gedachte gebaseerd is op een foute analyse, namelijk dat de VS ons wel aardig vinden en dat wij in Europa ook wel een potje kunnen breken en dus dat de rol van bemiddelaar ons op het lijf is geschreven.

In ben ervan overtuigd dat alleen door sterk en zonder terughoudend in te zetten op de totstandkoming van een gezamenlijk Europees buitenlands beleid, de Verenigde Staten te beïnvloeden zijn en, als dat nodig mocht zijn, te corrigeren. De weg naar Washington loopt via Brussel. Ik wil hiervan graag twee voorbeelden geven.

"Een veiliger Europa in een betere wereld", zo noemde Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands beleid in Europa, zijn onlangs verschenen pleidooi voor een Europese samenwerking juist op dit terrein. Hoewel dit document voor allerlei verbeteringen vatbaar is, denk ik dat het een goede basis biedt voor een herkenbare Europese buitenlandse politiek.

In dit document houdt de heer Solana een hartstochtelijk pleidooi voor wat juist specifiek is in het Europese optreden naar buiten toe. Hij stelt vast dat de Europese Unie met bijna een half miljard inwoners en een kwart van het BNP op wereldniveau een rol speelt op het wereldtoneel en dus, of wij dit nu willen of niet, bereid moet zijn om een belangrijk deel van de veiligheid in de wereld op zich te nemen. Ik ben dit met hem eens. Hij geeft in de nota goed aan wat nu zo specifiek is en zou moeten zijn aan het Europese optreden. Dit is de stille kracht, het fijnmazig net van handelsovereenkomsten, conflictpreventie, diplomatieke pressie en in uiterste geval, het aanwenden van noodzakelijk geweld, maar dan wel in multilateraal verband sterk verankerd in een internationale orde.

De nadruk van het Europese beleid ligt, aldus Solana, op ingrijpen in een vroeg stadium dat wil zeggen op pre-emptieve betrokkenheid als ik daarvoor die lelijk klinkende Nederlandse term mag gebruiken. Dit is iets totaal anders dan de opvatting van de Amerikanen over pre-emptief. Daarover zei VN-secretaris Kofi Annan vorige week in een bewogen redevoering: "Als preventief optreden algemeen wordt geaccepteerd, zal dit leiden tot verspreiding van het unilaterale en wetteloze gebruik van geweld met of zonder geloofwaardige rechtvaardiging.".

Voor de neoconservatieven en voor de regering-Bush is pre-emptive, preventief, een soort wondermiddel: met militairen en een hoop precisiewapens een op westerse leest geschroeide democratie vestigen. Voor Europa betekent preventief een langetermijnproces, waarin alle mogelijke beleidsterreinen worden betrokken die invloed kunnen hebben op het uitbreken of het aanwakkeren van conflicten. Waarom hoor ik de Nederlandse regering nooit deze Europese interpretatie van pre-emptive, benadrukken en ondersteunen? Daaruit zou klip en klaar blijken dat de Amerikaanse interpretatie van pre-emptive strike afwijkend is. Zit Nederland met betrekking tot de interpretatie van "preventief" ergens tussenin of wil de regering de kool en de geit blijven sparen?

Ik geef een ander voorbeeld van de meerwaarde van gemeenschappelijk Europees optreden. Sinds maart van dit jaar hebben de Amerikaanse autoriteiten toegang tot de reserveringsmaatschappijen van alle Europese luchtvaartmaatschappijen, inclusief de KLM. Zij hebben de beschikking over passagiersgegevens, waaronder persoonsgebonden gegevens zoals creditcardgegevens en wensen voor een bepaald dieet. Luchtvaartmaatschappijen zijn eigenlijk gedwongen om mee te werken want als zij dat niet doen, verliezen zij hun landingsrechten. De Europese Commissie, in de persoon van de Nederlandse commissaris Bolkestein, staat een beetje met de handen in het haar. In dit politieke conflict wordt de EU door de Amerikanen onder zware economische druk gezet. Het gaat om een fundamenteel verschil van mening tussen de Verenigde Staten en Europa over de balans tussen het waarborgen van burgerrechten en de strijd tegen het terrorisme. Het is niet de eerste keer dat er sprake is van een verschil van mening en het zal ook wel niet de laatste keer zijn. Naar mijn mening dient Nederland in een dergelijke kwestie het voortouw te nemen om Amerikaans onbegrip en arrogantie weg te werken. In dit geval kan de heer Bolkestein best een steuntje in de rug gebruiken van "een van de grootste leiders van Europa", als ik de president van Amerika goed citeer.

Is Nederland inderdaad het braafste jongetje van de klas, zoals het grootste progressieve weekblad vorige week kopte, of had de gezaghebbende columnist in het grootste conservatieve weekblad het bij het rechte eind toen hij zei: "In plaats van een gezamenlijk opereren te propageren met andere Europese staten, denkt het kabinet dat een kritiekloze, als het even kan vrijblijvende steun voor het beleid van George Bush het beste is wat Nederland kan doen."? Het gaat mij niet om het etiket, maar om de ondubbelzinnige steun van de Nederlandse regering voor een gezamenlijk Europees optreden, omdat ik ervan overtuigd ben dat dit de enige manier is om de Verenigde Staten tegemoet te treden.

Ten slotte heb ik een paar culinaire tips voor de minister-president. Ga eens vaker ontbijten in Parijs, Berlijn en Londen. Steek bovendien wat meer energie in het bereiden van een gezamenlijke lunch zodat wij aan het einde van de dag, bij de hoofdmaaltijd, wat meer keuze hebben dan slechts Amerikaanse hamburgers.