Donderdag behandelde het Europarlement het Verdrag van Prüm over grensoverschrijdende politiesamenwerking. Bij de totstandkoming van dit verdrag zijn de normale besluitvormingsprocedures ontdoken. Dat is geen goede zaak vindt GroenLinks.

Het verdrag van Prüm gaat onder meer over de toegang tot DNA-profielen en vingerafdrukken in een andere lidstaat, gezamenlijke grenspatrouilles en de inzet van buitenlandse politiemensen bij massademonstraties.

Voldongen feit
Het verdrag is eerst uitonderhandeld tussen een beperkt aantal lidstaten en vervolgens als 'fait accompli' gepresenteerd aan de andere lidstaten en het Europees Parlement. Daarmee omzeilde de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken het Europees Parlement en de democratische controle die de nationale parlementen op het gevoelige terrein van politiesamenwerking behoren uit te oefenen.

Bezwaren terzijde geschoven
Het Europees Parlement is ondanks de buitenspelsituatie met tegenzin akkoord gegaan toch met een advies te komen over het Verdrag van Prüm. In het advies staan een aantal belangrijke voorstellen om te voorkomen dat DNA-profielen van misdadigers en onschuldige mensen op één hoop worden gegooid. Daarnaast bevat het advies voorwaarden voor overdracht van gegevens naar derde landen. De huidige Duitse EU-voorzitter liet weten zich weinig aan het advies van het Europees Parlement gelegen te laten liggen. Dat verstoort het broze compromis dat was bereikt tussen de lidstaten alleen maar.

Volgens GroenLinks is dit duidelijk weer een voorbeeld van een situatie waarin een repressieve maatregel wordt genomen voordat de privacybescherming van burgers adequaat geregeld is. De onderhandelingen in de Europese Raad op het terrein van waarborgen bij het uitwisselen van persoonsgegevens vorderen nauwelijks. Het Europees Parlement koesterde lange tijd de illusie dat voor het Verdrag van Prüm de Europese ministers met een voorstel hierover zouden komen.

Zie ook: