Op 12 april organiseerde GroenLinks in de EU een debat met de titel ‘Poespas rond de pillendoos’. De zaal van de Jaarbeurs in Utrecht zit vol en de discussie is hevig. Het onderwerp, informatievoorziening rondom receptgeneesmiddelen, maakt veel los. Een kort verslag van bewogen debat.

Voorstel Europese Commissie

De politiek

De patiënten

De industrie



Voorstel Europese Commissie

Wat was ook alweer de aanleiding? De Europese Commissie wil het bestaande verbod op medicijnenreclame opheffen. Eind mei zal de Milieucommissie van het Europees Parlement zich buigen over dit voorstel, waarbij tegelijkertijd het functioneren van het Europees Medicijnen Agentschap (EMEA) onder de loep zal worden genomen. Het EMEA moet meer werk kunnen maken van evaluatie, supervisie en acties bij kwalijke bijwerkingen van medicijnen. Reclame voor medicijnen moet kunnen, aldus de Europese Commissie, die in haar voorstel ook de term informatie bezigt. En daar schuilt een deel van de verwarring: betreft het reclame of informatie? Het is vooral de Engelse term ‘advertising’ die de verwarring veroorzaakt.

Daarnaast wil de Commissie geneesmiddelen pas na een periode van vijf jaar evalueren. Dat moet in de ogen van GroenLinks een permanente activiteit van het EMEA worden, om ongewenste bijwerkingen meteen te signaleren en in te grijpen. Maar wie levert de benodigde informatie? Een klassiek voorbeeld is de derde generatie anticonceptiepil, die bijwerkingen vertoonde maar waar over geen informatie voorhanden was. Zulke voorvallen moeten voorkomen worden.

naar boven

De politiek

Alexander de Roo, lid Europees Parlement voor GroenLinks, krijgt als eerste het woord. ‘Advertising’ staat in zijn ogen ondubbelzinnig voor reclame. Immers: als het puur om informatie gaat, is een aanpassing van de Europese wetgeving helemaal niet nodig. Dat er behoefte is aan informatie, mag duidelijk zijn: de huidige wetgeving werpt wat dit aangaat totaal geen barrières op. “Amerikaanse toestanden met reclame voor medicijnen op de televisie zien we in elk geval helemaal niet zitten”. Wat GroenLinks wel wil, zal mede afhangen van de inbreng en adviezen van inleiders en de zaal. Het is gebleken dat zowel bij

industrie, overheid, consumentenverenigingen als patiënten(verenigingen) verdeeldheid heerst.

Tweede-Kamerlid voor GroenLinks, Corrie Hermann vult De Roo aan. Allereerst is ze van mening dat ervaringen van patiënten

een grotere rol moeten spelen bij de beoordeling van medicijnen. Een grotere betrokkenheid van de gebruikers is hard nodig! Hermann snijdt vervolgens een zeer belangrijk punt aan: de kosten. De collectieve sector vergoedt vergoed medicijnen. De kosten

in deze sector stijgen het snelst, ondanks drie commissies die zich over dit vraagstuk hebben gebogen. De Nederlander heeft een

bescheiden medicijngebruik, maar dat neemt toe. In de huidige situatie richt de industrie zich op de (huis)arts en de apotheker. Je

ziet dan dat artsen zich laten ringeloren door de industrie. “Als een farmaceutisch bedrijf je als arts met je hele familie uitnodigt voor een soort kerstbomenactie, dan moet je toch concluderen dat de industrie een bepaald klimaat schept.” De industrie kan niet neutraal beïnvloeden, aldus Hermann. Met vrije medicijnreclame benadert de industrie de consument rechtstreeks. Met alle gevolgen van dien.

naar boven

De patiëntenverenigingen en de pillenpreutsheid

Het voorstel van de Europese Commissie heeft betrekking op drie groepen geneesmiddelen tegen de volgende aandoeningen: aids, astma of diabetes. De Diabetes Vereniging Nederland (DVN) in de persoon van Wim Wientjens en de HIV Vereniging Nederland, Hans Polee, voeren tijdens dit debat het woord namens hun verenigingen.

