GroenLinks steunt scheiding tussen toezicht en advies door de Onderwijsinspectie, evenals inperking van het aantal zaken dat onder het toezicht valt. Daarmee wordt zoveel mogelijk ruimte geboden aan eigen invulling en identiteit van scholen. Een nieuwe wet moet volgens de fractie dan wel duidelijk genoeg zijn.

Goed onderwijs is essentieel en niet voor niets onderdeel van de Grondwet. Ook het toezicht is daarin expliciet genoemd, om te borgen dat onderwijs enerzijds vrij is, anderzijds kwalitatief en financieel geborgd is. GroenLinks steunt het initiatief om het onderwijstoezicht doeltreffender in te zetten.

Onderscheid toezicht en advies
Het wetsvoorstel is gericht op een duidelijker onderscheid tussen een formeel oordeel en een kwaliteitsbevorderend advies, beide door de Onderwijsinspectie. GroenLinks steunt dit omdat een gesprek tussen een school en de Inspectie over kwaliteitsbevordering inhoudelijker en vrijer gevoerd kan worden, als het niet rechtstreeks samenhangt met een oordeel over de deugdelijkheid. De fractie hoort graag hoe wordt voorkomen dat hierdoor slechts de rol van de Inspectie beperkt wordt tot het formele toezicht.

Openbaarheid adviezen
GroenLinks ziet graag duidelijkheid over de openbaarheid van adviezen van de Inspectie. De fractie is benieuwd voor wie deze adviezen inzichtelijk zijn. Zijn deze bijvoorbeeld opvraagbaar via de Wet openbaarheid bestuur (Wob) en kunnen ouderraden de adviezen inzien? Van belang is dat de mate en wijze van openbaarheid zorgvuldig wordt vastgelegd.

Smal kwaliteitsbegrip
Een smaller kwaliteitsbegrip moet leiden tot meer ruimte voor eigen invulling door scholen met betrekking tot levensbeschouwelijke overtuigingen, pedagogisch-didactische visies en persoonlijke voorkeuren. Senator Ruard Ganzevoort is benieuwd of thema's als burgerschap en seksuele diversiteit nu wel of niet onder het toezicht van de Inspectie komen te vallen. Ganzevoort adviseert een helder overzicht te geven van wat wel en niet tot de deugdelijkheidseisen behoort.

De indicator 'leerresultaten' wordt in het wetsvoorstel ingeperkt tot 'leerresultaten op het gebied van de Nederlandse taal, rekenen en wiskunde. Daardoor lijken we helemaal terug te gaan naar de gedachte dat alleen deze vakken er werkelijk toe doen. De fractie van GroenLinks had gehoopt dat dit denken nu eindelijk teruggedrongen was.

Kwaliteitsoordeel scholen
In het wetsvoorstel wordt het predicaat 'zeer zwak' expliciet genoemd, vanwege daaraan gekoppelde rechtsgevolgen. De indieners van het wetsvoorstel geven aan dat hun wetsvoorstel in de weg zou staan voor andere oordelen, van zwak tot excellent. De staatssecretaris vindt juist in dit wetsvoorstel basis om dergelijke gedifferentieerde oordelen in te voeren. Deze verwarring moet voor instemming met dit wetsvoorstel in elk geval uit de wereld zijn, zo stelt Ganzevoort.