Woensdag 6 juni stemt het Europees Parlement over regels voor de toekenning van octrooi op software. Een ingewikkelde technische kwestie met verstrekkende gevolgen. Als VVD en CDA hun zin krijgen, dreigt een kaalslag onder kleine en middelgrote ICT-bedrijven.

Mag op nieuwe computerprogramma’s octrooi worden aangevraagd of biedt het auteursrecht voldoende bescherming? Dat is de hamvraag. Momenteel wordt software – net als andere geschreven teksten - beschermd door het auteursrecht. Het gebruik van software heeft, zonder octrooien, een onstuimige groei doorgemaakt. Software zit niet alleen in computers, maar ook in telefoons, tv's, keukenapparatuur en verwarmingsketels. Met de nieuwe wetgeving in zicht lijkt de octrooienwedloop in de softwaresector te zijn geopend. Zo heeft Microsoft alleen al in Nederland 886 octrooien aangevraagd.

Octrooi is nu nog officieel voorbehouden aan technische uitvindingen van materiële aard. Het tijdelijk monopolie voor de uitvinder wordt gerechtvaardigd door de tijd die deze nodig heeft om zijn of haar investering terug te verdienen. Zo’n monopolie blokkeert echter ook verdere ontwikkeling van de uitvinding door anderen of toepassing van eenzelfde uitvinding in een geheel ander context. Het is dan ook belangrijk niet te scheutig te zijn met het uitdelen van octrooien, omdat deze innovatie kunnen afremmen.

Dat verklaart waarom er geen octrooi verleend wordt op een idee, maar alleen op een feitelijk product. Voor teksten geldt dan ook geen octrooirecht, maar het minder vergaande auteursrecht. Dat betekent dat de letterlijke tekst van W.F. Hermans’ De Donkere Kamer van Damocles is beschermd, maar dat het idee van een rampzalige identiteitsverwisseling wel mag worden hergebruikt. Hoe zit dat bij software? Software is een in programmeertaal geschreven opdracht die bij verwerking door een computer zorgt voor het uitvoeren van een 'trucje', bijvoorbeeld tekstverwerking of een berekening. Het is uiterst riskant om op een dergelijk idee monopolie te verlenen. Dat heeft er in de Verenigde Staten bijvoorbeeld tot geleid dat IBM een octrooi heeft verworven op 'het tonen van een index van informatie'. Iedereen die dus op zijn of haar pagina een menu-structuur met verwijzingen naar andere webpagina’s heeft staan, maakt inbreuk op dit IBM-octrooi.

Zo schept de octrooiering van software een paradijs voor juristen en een hel voor de meeste softwaremakers. ICT-bedrijven in de VS zijn dan ook veel meer geld gaan besteden aan het verkrijgen en afdwingen van octrooien, minder aan de ontwikkeling van nieuwe, betere software. Kleinere ICT-bedrijven worden uit de markt gedrukt door multinationals, die over meer geld en betere juristen beschikken. Als we in Europa octrooi op software toestaan, valt te vrezen dat ook hier de grote jongens, zoals Siemens en Philips, hun kleinere concurrenten zullen gaan belagen. Maar juist deze kleine softwarebedrijven vormen de garantie voor eerlijke mededinging en de motor van innovatie.

Het Europese midden en -kleinbedrijf verzet zich, met de Europese Groenen, tegen een octrooiwet die een Amerikaans scenario op Europese bodem inluidt. Des te verbazender is dat de grote ICT-bedrijven, die de Europese Commissie en de Raad van Ministers al hebben ingepalmd, nu ook de steun krijgen van VVD en CDA. Het zijn nota bene deze partijen die het hardst roepen dat alleen een vitalisering van de economie het vertrouwen van burgers in de Haagse en Europese politiek kan herstellen. Nu krijgen ze de kans om voor innovatie en tegen monopolievorming te stemmen, en dan laten ze het afweten. Het valt te hopen dat een meerderheid van het Europarlement er wel voor kiest om de lobby voor software-octrooien de voet dwars te zetten. Daarmee zou de Europese volksvertegenwoordiging het nut van parlementaire controle op de Brusselse besluitvorming bewijzen. Dat is na 1 juni harder dan ooit nodig.

Kathalijne Buitenweg is lid van het Europees Parlement voor GroenLinks.