GroenLinks staat positief tegenover het huidige spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, maar steunt onbeperkte verruiming hiervan niet. Waarheidsvinding en objectiviteit staan centraal in het strafproces. Uitwisseling tussen slachtoffers en daders moet naar behoefte mogelijk zijn, maar op een meer geëigend moment; als het onderzoek is afgerond en het daderschap vaststaat.

Het doel van invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, in 2005, was erkenning van leed, om zo bij te dragen aan herstel. De slachtoffers die van dit spreekrecht gebruik maken, waarderen dit. Tegelijkertijd hebben zij niet minder last van boosheid of angst als gevolg van het misdrijf. Een groot deel van de slachtoffers en nabestaanden blijkt bovendien geen behoefte te hebben aan het spreekrecht. Voor uitbreiden van het spreekrecht ziet GroenLinks daarom geen noodzaak.

Effecten
Het risico bestaat dat door uitbreiding van het spreekrecht het slachtoffer meer in het strafproces wordt gezogen. Het bestaande herstelrecht biedt een veel veiligere manier om een confrontatie en spijtbetuiging tussen dader en slachtoffer te laten plaatsvinden, dan in een strafproces waarin nog geen sprake is van een veroordeling.

Het OM lijkt steeds meer een vertegenwoordiger van het slachtoffer te worden. Dat is onwenselijk, omdat het OM vanuit haar magistratelijke positie meerdere belangen moet afwegen. Meer nadruk op de belangen van het slachtoffer kunnen de waarheidsvinding en het bepalen van een rechtvaardige strafmaat negatief beïnvloeden. Men zal geneigd zijn zich te verdedigen tegenover de wensen van het slachtoffer.

Beter inkaderen bestaande spreekrecht
Als slachtoffers beter worden voorgelicht over de verschillende rollen in het strafproces en als het spreekrecht een duidelijk plaats daarin inneemt, kunnen de verwachtingen van het slachtoffer realistischer worden. Op die manier blijft het huidige spreekrecht zinvol voor erkenning van leed.

Het wetsvoorstel is op 12 april 2016 aangenomen in de Eerste Kamer. GroenLinks stemde tegen.