De leges voor verblijfsvergunningen in Nederland zijn afgelopen jaar, tot twee maal toe, fors verhoogd. Dat brengt immigranten en hun gezinnen in grote financiële problemen. Volgens GroenLinks-europarlementariërs Kathalijne Buitenweg en Joost Lagendijk zijn de prijsverhogingen, in ieder geval voor Turkse migranten, in strijd met een EU-Turkije overeenkomst. Ze vragen de Europese Commissie om opheldering.

schriftelijke vraag aan EC

"Een gezin met drie kinderen, dat moet rondkomen van een minimuminkomen, is nu voor de eerste verblijfsvergunningen ongeveer twee maandsalarissen kwijt", aldus Buitenweg. Voor iedere jaarlijkse verlenging bedraagt de rekening anderhalf maandsalaris.

Onbetaalbaar
Het verblijf in Nederland dreigt zo voor veel immigranten onbetaalbaar te worden. Buitenweg: "Waar voorheen het bedrag gerelateerd was aan de administratieve kosten, lijken de leges nu een instrument om migratie te bemoeilijken. Er is iets goed mis als iemand aan de criteria voldoet om in Nederland te verblijven, bijvoorbeeld in het kader van gezinshereniging, maar om financiële redenen van dit recht geen gebruik kan maken."

Overeenkomst EU-Turkije
Nederland is gebonden aan de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije uit 1964 en aan de bijbehorende afspraken uit respectievelijk 1970 en 1980. Daarin staat bijvoorbeeld dat de landen van de EU en Turkije geen nieuwe beperkingen mogen invoeren 'met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten'. Ook nieuwe beperkingen ´met betrekking tot de toegang tot de werkgelegenheid van werknemers en hun gezinsleden wier verblijf en arbeid op hun onderscheiden grondgebied legaal zijn' is verboden.

In strijd met de wet
De verhoogde tarieven treffen uiteraard niet alleen Turken, maar iedereen die afkomstig is uit een niet EU-land en een verblijfsvergunning nodig heeft. Lagendijk: "Wij staan achter de actie van een 25-tal ngo´s (niet-gouvernementele organisaties) die de rechter hebben verzocht de legesverhogingen onverbindend te verklaren omdat het onder andere in strijd met de Vreemdelingenwet van 2000 en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is."

Pijnlijk
De vraag van de GroenLinks-europarlementariërs Buitenweg en Lagendijk aan de Europese Commissie spitst zich echter toe op Turkije, omdat ten aanzien van Turkse onderdanen Europees recht in het geding is. "Het feit dat Turkije kandidaatlid is van de Europese Unie, maakt de situatie nog eens extra pijnlijk. Zo ga je niet met elkaar om", aldus Lagendijk, voorzitter van de Parlementaire delegatie met Turkije.


Schriftelijke parlementaire vraag van GroenLinks-europarlementariërs Kathalijne Buitenweg en Joost Lagendijk
(3 september 2003)
Betreft: Associatie-overeenkomst EEG-Turkije- Nederlandse verhoging leges verblijfsvergunningen



Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, zijn in het afgelopen jaar de Nederlandse leges voor het verlenen, verlengen of wijzigen van een verblijfsvergunning voor niet- EU-onderdanen tot tweemaal toe ingrijpend verhoogd. Deze stijging treft dus ook migranten met de Turkse nationaliteit. Door de legesverhogingen wordt het voor burgers van Turkse nationaliteit die als werknemer, zelfstandige of dienstverlener in Nederland willen werken moeilijker om dat doel te verwezen-lijken. Artikel 41 lid 1 Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst EEG/Turkije en artikel 13 van Besluit1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije verbieden het invoeren van respectievelijk "nieuwe beperkingen met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten" en "nieuwe beperkingen met betrekking tot de toegang tot de werkgelegenheid van werknemers en hun gezinsleden wier verblijf en arbeid op hun onderscheiden grondgebied legaal zijn".

1. Sluit de Commissie uit dat de legesverhoging in de mate zoals deze bij de laatste twee verhogingen heeft plaatsgevonden een 'nieuwe beperking' vormt zoals door de artikel 41 lid 1 Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst EEG/Turkije en artikel 13 van Besluit1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije wordt verboden?

2. Zo nee, is de Commissie voornemens actie te ondernemen, bijvoorbeeld door een onderzoek in te stellen om duidelijkheid te krijgen over de verenigbaarheid van de legesverhogingen met de onder 1 genoemde bepalingen?

3. Heeft de Commissie van Turkse zijde opmerkingen gekregen/ met de Turkse autoritieten overleg gevoerd over de Nederlande legesverhogingen vis a vis de Associatieovereenkomst?