Hoe meer vliegbewegingen, hoe meer herrie. Bij meer dan 50.000 vliegbewegingen moet een vliegveld een actieplan hebben om de overlast te beperken. Na vragen van GroenLinks-europarlementariër Alexander de Roo blijkt dat niet alleen voor Schiphol noodzakelijk, maar ook voor andere Nederlandse vliegvelden. "Goed nieuws voor de omwonenden."

Als er op een vliegveld jaarlijks meer dan 50.000 vliegbewegingen zijn, is de overheid verplicht een ‘geluidsbelastingkaart’ en actieplan te maken. Na vragen van GroenLinks-europarlementariër Alexander de Roo zal de Europese Commissie, naar alle waarschijnlijkheid, de Nederlandse regering achter de broek aan zitten dat niet alleen voor Schiphol te doen, maar ook voor Rotterdam, Groningen, Maastricht en Lelystad. Dat blijkt uit een antwoord van de Europese Commissie van woensdag 10 maart.

--------------------------------------------------------------------------------

Antwoord eurocommissaris Wallström namens de Europese Commissie
(10 maart 2004)
Betreft: Implementatie Richtlijn Omgevingslawaai in Nederland

De Commissie heeft met belangstelling kennis genomen van de door het geachte Parlementslid gestelde schriftelijke vraag over de tenuitvoerlegging in Nederland van Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai1.

Krachtens artikel 7, lid 1, van deze richtlijn hebben de lidstaten tot 30 juni 2005 de tijd om de Commissie mede te delen welke op hun grondgebied gelegen luchthavens tot het toepassingsgebied van de richtlijn behoren. Deze luchthavens zijn in artikel 3, onder p), van de richtlijn omschreven als "burgerluchthaven, als aangeduid door de lidstaat, waarop jaarlijks meer dan 50000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden (zowel opstijgen en landen zijn bewegingen), met uitsluiting van oefenvluchten met lichte vliegtuigen".

Overigens hebben de lidstaten, overeenkomstig artikel 14, tot 18 juli 2004 de tijd om Richtlijn 2002/49/EG in hun nationale wetgeving om te zetten. Tot nogtoe heeft de Commissie van Nederland nog geen mededeling van omzetting ontvangen.

Gelet op deze elementen beschikt de Commissie momenteel niet over de lijst van Nederlandse luchthavens die tot het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/49/EG behoren en is zij van mening dat er geen reden is om een procedure tegen de Nederlandse regering wegens niet-mededeling in te leiden. Zij dankt het geachte Parlementslid omdat hij haar aandacht op dit bijzondere punt heeft gevestigd en zal erop toezien dat het bepaalde in de richtlijn over omgevingslawaai door de lidstaten op alle onder het toepassingsgebied daarvan vallende infrastructuur en agglomeraties wordt toegepast.

--------------------------------------------------------------------------------

Schriftelijke parlementaire vraag van Alexander de Roo (GroenLinks)
(4 februari 2004)
Betreft: Implementatie Richtlijn Omgevingslawaai in Nederland

Op basis van de Richtlijn Omgevingslawaai (2002/49/EG) is elke lidstaat verplicht geluidsbelastingkaarten op te stellen voor alle belangrijke luchthavens waar méér dan 50.000 vliegbewegingen per jaar plaats vinden.
Uit correspondentie tussen de Nederlandse regering en de Tweede Kamer blijkt dat Nederland van plan is uitsluitend voor Luchthaven Schiphol een geluidsbelastingkaart met corresponderend actieplan op te stellen.
De gegevens met betrekking tot vliegbewegingen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2001) vertonen een ander beeld. Rotterdam (92.874), Groningen (61.324) en Maastricht (58.534) overschrijden de limiet, terwijl Lelystad met 47.135 vliegbewegingen de kritische grens bijna bereikt heeft.

Kan de Europese Commissie een definitieve lijst publiceren met alle Nederlandse luchthavens die méér dan 50.000 vliegbewegingen verwerken?

Wat is de Europese Commissie van plan indien Nederland in gebreke blijft?