De Amerikanen doen toch wat ze willen, denken Europese cynici vaak. GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk is optimistischer en ziet wel degelijk een reactie van Amerikaanse prominenten op de Europese opinie. In het debat in het Europees Parlement wijst Lagendijk, die sprak namens de Groenen/EVA-fractie, een preventieve aanval op Irak af en pleit voor druk van de VN, slimme sancties en opbouw van een civil society.

Hier de bijdrage van Joost Lagendijk tijdens het debat in het Europees Parlement over Irak op woensdag 4 september 2002:

Mr President, it is time - even urgent - that Mr Patten took over from Mr Blair. Geen misverstand collega's, ik heb het niet over de positie van de Britse premier. Ik heb het over diegene die de Europese publieke opinie vertolkt en kan beïnvloeden. Ik ben het dan ook niet eens met de cynici, die zeggen dat het allemaal niet uitmaakt wat wij hier zeggen in het Europees Parlement, wat de Commissie zegt of wat de Raad zegt, omdat de Amerikanen toch doen wat ze willen.

Natuurlijk, de Amerikanen doen wat ze willen, maar gelukkig voor ons weten de Amerikanen nog niet wat ze precies willen. Er zijn prominente politici - we hebben hen allemaal gehoord - die wel degelijk letten op wat Europa vindt en wat de EU ervan vindt. De meerderheid van de Amerikanen wil niet dat de Verenigde Staten alléén ten oorlog trekken. Dat geeft de Europese Unie een unieke kans om wel degelijk dat debat, het debat in de Verenigde Staten en het debat in de Verenigde Naties te beïnvloeden.

Het is dan wel nodig dat we weten zowel wat we niét willen dat er gebeurt als wat er dan wél moet gebeuren als alternatief voor preventieve aanvallen die mijn fractie volstrekt afkeurt. Ik wil een aantal broodnodige punten noemen die de Europese Unie, Raad en Commissie volgens mij de komende tijd naar voren moet brengen in alle gremia die van belang zijn en ik heb er het volste vertrouwen in dat de heer Patten dat een stuk beter kan dan de heer Blair.

Ten eerste, het is al door iedereen genoemd: maximale druk voor het toelaten van wapeninspecteurs met volledige vrijheid van handelen om op te sporen en te vernietigen wat ze aantreffen.

Dan de smart sanctions, de slimme sancties, daarover is veel gesproken. Toegegeven: het huidige stelsel is verbeterd, vergeleken met dat van een aantal jaren terug, maar ook dit sanctiestelsel treft nog steeds te veel de bevolking en te weinig het regime. Ik zou willen dat Europa en de Verenigde Staten eens wat meer creativiteit staken in het bedenken van sancties die het regime treffen en de bevolking zo veel mogelijk ontzien. Daar is nog een hoop te doen en daar zou Europa een deel van zijn creativiteit in moeten steken.

Als Saddam moet verdwijnen - en wij willen dat, mijn fractie dringt er al op aan sinds het eind van de jaren tachtig toen de Amerikanen, Britten en Fransen nog wapens leverden aan Saddam - dan kan dat niet alleen via een ingrijpen van buitenaf, hoe noodzakelijk ook, maar alleen als er een alternatief is in Irak. Dat betekent dat wij, de Europese Unie, de opbouw van een civil society en de Iraakse oppositie die nu nog veel te verspreid en veel te verdeeld is, moeten steunen, anders is er na een aanval, na het verdwijnen van Saddam chaos en geen democratisch alternatief.

De weg naar Bagdad voert niet alleen via de Verenigde Naties, die voert ook via Jeruzalem. Het is gelukkig al door meerdere fractievoorzitters gezegd. Zonder vooruitgang in de verhouding tussen Israël en de Palestijnen is er geen enkele kans op steun in de Arabische wereld voor welke politiek dan ook vanuit de Europese Unie. Europa kan het debat over wat er moet gebeuren om Saddam weg te krijgen wel degelijk beïnvloeden als het met één stem spreekt en als het een alternatief heeft. Preventieve aanvallen, nogmaals, zijn géén normaal instrument van buitenlandse politiek. Druk van de Verenigde Naties, sancties en het opbouwen van een alternatief zijn dat wel.