Gisteren debatteerde de Tweede Kamer over de openbaar gemaakte notulen van de ministerraad over het toeslagenschandaal. Daaruit bleek wat we eigenlijk al wisten: er is iets goed mis met de manier waarop dit kabinet omgaat met het parlement. Kritische Kamerleden als Pieter Omtzigt moesten worden 'gesensibiliseerd' en stukken werden achtergehouden voor de Kamer. Het kabinet was bezig haar eigen hachje te redden in plaats van de problemen oplossen van mensen.
Wat ook opviel: het ging in de notulen bijna nooit over de duizenden getroffen gezinnen. Mensen van wie de levens, door toedoen van de overheid, zijn verwoest. Had het kabinet niet beter over hun situatie kunnen praten, in plaats van urenlang discussiëren over kritische Kamerleden? Het is de taak van ministers om te werken aan oplossingen voor problemen van mensen. Niet om Kamerleden de sensibiliseren.
Gisteravond laat heb ik daarom samen met Lilianne Ploumen van de PvdA een reeks voorstellen gedaan die ervoor moeten zorgen dat we een begin maken met een nieuwe manier van besturen, die uitgaat van vertrouwen. Deze plannen zijn gisteren aangenomen door de Tweede Kamer. Wat er wat ons betreft moet gebeuren:
- Meer geld voor de sociale advocatuur: iedereen verdient toegang tot het recht
- Er moet een einde komen aan racisme, te beginnen door het stoppen van discriminerende algoritmes bij fraudeopsporing
- Investeren in de Nationale Ombudsman
- Meer geld naar organisaties die de overheid kritisch onder de loep nemen
- Burgers mogen door de overheid niet met wantrouwen worden behandeld en er moet altijd oog zijn voor schrijnende individuele gevallen
- De Tweede Kamer wordt beter en eerder geïnformeerd
Dit is een eerste stap in het veranderen van een wantrouwende overheid naar vertrouwen in mensen. En dat is hard nodig. Hiermee zijn we er nog lang niet. De komende tijd moeten we blijven werken aan het herstellen van het vertrouwen in de politiek.
Jesse Klaver