Het gaat slecht met de weidevogels. Zo zijn er van de oorspronkelijke 120.000 paren grutto’s nog maar 40.000 over, en deze daling zet nog steeds in rap tempo door. Dit komt vooral door de intensivering van de landbouw: eentonige weides met maar één grassoort, nauwelijks veldbloemen en insecten moeten de voedselbron voor steeds meer koeien zijn – zonder rekening te houden met de rest van de natuur. GroenLinks en PvdA willen dat deze trend wordt omgebogen. Daarom stellen de partijen maatregelen voor die weidevogels moeten beschermen.
Om ervoor te zorgen dat weidevogels echt goed kunnen gedijen in het Nederlandse landschap zijn stevige maatregelen nodig. Dat zijn maatregelen zoals het minder en later maaien van weidevelden en het aanleggen van drassige en natte gebieden binnen de weides. Het grondwater moet omhoog en de insecten moeten terugkomen. Boeren die dit soort plannen willen uitvoeren kunnen nu nog maar kortlopende afspraken sluiten met de overheid. Die afspraken moeten veel langer lopen, zo’n 12 tot 15 jaar. Dan kunnen boeren echt meters maken en creëren we rijke weides. Die zijn mooier en beter voor de weidevogel, de mens en de grazende koeien.
Bovendien willen de partijen dat het geld dat naar weidevogelbeheer gaat, vooraf wordt getoetst op effectiviteit. Daarnaast willen de partijen bovenop de huidige maatregelen de komende drie jaar nog eens 1,5 miljoen uittrekken voor specifieke projecten voor het beschermen van de weidevogels. Zij dienen hiervoor een amendement in op de begroting van het ministerie van Economische Zaken.
Rik Grashoff: “De afgelopen jaren zien we de weidevogelpopulatie flink afnemen. Je moet er niet aan denken dat we vogels als de grutto kwijtraken. Daarom moeten we nu ingrijpen, voor het te laat is. Door de handen ineen te slaan met de boeren en ze te ondersteunen waar nodig, behouden we de waardevolle biodiversiteit van het Nederlandse landschap.“
Boeren worden door de overheid gecompenseerd voor eventuele lagere opbrengsten en kosten van het natuurbeheer. Die bescheiden investering van de overheid op de korte termijn betaalt zich meer dan terug in het behoud van de unieke Nederlandse natuur.