Als het aan GroenLinks ligt, kan Van Hoofs voorstel om bijstandsontvangers te laten werken voor hun uitkering, de prullenbak in. Met deze “terugkeerbanen” kunnen mensen gedwongen worden om twee jaar lang te werken voor hun uitkering. Zonder enige beloning, zonder enig perspectief op een betaalde baan.

Wat Van Hoof feitelijk doet, is de oude Melkertbanen herinvoeren, maar dan in een uitgeklede vorm: mensen gaan er honderden euro’s per maand op achteruit en krijgen geen enkel toekomstperspectief. Als het de VVD menens is dat “werk de beste weg uit de armoede is”, moeten deze terugkeerbanen fatsoenlijk worden beloond.

Terugkeerbanen Van Hoof moeten doen wat ze beloven
De terugkeerbanen van Van Hoof creëren een nieuwe onderklasse van werkende armen. Ineke van Gent heeft daarom twee wijzigingsvoorstellen ingediend op het wetsvoorstel. In de eerste plaats moet iemand die vanuit een uitkering aan het werk gaat, er minstens 173 euro netto per maand op vooruit gaan. Maar minstens zo belangrijk is dat er geïnvesteerd wordt in scholing: GroenLinks stelt voor om werkgevers en gemeenten te verplichten minstens tien procent van de loonkosten te besteden aan bij- of omscholing van de werknemer in een terugkeerbaan. Ook het CDA heeft dit voorgesteld in het nieuwe verkiezingsprogramma: laat hen nu vast boter bij de vis leveren. Alleen door te investeren in een opleiding kan namelijk worden voorkómen dat de terugkeerbanen een retourtje bijstand betekenen. GroenLinks wil juist een enkeltje naar de arbeidsmarkt.

Werk moet lonen
GroenLinks is voorstander van investeringen in de onderkant van de arbeidsmarkt. In het verkiezingsprogramma wordt onder meer voorgesteld om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om mensen die nu aan de kant staan in dienst te nemen. Ook investeert GroenLinks fors in scholing en zorgen wij dat werk loont: mensen op het minimumloon gaan er netto tweehonderd euro per maand op vooruit.

Ineke van Gent