De Europese Commissie start een onderzoek naar de bestrijding van de handel in beschermde diersoorten door de EU-lidstaten. Dit kondigde milieu-eurocommissaris Dimas aan in een antwoord op een schriftelijke vraag van GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg.

“De (Europese)Commissie zal eerlang een onderzoek uitvoeren naar de manier waarop in de lidstaten op de handhaving van CITES wordt toegezien. Daarmee wil zij zowel de goede praktijken in kaart brengen als de punten aanwijzen waarop de samenwerking tussen politie-, douane- en natuurbehoudsinspectiediensten nog kan worden verbeterd”, aldus Dimas in zijn antwoord.

Geloofwaardigheid
Hij vervolgt: “De Commissie is zich ervan bewust dat de geloofwaardigheid van de Europese Unie - die als belangrijke invoermarkt eventueel medeverantwoordelijk zou kunnen zijn voor een gevoelig biodiversiteitsverlies - in de context van CITES staat of valt met een doeltreffende uitvoering van de verordeningen. Zij zal er dan ook op toezien dat de lidstaten zich op dit gebied zo hard mogelijk blijven inspannen.”

´Nederlanders spil dierenhandel´
Buitenweg stelde haar schriftelijke vraag nav een artikel in De Telegraaf van 24 april met de titel ´Nederlanders spil dierenhandel´. Hierin citeerde het dagblad uit een geheim overheidsrapport waaruit bleek dat Nederlandse handelaars een centrale rol spelen bij de illegale, internationale handel in exotische dieren. Buitenweg wilde  weten of de Europese Commissie van mening is dat de lidstaten genoeg doen om de twee Europese CITES-verordeningen na te leven. Deze reguleren de handel in uitheemse soorten. Als dit niet het geval bleek te zijn, vroeg Buitenweg de Europese Commissie om maatregelen die naleving afdwingen.

Aanpak illegale handel
"GroenLinks is blij dat de aanpak van de illegale handel in exotische dieren op Europees niveau meer prioriteit krijgt. De handel is enorm, handelaren kunnen rustig hun gang gaan, ten koste van de biodiversiteit en het voortbestaan van kwetsbare soorten. Dat is onacceptabel. GroenLinks Tweede-Kamerlid Marijke Vos heeft de Nederlandse regering bij herhaling om maatregelen gevraagd. Dat werd altijd geweigerd. Daarom is het goed dat de Europese Commissie nu wel actie onderneemt", aldus Buitenweg.

 

 

Hieronder de vragen van Kathalijne Buitenweg aan de verantwoordelijke eurocommissaris Stavros Dimas

In het Nederlandse dagblad 'De Telegraaf' verscheen op 24 april 2005 een artikel onder de titel "Nederlanders spil dierenhandel'. Is de Commissie bekend met dit artikel en met de onderzoeksrapporten waar dit artikel naar verwijst? Is de Commissie bereid deze rapporten met de Nederlandse regering te bespreken?

Wat is de huidige opsporingscapaciteit, per lidstaat, ingezet voor het controleren van de volgens het CITES-verdrag toegestane handel en voor het opsporen en bestrijden van de illegale handel in exotische dieren?

Is deze inzet in overeenstemming met de twee Europese CITES-verordeningen?

Is de Europese Commissie bereid nadere stappen te nemen om de naleving van de Europese CITES-verordeningen te garanderen? Zo niet, waarom niet?

 

 

 

Antwoord van de heer Dimas namens de Commissie (22 juni 2005)

Het artikel in "De Telegraaf" waarnaar het geachte Parlementslid verwijst, is de Commissie bekend. Er verschijnen wel vaker dergelijke artikels over deze of gene lidstaat, maar vaak heeft dit meer te maken met een grotere publieke en mediabelangstelling voor dierenwelzijn in het betrokken land dan met echte tekortkomingen van de beleidshandhaving in dat land in vergelijking met de andere lidstaten.

De Commissie organiseert geregeld vergaderingen van administratieve, wetenschappelijke en handhavingsfunctionarissen uit de lidstaten in het kader van de drie comités die bij de EU-verordeningen betreffende CITES (de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten) zijn ingesteld[1]. Deze vergaderingen bieden een forum voor de uitwisseling van informatie over goede praktijken, waardoor de uitvoering van de verordeningen in alle lidstaten kan worden verbeterd. De lidstaten zijn er voorts ook toe gehouden, iedere twee jaar bij de Commissie en het CITES-secretariaat verslag uit te brengen over de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen die zij hebben genomen om de verordeningen en de Overeenkomst ten uitvoer te leggen.

De Commissie zal eerlang een onderzoek uitvoeren naar de manier waarop in de lidstaten op de handhaving van CITES wordt toegezien. Daarmee wil zij zowel de goede praktijken in kaart brengen als de punten aanwijzen waarop de samenwerking tussen politie-, douane- en natuurbehoudsinspectiediensten nog kan worden verbeterd.

De Commissie is zich ervan bewust dat de geloofwaardigheid van de Europese Unie - die als belangrijke invoermarkt eventueel medeverantwoordelijk zou kunnen zijn voor een gevoelig biodiversiteitsverlies - in de context van CITES staat of valt met een doeltreffende uitvoering van de verordeningen. Zij zal er dan ook op toezien dat de lidstaten zich op dit gebied zo hard mogelijk blijven inspannen.

 

[1] Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, PB L 61 van 3.3.1997, en Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, PB L 250 van 19.9.2001