President Bush van de Verenigde Staten diende in oktober een verzoek tot justitiële samenwerking met de Europese Unie in. Gisteren gaf het Europees Parlement zijn opinie en advies. Het Parlement was zeer kritisch over de Amerikaanse rechtgang en tekende drie bezwaren aan.

Op 16 oktober 2001 ontvangen de voorzitter van de Europese Commissie Prodi en de huidige Belgische voorzitter van de EU, premier Verhofstadt het verzoek van de Verenigde Staten tot justitiële samenwerking. Eind november formuleerde bovenstaanden gezamelijk een antwoord op de lijst van veertig verzoeken variërend van o.a. politie samenwerking, uitwisseling van data tot uitlevering. Ondanks de gedeelde democratische waarden met de Verenigde Staten, stelt het Europees Parlement in de resolutie, die vandaag is aangenomen, dat de Europese eigenheid en waarborgen bij eventuele justitiële samenwerking geëerbiedigd moet worden. Op drie terreinen heeft het Parlement bezwaren bij justitiële samenwerking met de Verenigde Staten.

Het Europees Parlement heeft grote bezwaren tegen de recent aangenomen US Patriot Act. Door deze wet is er een tweedeling gecreëerd in de gerechtelijke behandeling en bescherming van VS-burgers en niet-VS-burgers. Het Parlement onderstreept in haar resolutie dat de Patriot Act indruist tegen de bepalingen van het Europees verdrag van de rechten van de mens (EVRM).

Het tweede punt van kritiek betreft de militaire tribunalen. Momenteel werkt de administratie van de Amerikaanse regering aan het opstellen van militaire tribunalen in het kader van de strijd tegen terrorisme. Een verdachte die beschuldigd is van terrorisme wordt voor dit militair tribunaal gedaagd, zonder gewaarborgd te zijn van het recht op een onafhankelijke advocaat. Bovendien verloopt een proces bij een militair tribunaal achter gesloten deuren en beslist de jury met 2/3 meerderheid.

Deze rechtsvorm is een ernstige aantasting van de rechtsbescherming van verdachten en druist in tegen het fundamentele recht op een eerlijke rechtsproces omschreven in het Europees verdrag van de rechten van de mens. Een algemeen akkoord met de VS is in dit opzicht onmogelijk. Uitlevering aan de Verenigde Staten kan enkel indien er een reële kans is dat de verdachte voor een militair tribunaal terecht moet staan.

Tenslotte is in een aantal staten van de Verenigde Staten de doodstraf nog van kracht. Dat is voor de EU-lidstaten onaanvaardbaar. De lidstaten zijn gebonden aan het Europees verdrag van de rechten van de mens dat de doodstraf verbiedt, maar ook aan artikel 6 van het EU-Verdrag. Artikel 6 stelt dat uitlevering verbiedt als dit de doodstraf tot gevolg kan hebben. Een algemeen uitleveringsakkoord met de VS is dan ook uitgesloten. Het Europees Parlement riep de VS op de doodstraf niet langer toe te passen.

Voor de Europese Unie tot een akkoord over justitiële samenwerking tussen de VS en de EU komt, wil het Europees Parlement tijdig geïnformeerd en geconsulteerd worden zodat zij ook dan haar visie kan geven.