Europese landen ondernemen te weinig actie om te voorkomen dat migranten verdrinken in de Middellandse zee. Dat blijkt uit een vernietigend rapport van de Raad van Europa, geschreven door senator Tineke Strik.

Sinds de twee rampen bij Lampedusa in oktober vorig jaar, waarbij honderden migranten zijn omgekomen, voert Italië een grootschalige militaire reddingsactie ("Mare Nostrum") om vluchtelingen in de Middellandse Zee te redden. Italië roept tevergeefs om hulp van de Europese lidstaten, terwijl UNHCR verwacht dat het aantal vluchtelingen juist enorm zal toenemen nu de vluchtelingenkampen in buurlanden van Syrië overvol zitten.

Oorzaak
Uit het rapport van de Raad van Europa blijkt dat perverse prikkels leiden tot vertraging bij reddingsacties. Zo is het onduidelijk wie verantwoordelijk voor een reddingsactie is, wie de migranten aan land moet nemen en hangt strafvervolging boven het hoofd voor vissers die migranten op zee redden. De achterliggende terughoudendheid is te wijten aan de zogenoemde Dublin Verordening, die het land van eerste binnenkomst in de EU verantwoordelijk maakt voor het asielverzoek en het verlenen van een verblijfsvergunning.

Hardleers
Het rapport laat zien dat EU-landen - inclusief Nederland - hardleers zijn en dat een gecoördineerde actie vanuit de gezamenlijke EU-lidstaten noodzakelijk is. Als de EU-landen gezamenlijk achter het rapport gaan staan, kunnen zij hierop ook worden aangesproken, aldus Strik.

Het rapport is op 24 juni 2014 aangenomen door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (PACE).