De invoering van de OV-chipkaart jaagt mensen uit het openbaar vervoer en maakt het reizen zeven procent duurder. GroenLinks vindt dat onaanvaardbaar en eist dat de regering dit voorkomt.

Staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat heeft beloofd dat het reizen met de OV-chipkaart aantrekkelijker én niet duurder wordt. Nu blijkt echter dat de aanbieders van het openbaar vervoer verwachten dat 7% van de reizigers na de invoering van de OV-chipkaart de bus, tram en metro voortaan zullen mijden. De vervoersbedrijven willen dit verlies compenseren door de tarieven van het openbaar vervoer met eveneens gemiddeld 7% te laten stijgen. De OV-chipkaart jaagt mensen dus uit de bus, tram en metro en maakt het reizen duurder.

GroenLinks vindt dat Huizinga haar belofte moet waarmaken. GroenLinks Kamerlid Duyvendak noemt het “onacceptabel dat de overgebleven passagiers de prijs van de weggelopen reizigers moeten betalen”. Duyvendak heeft daarom vandaag aan staatssecretaris Huizinga Kamervragen gesteld om opheldering te krijgen over de verwachte daling van het aantal reizigers. Bovendien wil het Kamerlid weten wat de staatssecretaris gaat doen om de prijsverhogingen te voorkomen.

Kamervragen van het lid Duyvendak aan de staatssecretaris mevrouw Huizinga van Verkeer en Waterstaat over de daling van het aantal reizigers door de OV-chipkaart

1. Kent u het bericht “kilometerprijs stijgt 7 procent door OV-chipkaart”
2. Klopt het dat aanbieders van het openbaar vervoer verwachten dat het aantal reizigers door de introductie van de OV-chipkaart zal afnemen met 7%? Zo ja, welke aanbieders verwachten dit? Zo nee, welke verwachtingen over de ontwikkeling van het aantal passagiers zijn er wel?
3. Wat vormt de reden dat (één of meer) aanbieders /decentrale overheden een daling van het aantal passagiers verwachten? Hoe verhoudt deze verwachte daling van het aantal reizigers in het stad- en streekvervoer zich met de uitspraak dat het reizen met het openbaar vervoer in Nederland met de OV-chipkaart “gemakkelijker, sneller en eerlijker”wordt?
4. Is het juist dat hier overleg over heeft plaatsgevonden cq. afspraken zijn gemaakt in MOBIS?
5. Hoe lang bent u al van deze dreigende afname van het aantal passagiers op de hoogte? Waarom is de Kamer hier nooit over geïnformeerd?
6. Is het juist dat aanbieder en/of decentrale overheden het verlies willen compenseren door de prijs per kilometer te verhogen? Bedraagt deze voorgenomen verhoging 7%? Zo nee, wat is het juiste percentage?
7. Wat is uw oordeel over het feit dat de overgebleven reizigers de rekening moeten gaan betalen voor de weggelopen passagiers in het stad- en streekvervoer?
8. Blijft u vasthouden aan afspraak met de decentrale overheden dat de overgang naar de OV-chipkaart opbrengstneutraal gebeurt ? Overweegt u om overstappen naar kostenneutraliteit voor de reiziger? Zo nee, waarom niet?
9. Bent u van oordeel dat de voortdurende stroom van negatieve ontwikkelingen over de OV-chipkaart er toe moet leiden dat u de regie neemt in het dossier OV-chipkaart?
10. Kunt u deze vragen op korte termijn beantwoorden?