De Duitse politie onderzoekt of transportbedrijf Willi Betz illegaal werkt met chauffeurs uit landen buiten Europa. Vorig jaar liep het bedrijf Kralowetz al tegen de lamp. Illegale praktijken van dergelijke 'rotte appels' zetten loon en arbeidsomstandigheden in de hele sector onder druk. Maar het nieuwe Europese bestuursattest maakt opsporing van fraude eenvoudiger.

Het vrij verkeer van personen, goederen en diensten op de Europese markt maakte de weg vrij voor de Europese transportsector. Douaneproblemen verdwenen, cabotageverboden werden opgeheven. Maar ook de internationale concurrentie nam sterk toe. Concurrenten uit landen met minder sociale regelgeving en lagere belastingen werken goedkoper. Voor een aantal Nederlandse bedrijven was dat al aanleiding om zich in Luxemburg te vestigen. Bovenop de concurrentie binnen de Europese Unie (EU) kwam de concurrentie uit de buurlanden van de EU. Chauffeurs uit het voormalige Oostblok konden een vergunning krijgen om te rijden naar Europese bestemmingen. Deze zogenaamde 'CEMT-licenties' worden sinds 1974 uitgegeven en bepalen de quota voor grensoverschrijdend vervoer tussen de EU en de buurlanden.

Zoeken naar sluipwegen
Op zoek naar wegen om de concurrentie het hoofd te bieden, ontdekten Europese transportfirma's dat zij door het inhuren van chauffeurs uit de buurlanden van de EU aanzienlijk goedkoper konden werken. Willi Betz zette dochterondernemingen op in de verschillende buurlanden. Deze dochters namen in het betreffende land chauffeurs in dienst tegen lokaal geldende arbeidsvoorwaarden. Deze chauffeurs werden vervolgens feitelijk ingezet om binnen de EU te werken. Bij controles konden zij aantonen met een CEMT-licentie en in opdracht van een bedrijf uit een 'buurland' aan alle regels te voldoen. Met deze constructie worden de licenties, bedoeld om bedrijven uit de EU-buurlanden in staat te stellen goederen te bezorgen en op te halen in de EU, een instrument voor oneerlijke concurrentiepraktijken en ontduiking van Europese arbeidsvoorwaarden. Het Openbaar Ministerie in Duitsland onderzoekt momenteel of Betz met steekpenningen de verlenging van CEMT-licenties uit Georgië en Azerbeidjan bedong.

Het Oostenrijkse Kralowetz vond een andere weg. Kralowetz combineerde het voordeel van goedkope Oost-Europese chauffeurs met de soepele Luxemburgse regels. Het bedrijf vestigde zich officieel in Luxemburg, nam Oost-Europese chauffeurs in dienst maar liet die vervolgens in de EU rijden. In Luxemburg mochten zij formeel niet rijden omdat zij daarvoor wél een Luxemburgse werkvergunning moesten hebben. De chauffeurs zelf, vaak nauwelijks de Engelse of Duitse taal machtig en onbekend met regelgeving, reden voor een hongerloon en namen aan dat zij legaal werkten. In januari vorig jaar deed de politie grootscheepse invallen bij de vestigingen van Kralowetz. Chauffeurs uit onder meer Slowakije en Bulgarije werden aangehouden en naar huis gestuurd.

Controle moeizaam
Bij het opzetten van dubieuze constructies werden de transportbedrijven geholpen door de complexiteit van regels en de verschillen tussen lidstaten, de taalverschillen en diversiteit aan formulieren. Effectieve controle door de nationale autoriteiten was haast onmogelijk. De Kralowetz-affaire leverde niet alleen bewijs van grootscheepse fraude in de transportsector, het was ook een persoonlijk drama voor veel van de ruim 700 chauffeurs. Het Europees Parlement uitte zijn verontwaardiging over de affaire en bepleitte snelle invoering van het Europese bestuurdersattest. De Commissie had de plannen voor dit attest in snel tempo ontwikkeld nadat begin 2000 al onrust in de sector uitbrak over vermeende oneigenlijke tewerkstelling van Oost-Europese chauffeurs. GroenLinks vroeg, naar aanleiding van die onrust en de uitkomsten van een FNV-onderzoek, aan de Europese Commissie om de zogenaamde 'Willi Betz-constructie' te onderzoeken en zo nodig maatregelen te nemen.

Europees bestuurdersattest
De Europese verordening die het bezit van het uniforme bestuurdersattest vereist is sinds 19 maart van dit jaar van kracht. Voor elke chauffeur afkomstig uit een buurland van de EU moet een Europese transportonderneming een bestuurdersattest aanvragen. Dit wordt pas afgegeven als de werkgever heeft bewezen dat de chauffeur in dienst is volgens alle regels van het land dat het attest afgeeft. Het bestuursattest is strikt persoonsgebonden.
De controle op illegale tewerkstelling van chauffeurs is met de komst van het attest een stuk eenvoudiger. Autoriteiten hoeven nu slechts één uniform document te controleren. Toch lost het attest nog niet alle problemen op. Oneigenlijk gebruik van de CEMT-licenties blijft mogelijk en moeilijk te bestrijden. Om ook dit probleem op te lossen zijn nadere maatregelen nodig. We zullen de Europese Commissie daar op wijzen.
De inval bij Willi Betz, een week na het in werking treden van het bestuurdersattest, illustreert nogmaals de ernst van de problemen. Voor de sector wegvervoer is het hard nodig dat er een eind komt aan de illegale praktijken die de arbeidsvoorwaarden van chauffeurs uithollen. Truckers moeten een eerlijke boterham kunnen verdienen zonder daarvoor 60 uur per week 'op de bok' te moeten. Ook de verkeersveiligheid is daarbij gebaat.