De huidige regels die chronisch zieken en gehandicapten ontzien van huurverhoging zijn veel te strikt. Van gehandicapten of chronisch zieken kan niet worden verwacht dat zij doorstromen naar een andere woning. Lang niet alle woningen zijn voor hen toegankelijk gemaakt. GroenLinks-Tweede Kamerlid Linda Voortman wil daarom dat de strenge regels, die kwetsbare gehandicapten en chronisch zieken buiten de uitzonderingspositie houdt, worden verruimt.

Linda Voortman:

De partijen die het woonakkoord sloten waren terecht trots dat mensen met een beperking ontzien zouden worden. Nu blijkt dat de regeling voor deze groep in de praktijk niet veel voorstelt. Veel mensen met een beperking zijn aangewezen op aangepaste sociale huurwoningen. Zij mogen wat GroenLinks betreft dus niet de dupe worden van de inkomensafhankelijke huurverhoging uit het woonakkoord.

De uitzonderingsregeling, die op verzoek van GroenLinks tot stand is gekomen, is per 1 mei 2013 in werking getreden en geldt voor mensen met een AWBZ-indicatie of een WMO-indicatie. Door de strenge regels vallen echter veel mensen buiten de boot, zoals mensen die minder dan 10 uur AWBZ-zorg ontvangen, mensen met een ernstige visuele handicap en mensen die de aanpassingen aan hun woning zelf hebben betaald. Om te voorkomen dat zij in de knel komen, moet de uitzonderingsregeling worden verruimd. Tweede Kamerlid Voortman heeft daartoe schriftelijke vragen gesteld aan minister Blok en staatssecretaris Van Rijn.   

Schriftelijke vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de minister van Wonen en Rijksdienst en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de regeling aanwijzing groep chronisch zieken en gehandicapten (15 mei 2013).

  1. Bent u bekend met de brief van de Nederlandse Woonbond, Platform VG en de CG-Raad over de hardheidsclausule voor chronisch zieken en gehandicapten in het kader van de inkomensafhankelijke huurverhoging?[1]
  2. Deelt u de opvatting dat chronisch zieken en gehandicapten waarvan niet verwacht kan worden dat zij verhuizen, geen inkomensafhankelijke huurverhoging moeten krijgen? Zo nee, waarom niet?
  3. Kunt u aangeven hoeveel huurders met een chronische ziekte of handicap, naar verwachting, buiten de huidige hardheidsclausule zullen vallen?
  4. Bent u bereid de hardheidsclausule te herzien en te verruimen, omdat door de scherpe afbakening een aantal groepen chronisch zieken en gehandicapten getroffen wordt door de inkomensafhankelijke huurverhoging? Zo ja, hoe komt de hardheidsclausule eruit te zien? Zo nee, waarom niet?
  5. Bent u bereid chronisch zieken en gehandicapten die in een bij de bouw geschikt gemaakte woning wonen of de aanpassingen uit eigen middelen hebben betaald, tegemoet te komen en uit te zonderen van de inkomensafhankelijke huurverhoging? Zo nee, waarom niet?
    Kunt u zich voorstellen dat er huurders met een chronische ziekte of handicap zijn die onder de 10-uursgrens van de AWBZ zorg zitten, maar waarvan niet verwacht kan worden dat zij verhuizen? Zo ja, bent u bereid de 10-uursgrens te laten vervallen? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid de regeling aan te passen voor chronisch zieken en gehandicapten die door het gebruik maken van mantelzorgers een lagere zorgindicatie hebben en hierdoor buiten de hardheidsclausule vallen? Zo ja, hoe komt deze regeling eruit te zien? Zo nee, waarom niet?
  7. Welke maatregelen wilt en kunt u nemen om mantelzorgers te ontzien die inwonen bij chronisch zieken of gehandicapten die door de scherpe afbakening buiten de hardheidsclausule vallen?

[1] Nederlandse Woonbond, Platform VG en CG-Raad (13 mei 2013). Regeling aanwijzing groep chronisch zieken en gehandicapten.