Wim Wientjes, voorzitter van DVN en diabetespatiënt, is vervent voorstander van het Commissievoorstel. Volgens hem gaat het in het voorstel niet om reclame maar om informatie (het grootste discussiepunt van de middag!). En daar is veel behoefte aan. Wientjens illustreert dit aan de hand van het voorbeeld insuline. “Diabetespatiënten mochten insuline de eerste dertig jaar niet gebruiken. De werking ervan was niet bewezen. De mensen die het gespoten hebben destijds hebben daar geen minuut spijt van gehad. Wij willen dat geneesmiddelen sneller op de markt komen. Ondanks de mogelijke bijwerkingen in een later stadium.” Informatie moet van alle kanten komen, zodat patiënten samen met de arts tot een goede keuze kunnen komen. Wientjens laakt de Hollandse pillenpreutsheid. Voor het toezicht op de reclame denkt Wientjens eerder aan de Economische Controle Dienst dan aan het Londonse EMEA.

Hans Polee (Hiv-vereniging) steunt eveneens het Commissievoorstel. Volgens hem gaat het ook niet om reclame maar om informatievoorziening die beter moet. Kunnen patiënten fabrikanteninformatie wel goed beoordelen? “Uiteraard. Patiënten zijn mondig genoeg om mee te discussiëren en informatie te beoordelen.” De zaal sputtert hevig tegen. Een aanwezige huisarts zegt dat hij zelf vaak niet weet wat er allemaal op de markt is. Dat betrokken organisaties en instellingen beter moeten luisteren naar patiënten is geen discussiepunt.

Polee maakt zich boos over de negatieve houding van tegenstanders van het Commissievoorstel: “Het gaat alleen maar over kosten en bijwerkingen. Een HIV-patiënt kan niet negatief staat ten opzichte van medicijngebruik. De levensverwachting van deze groep is door geneesmiddelen drastisch verhoogd.”

Hans Tersteege werkt voor de inspectie (voor de gezondheidszorg). Hij blijft zich, samen met andere vragenstellers uit de zaal, afvragen waarom de huidige wet aanpassing behoeft. “We willen allemaal een goede informatievoorziening voor patiënten. Zoals gezegd: wat informatie betreft is er op dit moment geen enkele belemmering.” En dat maakt de lobby van de industrie voor aanpassing van de wet enigszins verdacht. Een HIV-patiënt uit de zaal vat het goed samen: “er bestaat nu een informatierecht. We willen met z’n allen informatieplicht.”

naar boven

De industrie wil meeblazen

Martin van de Graaff van Nefarma vindt, zoals alle aanwezigen, een goed geïnformeerde patiënt het belangrijkste. “Maar degene die alles van geneesmiddelen afweet, de industrie, mag er niets over zeggen.” Nefarma wil de informatie niet monopoliseren, en ze wil ook niet de eerste viool spelen. “Maar we willen wel een partijtje meeblazen”. De farmaceutische industrie wil van aanbodsturing naar vraagsturing, van zorg naar voorzorg. Daar hoort een geïnformeerde patiënt bij, met alle mogelijkheden voor duidelijke en neutrale informatie. De huidige regels worden nu omzeild door internet, waarbij iedereen aan zelfmedicatie gaat doen. Ook huisartsen moeten meer tijd besteden aan hun patiënten dan de gemiddeld acht minuten van nu.

De Bond voor Generieke Geneesmiddelen is voor preventieve toetsing en voor harmonisatie van bijsluiters. De overheid moet alleen kaders plaatsen, terwijl de industrie de informatie levert. Voor klachten over (oneigenlijke) reclame-uitingen kunnen consumenten terecht bij de Codecommissie Geneesmiddelenreclame.

Grote vraag blijft aan het eind waarom een aanpassing van de wet nodig is, als we het allemaal erover eens zijn dat een betere informatievoorziening het belangrijkste is. Discussiepunt blijft daarnaast de huidige invloed van de industrie op patiëntenorganisaties en huisartsen.

Alexander de Roo moet in elk geval met een advies naar de milieucommissie. "Het is mij duidelijk geworden dat patiënten veel meer informatie willen. Daar zal ik in mijn opstelling in het Europees Parlement dan ook terdege rekening houden. Met name via het internet kan en moet veel meer directe informatie van de industrie richting patiënten. En dan niet alleen in het Engels, maar ook in het Nederlands. Maar reclame via bijvoorbeeld de televisie blijf ik afwijzen, omdat het dan niet meer om informatie gaat. Het doel moet zijn dat patiënten beter weten wat er te koop is in de wereld van de medicijnen, niet dat de farmaceutische industrie meer gaat verkopen."

naar boven

Wim Kersten en Margot Schmitz, medewerkers van GroenLinks in de Europese Unie