GroenLinks maakt zich grote zorgen over het gemak waarmee politie en justitie telefoon- en internetgebruik aftapt en zich lang niet altijd houdt aan de plicht om burgers achteraf te informeren over de inbreuk op hun privacy. Tweede Kamerlid Arjan El Fassed heeft meerdere malen tevergeefs staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie om opheldering gevraagd over deze afluisterpraktijken. GroenLinks vraagt vandaag samen met D66 een debat hierover aan.
El Fassed: “Uiteindelijk heeft niemand precies zicht op de toepassing van dit soort dwangmiddelen tegen verdachte én onverdachte burgers. Niet iedereen krijgt uiteindelijk door dat hij voorwerp van onderzoek is geweest en lang niet altijd velt uiteindelijk de onafhankelijke rechter een oordeel over de toelaatbaarheid ervan. Dat is ronduit zorgelijk.”
El Fassed heeft op eigen initiatief een groot aantal providers benaderd om te weten te komen hoe vaak en in welke vorm meegewerkt wordt aan dit soort privacyinbreuken. Alle providers zeggen mee te werken aan vorderingen van het Openbaar Ministerie, maar voelen providers zich niet geroepen om te controleren of hun gebruikers ook geïnformeerd worden over de privacyinbreuk. Gevolg: in heel veel gevallen blijft uiteindelijk onduidelijk of al dan niet terecht is afgetapt.
GroenLinks vindt dat elke strafvorderlijke inbreuk op vertrouwelijke informatie achteraf getoetst moet worden. El Fassed: “Ik vind het niet meer dan normaal dat elke tap en elke bevraging uiteindelijk getoetst wordt. De strafrechter is daar de eerstaangewezen persoon voor, maar lang niet alle dwangmiddeltoepassingen komen uiteindelijk bij de rechter terecht. Daarvoor zou een afzonderlijk orgaan voor moeten worden bedacht, vergelijkbaar aan het College van Toezicht voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten voor AIVD-activiteiten."