De eurolanden moeten hun economisch beleid beter coördineren. De vraag is welke vorm deze versterkte samenwerking aan zal nemen. Omdat op dit moment de intergouvernementele methode hoogtij viert dreigt een nieuw democratisch gat te ontstaan. De Europese Commissie en de parlementen mogen niet worden buitengesloten. De Belgische en Nederlandse ministers van Financiën zouden moeten beseffen dat alleen een communautaire aanpak ervoor kan zorgen dat de afspraken op grond waarvan nu Ierland op het matje wordt geroepen, straks ook gelden voor Italië en andere grote landen.

 De economie van de eurozone bevindt zich in een pijnlijke spagaat. Sinds 1 januari 1999 bepaalt één centrale bank het monetaire beleid, terwijl twaalf afzonderlijke regeringen over het economisch beleid gaan. De ministers van Financiën van de twaalf eurolanden ontmoeten elkaar weliswaar regelmatig in de zogenaamde eurogroep, maar dit overleg is informeel en vrijblijvend. De Belgische regering, de huidige voorzitter van de eurogroep, spreekt in dit verband van de 'paradoxale hoekstenen van de EMU'.

Het gebrek aan coördinatie tussen de eurolanden leidt tot chaotische toestanden. De vrije val die de euro in 2000 maakte wordt voor een belangrijk deel geweten aan de vaak tegenstrijdige geluiden uit de verschillende hoofdsteden. Ook het paniekvoetbal van de lidstaten ten tijde van het 'dieseloproer' maakte het gebrek aan samenwerking op economisch en fiscaal gebied pijnlijk duidelijk. Vervoerders speelden de lidstaten tegen elkaar uit en konden daardoor een flinke graai in de nationale schatkisten doen.

De eigenzinnige koers die een aantal lidstaten vaart op begrotingsgebied baart eveneens zorgen. Vorige maand hebben de Europese Commissie en de Raad van Ministers de Ierse regering gemaand wat zuiniger aan te doen, om zo oververhitting van de economie te voorkomen. De EU beschikt echter niet over instrumenten om naleving van deze waarschuwing af te dwingen. Nu is Ierland een klein land met een beperkte invloed op de economie van de eurozone als geheel. Echt gevaarlijk wordt het als grote landen zich onverantwoordelijk gaan gedragen op fiscaal gebied. Italië bijvoorbeeld, waar de kandidaten van rechts en links in de aanloop naar de verkiezingen elkaar de loef afsteken met beloftes van reusachtige belastingverlagingen.

Vorige maand hebben zowel de Belgische regering als de Commissie voorstellen gelanceerd om de coördinatie van het economisch beleid te intensiveren. Beide willen het budgettair beleid van de eurolanden vroegtijdig in de eurogroep bespreken. De Commissie wil ingrijpende beleidsvoornemens zelfs bespreken voordat de nationale parlementen aan bod komen. Ook willen zowel België als de Commissie meer structurele kwesties als vergrijzing binnen de eurogroep aan de orde stellen. Verder wil de Commissie de sociale controle in de groep (peer pressure) vergroten, meer overleg voeren met de Europese Centrale Bank en de eigen rol versterken. Aan het parlementaire toezicht maakt de Commissie geen woord vuil. België pleit wel voor meer betrokkenheid van het Europees Parlement.

De eurolanden, inclusief onze eigen liberale ministers van Financiën, reageerden geïrriteerd op de Commissievoorstellen. De Belgische minister Reynders gaf aan geen behoefte te hebben aan initiatieven van de Commissie. Ook de reactie van de Nederlandse minister Zalm loog er niet om: 'Hiermee wil de Commissie alleen zelf meer invloed krijgen.' Minister Zalm heeft zich altijd fel verzet tegen een opwaardering van de eurogroep. Inmiddels ziet ook hij het nut in van het vroegtijdig, zij het op informele basis, bespreken van belangrijke beleidsvoornemens.

De toon is met deze reacties gezet. Onze beide ministers onderstrepen de populariteit van de intergouvernementele methode. Zalm wijst op de 'vertrouwelijk en daardoor gemakkelijk' verlopende besluitvorming. Maar als ministers van financiën in alle beslotenheid het begrotingsbeleid van de eurolanden voorkoken, komen parlementariërs steeds meer voor voldongen feiten te staan. Het economisch beleid dreigt zo het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid achterna te gaan. Op dat terrein voert Javier Solana het woord, een topambtenaar die aan geen enkel parlement verantwoording hoeft af te leggen. Reynders bepleit nu een Monsieur Euro à la Solana, die de eurozone vertegenwoordigt en enkel verantwoording schuldig is aan de ministers van de eurogroep. De Commissie staat in deze constructie buitenspel, en daarmee ook het EP.

De Groenen in het EP hebben altijd benadrukt dat een muntunie niet goed kan functioneren zonder verdere economische en politieke integratie. Alleen zo kan voorkomen worden dat de lidstaten voortdurend tegen elkaar uitgespeeld worden. Het over en weer verlagen van belastingen vormt een bedreiging voor de publieke sector. Zeker met het oog op de toekomstige kosten van de vergrijzing is dit onacceptabel. Belangrijk is wel dat deze economische en politieke integratie op democratische wijze plaatsvindt, via de communautaire methode. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat het EP instemmingsrecht krijgt bij de jaarlijkse, door Commissie en Raad vastgestelde economische richtsnoeren. Parlementaire goedkeuring vergroot de legitimiteit, en daarmee de effectiviteit, van deze richtsnoeren. Dat het daaraan nog schort, blijkt wel uit de reacties ('Waar bemoeit Brussel zich mee?') op de recente Europese berisping voor Ierland.

Het EP dient ook sterker bij de eurogroep te worden betrokken. Een adviserende rol van het EP bij het bespreken van budgettaire kaders in de eurogroep helpt voorkomen dat de begrotingscoördinatie geheel in de achterkamertjes belandt. Naarmate de eurogroep aan belang wint moet ook de betrokkenheid van het EP toenemen. Een reden te meer om de Commissie, die verantwoording verschuldigd is aan het EP, een sterke rol te geven, in lijn met de in het Verdrag vastgelegde procedure voor 'versterkte samenwerking'. De ministers van Financiën proberen deze procedure nu te omzeilen.

Nederland en België zouden ook uit welbegrepen eigenbelang moeten pleiten voor de communautaire methode. Deze biedt de beste waarborg dat groot en klein, van Italië tot Ierland, volgens gelijke Europese maatstaven worden behandeld. Intergouvernementalisme betekent in de praktijk toch vaak het recht van de sterkste. De kleine landen delven dan het onderspit.

Pierre Jonckheer en Alexander de Roo zijn lid van het Europees Parlement voor Ecolo (de Waalse groenen) resp. GroenLinks